Vier seksscènes die uw oma deden blozen
Noem ons ouderwets, maar in tijden waarin fetisjporno een mainstream-onderwerp is in de cinema, kijken wij met weemoed terug naar de jaren dertig, veertig en vijftig, toen je nog als een gefrustreerde neuroot moest speuren naar enige stoute symboliek. Wie zoekt, die vindt: vier seksscènes die uw oma deden blozen.
De vuurtoren in Casablanca
Humphrey Bogart en Ingrid Bergman zijn alleen in zijn appartement. ‘If you only knew how much I loved you. How much I still love you’, zegt Bergman terwijl ze haar lippen op de zijne drukt. Cut naar een shot van een vuurtoren. Humphrey Bogart staat op het balkon een sigaret te roken. Binnen zit Bergman in de zetel. Iedereen heeft zijn kleren aan.
Voilà.
Dat was ze dan, de heetste seksscène van 1942.
Als u denkt dat wij gniffelende pubers zijn omdat we een piemel in een vuurtoren zien: dat zijn we dus niet. Enfin, dat doet vooral niet ter zake. De jaren veertig waren namelijk de hoogdagen van de Hays Code – filmcensuur inzake immoraliteit, geweld en vooral seks. Kussen moest met gesloten mond en mocht niet langer dan drie seconden duren. Een tweepersoonsbed tonen was taboe, ook bij getrouwde koppels. En te allen tijde moesten koppels verticaal blijven en minstens één voet op de grond houden. In de zetel zoenen met twee voeten van de grond: obsceen. Stond evenwel niet in de Code: suggestieve ersatzshots. Wat bij regisseurs dan ook voor een amusant spel zorgde. Je moest namelijk geen seks tonen om de kijker te doen geloven dat de acteurs seks hadden: de gedachte in hun hoofd planten volstond. Vuurtorens bleken daarin zeer efficiënt.
Merk ook op dat Bogart een sigaret rookt. Geen idee waarom, maar sigaretten waren ten tijde van de Hays Code min of meer een metafoor voor seks. Toen Paul Henreid twee sigaretten tegelijk aanstak in Now, Voyager (1942) en er Bette Davis eentje overhandigde, kregen onze grootouders dus het schaamrood op de wangen.
Ze doen het trouwens twee keer in de film.
De sigarettentruc, bedoelen we dan.
De trein en de tunnel in North by Northwest
Wellicht de seksscène uit de jaren vijftig waarbij het meest gegniffeld werd: de slot-shot van North By Northwest (1959), waarin Cary Grant Eva Marie Saint in de treincoupé kust. ‘This is silly’, zegt zij. ‘I know, but I’m sentimental’, antwoordt hij. Waarna de trein een tunnel inrijdt. The end.
Giggity, giggity.
Vrij zeker dat hier de dubbele betekenis van ‘happy ending’ is ontstaan.
Mocht u het gemist hebben: het gaat dus over die trein die in die tunnel rijdt. Nu ja, ‘ramt’ is een gepaster woord – regisseur Alfred Hitchcock was nooit geweldig subtiel als hij seks moest suggereren. Meer zelfs: Hitchcock was een stoute, stoute jongen – als u er op let, tenminste. In Psycho (1960) liet hij Norman Bates één hand op zijn kruis houden terwijl hij met de andere een dood beest moest strelen. In To Catch a Thief (1955) monteerde hij een kus van Cary Grant en Grace Kelly in het beeld van een spuitende Romeinse kandelaar. En toen hij Vertigo (1958) ter goedkeuring langs de censuurcommissie liet passeren, kreeg hij de commentaar dat ‘de camera tijdens de kus tussen James Stewart en Barbara Bel Geddes beter op het koppel zou focussen dan in te zoomen op de beukende golven’.
‘The pounding waves’: dat stond er dus echt.
Blijkbaar konden mensen in de jaren vijftig hitsig worden van de zee. Oprecht: wij hadden die shot niet eens opgemerkt toen we Vertigo zagen. Het ligt dus, nogmaals, echt niet aan ons: het waren onze grootouders die zieke geesten hadden.
De metersgrote bananen in The Gang’s All Here
Een grotendeels vergeten musical uit 1943 van Busby Berkeley. En met ‘grotendeels’ bedoelen we: compleet, behalve één scène. Een muzikaal dansnummer, getiteld The Lady in the Tutti Frutti Hat, dat nog altijd op YouTube terug te vinden is. Zo meteen snapt u waarom.
Uiteraard waren het in tijden van seksuele censuur vooral de fallische symbolen die boomden. In The Fountainhead (1949) zit Patricia Neal een minuut lang te kijken hoe Gary Cooper in close-up met een klopboor zit te drillen – weet u meteen waar Benny Benassi de mosterd heeft gehaald voor die clip van Satisfaction. In The African Queen (1951) helpt Humphrey Bogart Katharine Hepburn terwijl ze met een handpomp olie oppompt. ‘Easy does it, miss. You don’t want to wear yourself out.’
Dat was niet eens een póging om subtiel te wezen.
Maar het hoogtepunt van fallische symboliek is The Lady in The Tutti Frutti Hat. Moet in 1943 zowat de tophit van het magische lantaarncircuit ThouPorn zijn geweest. Onder ’tutti frutti’ worden hoofdzakelijk bananen verstaan. Metersgrote bananen. Twintig metersgrote bananen. De censuurcommissie had nog gespecificeerd dat de danseressen de bananen enkel op middel- en niet op kruishoogte mochten vasthouden, maar veel veranderde dat niet aan het totaalplaatje. Het voornaamste wat de ietwat schaars geklede dames met hun banaan doen is hem langzaam omhoog brengen en even langzaam weer laten zakken. Op een bepaald moment vormen alle bananen samen een kring rond een groep meisjes die met hun benen open op de grond liggen en een aardbei vasthouden. Die kring lijkt verdacht veel op een zeesterretje.
Die seksscène uit The Naked Gun 21/2 (1991) met de openbloeiende rozen, hotdogs, levende kanonballen, olievelden, torpedo’s en climactisch vuurwerk?
Softcore.
Het dinobot in Bringing Up Baby
Het moet gezegd: voor een tijd waarin een actrice niet mocht zeggen dat ze zwanger was – ze mocht wel ‘verwachten’ – was er verbazend veel stiekeme vuile praat te horen. Neem nu Howard Hawks’ screwballkomedie Bringing Up Baby uit 1938. Ergens in de beginminuten heeft Cary Grant, een paleontoloog, een reuzengroot dinosaurusbot vast. ‘I think this one goes in the tail’, zegt hij. ‘Nonsense’, antwoordt Virginia Walker. ‘You tried it in the tail yesterday, and it didn’t fit.’
Helemaal zeker zijn we niet, maar we vermoeden dat Walker het niet meer over dat dinosaurusbot heeft. Net zoals Montgomery Clift en John Ireland het in de western Red River (1948), ook al van Howard Hawks – zoek op ‘Red River Guns’ op YouTube – wellicht niet écht over elkanders revolvers hebben wanneer Clift Ireland vraagt om diens gun te mogen zien. ‘Would you like to see mine?’‘Nice. Awful nice.’‘Go ahead, try it.’‘That’s good. Keep it going.’
Twee woorden: BrokebackMountain.
Maar de koningin van de verdoken vuile praat is en blijft Lauren Bacall. In het bijzonder in The Big Sleep (1946), waarin ze tegenover Humphrey Bogart met een grijns op haar gezicht het gespreksonderwerp op paarden brengt. ‘Speaking of horses, I like to play them myself. But I like to see them workout a little first, see if they’re front runners or come from behind. I’d say you don’t like to be rated. You like to get out in front, open up a little lead, take a little breather in the backstretch, and then come home free.’ Bogart antwoordt: ‘How far can you can go?’ Zij: ‘A lot depends on who’s in the saddle.’
Dat daar, beste kleinkinderen, was dus dirty talk in bompa’s tijd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier