Waarom personages met een handicap altijd maar weer bergen moeten beklimmen

© -
Milena Maenhaut
Milena Maenhaut Journalist bij Knack Focus

Nothing about us without us‘ is sinds jaar en dag de slogan van de gehandicaptenbeweging. In de cinema en op tv lijkt die leuze echter niet altijd even hard door te dringen. Van ongeoefende gebarentaal tot de trope van de supergehandicapte: er is het een en ander mis met hoe handicap op het scherm komt.

Waarom we het woord ‘handicap’ in plaats van ‘beperking’ gebruiken, leest u in het kaderstuk onderaan.

Zaterdag ging in Cannes de tiende editie van Entr’2 Marches van start. Dat internationaal filmfestival belicht artistiek en professioneel talent met een handicap en wordt op poten gezet door organisatoren met een handicap. Zo biedt het festival een tegenwicht aan de gangbare beeldvorming. Dat is nodig, want ‘wie mensen met een handicap afbeeldt, is bijna gedoemd om te falen.’

Onderrepresentatie

1,1 percent van wie je vorig jaar op televisie zag, had een handicap, zo blijkt uit cijfers van de VRT. 1,1 percent is ontzettend weinig. Zeker als je weet dat in België, afhankelijk van hoe je het meet, tussen 12 en 20 percent van de bevolking een mentale of fysieke handicap heeft. ‘Wanneer dan wel iemand met een handicap in beeld komt, moet die persoon hét voorbeeld zijn van mensen met een handicap. Dat kan natuurlijk niet. Het is alsof je een keer per jaar een vrouw afbeeldt die dan de volledige complexiteit van wat het betekent om vrouw te zijn moet weergeven,’ zegt schrijfster en historica Anaïs Van Ertvelde. Zij werd geboren met één arm en doet aan de Universiteit van Leiden onderzoek naar de impact van het Jaar van Personen met een Handicap van de Verenigde Naties. ‘Wie mensen met een handicap afbeeldt, is bijna gedoemd om te falen zolang er niet meer afbeeldingen zijn van personen met een handicap’.

‘Als de representatie van mensen met een handicap zo weinig gebeurt, moet het een schot in de roos zijn’

Marc Bryssinck (Theater Stap)

Dat beaamt ook Nic Balthazar, regisseur van onder meer Ben X (2007). De film heeft een jongen met een autismespectrumstoornis (ASS) als hoofdpersonage, al zal Balthazar nooit claimen hét beeld te hebben geschetst van een ASS’er, gezien het om een heel diverse groep gaat. Balthazar benadrukt hoe belangrijk het is om je huiswerk zeer uitvoerig te doen. ‘Als je ernaast schiet, doe je niet alleen wie je probeert te portretteren onrecht aan, maar iedereen die naar de film kijkt.’ De regisseur werkte daarom niet alleen samen met specialisten, maar ook met de ervaringsdeskundigen. ‘Net zij worden vaak pas als laatste geconsulteerd.’

‘Het is een immense verantwoordelijkheid’, zegt Marc Bryssinck van het Turnhouts Theater Stap, een professioneel theatergezelschap waarin mensen met een mentale handicap centraal staan. Voor de zondagavondreeks op Eén Tytgat Chocolat (2017) bracht Bryssinck zijn acteurs van het podium naar het scherm. ‘Als de representatie van mensen met een handicap zo weinig gebeurt, moet het een schot in de roos zijn. Je mag er niet te lang over nadenken, of het verlamt je.’

Ben X
Ben X© Eyeworks Film

Stereotypen

Als mensen met een handicap al op het scherm komen, worden bepaalde stereotypen overgerepresenteerd. Het archetype van de supergehandicapte bijvoorbeeld, die altijd maar bergen beklimt en mensen zonder handicap moet inspireren, vertelt Van Ertvelde. Daarnaast wordt de dramatiek van de film vaak volledig opgehangen aan de handicap, aan een plotse levensbedreigende ziekte of ongeval. Dat laatste gebeurt bijvoorbeeld in Hollywood-film Me Before You, waar een jonge en succesvolle bankier door een ongeluk verlamd raakt en zelfmoord wil plegen. Zo is handicap het narratief bij uitstek dat het scenario een tragische wending geeft, vertelt Van Ertvelde. ‘Een handicap kan heel moeilijk zijn en met drama, pijn en verlies gepaard gaan. Maar dat aspect is zo overgerepresenteerd dat mensen zonder handicap vaak het idee krijgen dat mensen met een handicap geen waardevol leven kunnen leiden.’

Een derde trope is die van de lieve, kinderlijke figuur met een (vaak mentale) handicap, die mensen zonder handicap met plezier naar de wereld leert kijken. Bij voorkeur een of andere hardwerkende zakenman. ‘Het cliché van de manic pixie dreamgirl, maar dan toegepast op een personage met een handicap’, zegt Van Ertvelde. De manic pixie dreamgirl is de stereotiepe, excentrieke vrouw in films die de introverte man iets over het leven leert. Hoe leuk dansen in de regen is, bijvoorbeeld. Denk maar aan Zooey Deschanel in 500 Days of Summer. Zoals het vrouwencliché, blijft de rol van het gehandicapte personage beperkt tot het toevoegen van iets in het leven van zijn valide tegenspeler. Een vierde stereotype is het monsterachtige. Een ‘slechterik’ heeft op televisie, zeker als het over kinderfilms gaat, vaak een fysieke afwijking.

Het probleem is niet dat er dramatische films worden gemaakt of dat mensen met een handicap een inspiratie kunnen zijn. Het probleem is dat er vooral stereotiepe films worden gemaakt. ‘Mensen met een handicap komen niet in een film omdat ze de leraar zijn of de buurman waarbij een personage een ei leent’, zegt Geert Van Hove, als professor verbonden aan Disability Studies en Orthopedagogiek. ‘We hebben series nodig die de complexiteit en de gelaagdheid van de ervaring laten zien en handicap niet reduceren tot een stereotype.’

We hebben ook films nodig waarin de thematiek niet uitgediept wordt, maar een heel normaal deel is van de wereld, zegt Van Ertvelde: ‘Een Sex and The City met een personage met één arm, waar handicap niet voortdurend het onderwerp van het gesprek is. Als ik ’s morgens opsta is dat niet het eerste waar ik aan denk. Als ik met mijn vriendinnen ga lunchen, praten we over wie met wie heeft geslapen, niet over mijn arm.’

Die eenzijdige portrettering ondervond ook Chris Willemsen, acteur in onder meer De Ronde (2011) en Crimi Clowns (sinds 2012). Hij begon te acteren omdat ze in een productie mensen met een kleine gestalte nodig hadden. ‘Ik word uiteindelijk altijd getypecast. Dat hoeft niet per se een nadeel te zijn: er zijn niet veel acteurs met dwerggroei. Maar ik zou ook een advocaat of een professor kunnen spelen. Die rollen krijg ik niet.’

‘Ik zou ook een advocaat of een professor kunnen spelen. Die rollen krijg ik niet.’

Chris Willemsen (acteur met dwerggroei)

Dat films met personages met een handicap vaak hervallen in dezelfde patronen, hoeft niet alleen aan de scenaristen of regisseurs te liggen. De serie Tytgat Chocolat van Marc Bryssinck had aanvankelijk een gedurfd verhaal, maar de VRT vond het eerste voorstel, een mockumentary, te grimmig en moeilijk. ‘Als research voor een theaterversie van Lord of the Flies zouden we de acteurs een weekend helemaal alleen in de Ardennen laten, wat leidde tot het afbranden van de chalet. Alles zou door hen gefilmd worden met een brute en realistische cameravoering. Niet wat Eén op een zondagavond kon brengen, dus.’ Bryssinck kreeg de kans om te werken met een arthouseproducent, maar koos er bewust voor het thema aan te kaarten bij een breed publiek. Dat was misschien nog niet klaar voor een experimenteel verhaal met acteurs met een handicap, maar wel voor een roadtrip en liefdesverhaal vol humor. Uiteindelijk is veel van het oorspronkelijke idee bewaard gebleven in Tytgat Chocolat: de acteurs gaan er ook alleen op pad.

Ook Hasta La Vista (2011) ensceneert een roadtrip. De film werd geprezen omdat het het taboe van seks met een handicap doorbreekt en de personages in al hun menselijkheid afbeeldt. De typering van de personages blijft niet beperkt tot hun handicap. ‘We tonen ook de slechte kanten van de personages’, vertelt regisseur Geoffrey Enthoven. ‘Het kibbelen, voor de eerste keer op reis gaan met vrienden in de hoop om te scoren: daar herkent iedereen zich in, met of zonder handicap.’

Hasta La Vista
Hasta La Vista© Fobic Films

Oplossing? Mensen met een handicap op en achter de schermen

Personages met een handicap worden niet vaak gespeeld door acteurs met een handicap, en dat levert karikaturale vertolkingen op. ‘Ongeoefende gebarentaal, een manier van bewegen van een blinde persoon die absoluut niet kan werken. Ik ken vooral mensen met een handicap die eens goed lachen met hoe personages met een handicap vaak slecht gespeeld worden door valide acteurs’, zegt Van Ertvelde.

Als regisseurs niemand met een handicap kunnen casten, kan er al veel opgelost worden door mensen met een handicap te betrekken bij het productieproces, meent Van Hove. Een klankvrouw, cameraman of scenarist met een handicap, bijvoorbeeld. Hij pleit voor adviesraden, onderzoeksprojecten en vooral: ervaringsdeskundigen: ‘Vaak komen achteraf verontschuldigingen à la “we waren vergeten te vragen aan iemand die doof is hoe die door het leven gaat”. Achteraf repareren is zoals een gebouw zetten dat niet toegankelijk is om er nadien een hellend vlak aan te bouwen. Het is te laat, te duur en het komt de basisconstructie niet ten goede’, aldus Van Hove.

Mogen valide acteurs dan helemaal geen personages met een handicap spelen? ‘Het is interessanter om het debat om te draaien,’ zegt Van Ertvelde: ‘Hoe komt het dat er zo ontzettend weinig makers en acteurs met een handicap zijn?’ Ze noemt het een structureel probleem, een resultaat van machtsstructuren en onderdrukking: ‘Je kan je er niet zo makkelijk vanaf maken door zomaar te zeggen dat mensen met een handicap nu eenmaal minder goed kunnen creëren. Dat zeiden we dertig jaar geleden over vrouwen en vijftien jaar geleden over mensen met kleur in de theater- en filmwereld.’

Tytgat Chocolat
Tytgat Chocolat© Vincent Custers/ De Mensen

‘Acteren is in essentie hetzelfde voor mensen met en zonder handicap’, zegt Bryssinck, die bij Theater Stap al jaren met acteurs met een mentale handicap werkt. ‘Een film of theater maken is altijd een creatieve zoektocht samen met de acteurs. Het is geven en nemen, rekening houden met de inbreng van de acteurs en nog steeds je initiële ambitie respecteren.’

Er zijn uiteraard verschillen, maar die zijn volgens Bryssinck niet onoverkomelijk. ‘Je kan tegen acteurs met een downsyndroom niet zomaar zeggen dat ze lappen tekst vanbuiten moeten leren. Het is nog meer zoeken: hoe reageren de acteurs psychologisch op een bepaalde situatie, welke woorden gebruiken ze? We hebben het scenario voor Tytgat Chocolat zo geschreven dat het dicht bij de authentieke reacties van de acteurs ligt.’ Bovendien is, zoals acteurs zonder handicap, elke acteur van Stap anders: ‘Sommigen weten heel graag wat ze moeten doen en anderen willen improviseren. Dat laten we dan ook toe. Django bijvoorbeeld, de clown van het gezelschap, deed spontaan een monoloog over de liefde tegen het koppel uit de film. “Liefde is Titanic en liefde is vleugels”, zei hij.’

‘Na elke film vroeg Pascal me welke rol hij zou spelen in de volgende. En elke keer schreef ik een nieuwe rol voor hem.’

Jaco Van Dormael (regisseur)

Een goede twintig jaar voor Tytgat Chocolat, zette Jaco Van Dormael acteurs met het syndroom van Down neer in onder meer Le Huitième Jour (1996). Pascal Duquenne speelde er een rol die hem in Cannes de prijs voor de beste acteur opleverde, gedeeld met tegenspeler Daniel Auteuil. Van Dormael benadrukt het immense spelplezier en de energie van zijn acteurs. ‘Het is heel fascinerend. Er zijn een heleboel dingen die Pascal niet kan, zoals te lange scenes, maar er zijn ook dingen die hij beter doet dan al de rest. Alle acteurs brengen iets unieks. Pascal kende na een dag de namen van iedereen op de set, ik pas na een week.’

Duquenne speelde in alle films van Van Dormael. ‘Na elke film vroeg hij me welke rol hij zou spelen in de volgende. En elke keer schreef ik een nieuwe rol voor hem.’

Le Huitième Jour en Tytgat Chocolat werden geschreven met specifieke acteurs in het achterhoofd. Dat was bij Hasta La Vista niet het geval. ‘We hielden een casting voor acteurs met een fysieke handicap’, zegt Geoffrey Enthoven. ‘De opkomst was veel kleiner dan verwacht. Er bleef één acteur over. We hebben verschillende combinaties getest om het beste trio te kiezen.’ Samen met Asta Philpot, advocaat voor het recht op seks voor mensen met een handicap, op wie het verhaal gebaseerd is, koos Enthoven voor het trio zonder handicap. ‘Je moet voor alle acteurs even streng kunnen zijn. Daarom heeft hij het niet gehaald. De poule waar we in zaten te vissen was gewoonweg te klein.’

Le Huitième Jour
Le Huitième Jour© Marc Detiffe/ Pan Européenne

Ook de te kleine poule wijst op een structureel probleem. Voor mensen met een handicap is een plek op de jobmarkt bemachtigen überhaupt al een groot probleem, laat staan in theaterscholen en creatieve beroepen, zegt Van Ertvelde. ‘De tewerkstellingscijfers zijn om van te huilen. Bij mannen ligt het cijfer rond de veertig percent, bij vrouwen nog lager.’

Bovendien brengen creatieve beroepen financiële risico’s met zich mee. ‘De kans is groot dat je als gehandicapte acteur niet zomaar ’s avonds kunt bijklussen in een restaurant om je acteerlessen te betalen’, aldus Van Ertvelde. Daarom moeten we acteurs met een handicap een betere toegang geven tot acteeropleidingen, zegt Van Hove: ‘De toegang tot de scholen begint al in de kleuterklas. Als je niet naar de gewone school kan, is de weg naar een acteeropleiding wel zeer ver verwijderd.’

Waarom is de representatie nog steeds ondermaats?

De gehandicaptenbeweging vindt moeilijker ingang dan andere emancipatiebewegingen. De kinderrechtenconventie van de Verenigde Naties was er al in 1989, de conventie voor mensen met een handicap pas in 2006, zegt Van Hove. ‘We hebben geen Martin Luther King of sufragettebeweging van mensen met een handicap.’ Volgens Van Ertvelde heeft het te maken met hoe handicap zich heeft ontwikkeld als sociale beweging. In België was er geen doorlopende protestbeweging, zoals bijvoorbeeld in de Angelsaksische landen. We hebben ook geen geschiedschrijving, geen collectief geheugen rond deze protestbeweging: ‘Als we aan mei ’68 denken, denken we niet aan rolstoelen die de straten blokkeren of lobbyen tot in de Verenigde Naties. Het gebeurde wel, ook bij ons, maar we worden er nooit aan herinnerd.’

Daarom doen Angelsaksische landen het op vlak van representatie beter: in 2018 had 1,9 percent van wie de BBC in beeld bracht een handicap. Dat is nog steeds erg weinig, maar al een stuk meer dan de 1,1 percent van de VRT. In 2020 wil de BBC het cijfer optrekken tot acht percent.

‘We hebben geen Martin Luther King of sufragettebeweging van mensen met een beperking.’

Geert Van Hove (professor)

Daarnaast is er een psychologische angst waardoor we het thema mijden. ‘Ik merk dat als we over gender, seksualiteit of etniciteit spreken, we weten dat we allemaal een huidskleur, seksuele oriëntatie en genderidentiteit hebben. Dat is bij handicap niet zo’, zegt Van Ertvelde. Volgens de historica ervaren we mensen met een handicap nog te vaak als een groepje apart. We zien onszelf niet als mensen op een spectrum tussen ziek en gezond, tussen afhankelijk en onafhankelijk. ‘Dat is eigenlijk vreemd, want iedereen kan van de ene op de andere dag gehandicapt worden. De kans dat ik morgen wakker word als zwarte vrouw is heel klein, maar de kans dat jij morgen opstaat en je hebt een handicap, is reëel. We doen alsof het niets met ons te maken heeft, maar handicap is de meest poreuze van alle identiteitscategorieën.’ Misschien worden we er daarom liever niet mee geconfronteerd.

Evolutie

‘Er is een disability wave aan de gang’, zegt Van Ertvelde, ‘zeker wat cultuur, media en representatie betreft.’ Ze noemt de Netflix-show Special (2019) als voorbeeld. De serie is een verfilming van de memoires van Ryan O’Connell, een man met cerebral palsy die ook het hoofdpersonage speelt. Met een blik van binnenuit zet hij een gelaagd personage neer in zijn dagelijkse zoektocht naar liefde en een leuke job.

Vroeger wou men heel voorzichtig de quota zo gemakkelijk mogelijk oplossen, zegt Bryssinck: ‘Vijftien jaar geleden had de VRT een diversiteitsmanager. Toen kwam er een soort van “excuusmongool” op de proppen, of “nog iemand met kleur in Thuis”.’ Van Dormael had het dan ook niet gemakkelijk om in 1996 Le Huitième Jour in een productiehuis te krijgen: ‘De meeste producers vroegen me wie er überhaupt zou kijken naar een film met mentaal gehandicapte acteurs. Het succes van de film was totaal onverwacht.’

Maar gaandeweg vinden we het vanzelfsprekender, besluit Bryssinck: ‘Er is meer vertrouwen. We zien dat films als Le Huitième Jour en reeksen als Tytgat Chocolat kunnen. Als we geloven dat we met acteurs met een handicap iets waardevols kunnen maken, lukt dat ook.’

Het internationaal filmfestival Entr’2 Marches loopt nog tot 24 mei in Cannes.

‘Handicap’ of ‘beperking’?

Met de keuze voor de term ‘handicap’, volgen we de normen van internationale instellingen zoals de World Health Organisation. Aangevuurd door handicaporganisaties splitsten die in de jaren ’80 het begrip in twee delen: ‘impairment’ en ‘disability’, vertaald naar ‘beperking’ en ‘handicap’. ‘Beperking’ slaat op het lichamelijke, individuele niveau: de beperking die je hebt. ‘Handicap’ verwijst naar wat sociaal en cultureel geconstrueerd wordt rond handicap. Eenzelfde scheiding heb je ook tussen ‘geslacht’ (biologisch) en ‘gender’ (sociocultureel). Hierboven onderzochten we handicap als een cultureel en maatschappelijk gegeven en verwijzen we niet alleen naar het lichamelijke niveau, vandaar: ‘handicap’.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content