In zijn Amerika-satire ‘The Sweet East’ roept Sean Price Williams op om jezelf niet zo serieus te nemen

De Amerikaanse regisseur Sean Price Williams neemt je in zijn absurdistische roadmovie The Sweet East op sleeptouw door de onderbuik van Amerika.

Ze moet vluchten voor een ­schutter op zoek naar ontvoerde baby’s, komt in een sinistere tunnel terecht en sluit zich aan bij gewelddadige anti­fascisten en een pedofiele white ­nationalist. De schoolreis van ­Lillian (de getalenteerde Talia Ryder uit Never Rarely Sometimes Always) gaat niet zoals gepland. In het satirische The Sweet East, het regiedebuut van Sean Price Williams, gaat een ­jonge vrouw op de dool door een ontspoord Amerika.

‘We beleven gekke tijden in de Verenigde Staten, tijden vol ­conflicten en markante figuren. De zotste dingen gebeuren’, zegt ­Williams, die zijn brood tot nog toe verdiende als cameraman van tientallen indiefilms, waaronder de snedige Robert Pattinson-­thriller Good Time van de broers Josh en Benny Safdie. ‘Ik begrijp niet dat ­zowat elke film­regisseur daar ver weg van blijft. Het is toch een goudmijn voor wie van opwindende ­verhalen houdt?’


Verhalen zoals dat van de 28-­jarige man die in december 2016 de ­pizzeria Comet Ping Pong binnen­wandelde met een semi-automatisch geweer op zoek naar bewijzen voor Pizza­gate, de populaire complottheorie die Hillary Clinton linkte aan ont­voerde ­baby’s, een pedofilie­netwerk en onder­grondse tunnels. ‘­Ongelofelijk ­stupide, maar wél echt gebeurd. Het internet nam die complot­theorie heel serieus. Mensen zochten ­obsessief naar bewijzen en gaven daarbij blijk van een onwaarschijnlijk grote ­verbeelding. Véél samenzwerings­theorieën getuigen van een zeer grote verbeelding’, lacht hij.

‘Als er in The Sweet East een boodschap zou zitten, dan is het deze: neem jezelf niet zo verschrikkelijk serieus.’


Het verhaal van de schutter in ­Comet Ping Pong was een van zijn vertrekpunten voor The Sweet East. ‘Ik vroeg me samen met scenarist Nick Pinkerton (een in New York ­beruchte filmrecensent en programmator, nvdr.) af: als zoiets zots kan gebeuren, wat kan er dan nog allemaal gebeuren? En hoe ga je daar nog over? Ons antwoord: door te verzinnen dat die ­beruchte tunnels bestaan. En toen was het hek van de dam.’


Williams en Pinkerton, verstokte cinefielen met een verleden als video­boer, zijn niet uit op reconstructie van geschifte ­gebeurtenissen. ‘We ­voegen er een vleug fantasie aan toe. ­Personages vallen niet ­volledig samen met ­bestaande personen. De islamitische extremisten zijn geen terroristen, maar eenzame gasten die het gevoel hebben er niet bij te horen en samen dingen doen die ze leuk vinden. Zoals goede Amerikanen houden ze van wapens en muziek. ­Mohammad houdt oprecht van ­Amerika, hij houdt van het land, de bomen, de lucht die hij ­inademt. De ­white nationalists hebben we dan weer een ­verzonnen vlag en een verzonnen symbool, een mot god­betert, meegegeven.’


De moslims ­blijken Amerika-lief­hebbers te zijn, een ­pedo­fiele neo­nazistische prof ­literatuur is een ­minder gore smeerlap dan ­gedacht. De film spot met allerlei soorten ­extremisten ­zonder ze af te ­schieten. ‘Ik ben geen cynicus die iedereen uitlacht. Ik ­geloof niet dat de ene mens volledig goed is en de andere volledig slecht. En ik hou van mensen met een passie of overtuiging. Niets ergers dan al die Amerikanen die zich zichzelf zo verdoven met pijnstillers en drugs dat niets hen nog kan schelen. Als er in The Sweet East een boodschap zou verborgen zitten, dan is het deze: neem jezelf alsjeblieft niet zo verschrikkelijk serieus. Het is niet nodig om ten koste van alles en iedereen altijd gelijk te halen. Laat het los.’


The Sweet East is een satire op gepolariseerd Amerika, maar daarom niet anti-Amerikaans. ‘Ik heb de indruk dat Europeanen zich nogal gemakkelijk superieur voelen aan Amerikanen en graag zien hoe slecht we het soms doen’, zegt Williams. ‘Daar zou ik mee opletten. Hopelijk hebben de Europeanen genoeg zelfreflectie om ook de ­gelijkenissen te zien en niet ­enkel te lachen met de ­Amerikaanse uit­wassen. Ik vind mijn film niet anti-­Amerikaans. Ik ben er trots op Amerikaan te zijn. Er is veel om trots op te zijn, zoals er ook veel is om alles­behalve trots op te zijn. Maar geldt dat niet voor bijna elk land?’


Na haar rocamboleske trip keert hoofd­personage Lillian terug naar haar bijna archetypische blanke ­familie in hartje ­Amerika. ‘Ik kom daar zelf vandaan. Het marginale ­Amerika wordt bijna nooit ­correct of ­interessant ­ge­portretteerd omdat het altijd rijke ­mensen zijn die er films over maken. Al dan niet om ermee te lachen of hen van van alles te beschuldigen. Ik heb er geen zin in, maar ik weet dat ik op een dag een ­white-trashfilm ga moeten maken om de ­realiteit te tonen.’

The Sweet East

Nu in de bioscoop.

Sean Price Williams

Geboren in 1977 in Delaware, Verenigde Staten. Woont intussen in New York.

Werkte jarenlang als cameraman voor indieregisseurs als Alex Ross Perry (Listen Up Philip) en de broers Safdie (Good Time).

Debuteerde met The Sweet East, die vorig jaar in wereldpremière ging tijdens Cannes’ Quinzaine des cinéastes.

Strikte voor die satire Talia Ryder, Simon Rex (MTV), Ayo Edebiri (The Bear), Jacob Elordi (Euphoria, Saltburn, Priscilla) en Earl Cave (zoon van Nick Cave).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content