‘The Hateful Eight’ van Quentin Tarantino: Overdaad schaadt

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Quentin Tarantino gooit een mysteriethriller en een kamerwestern door de bloederige blender in The Hateful Eight.

The Hateful Eight

Quentin Tarantino met Samuel L. Jackson, Kurt Russell, Bruce Dern, Jennifer Jason Leigh, Walton Goggins, Tim Roth, Michael Madsen, Demian Bichir

Overdaad schaadt. Het is een motto dat ten huize Quentin Tarantino nog steeds niet hoog staat aangeschreven. Want net als in Inglourious Basterds (2009) – zijn excessieve wraakfantasie over de Tweede Wereldoorlog – en Django Unchained (2012) – zijn excessieve wraakfantasie over de slavernij – zet hij ook in zijn achtste langspeler de post­moderne-pastichemeter op elf. En dat met zoveel cinefiele goesting, jongensachtig enthousiasme en verbaal venijn dat hij, in tegenstelling tot wie de bijna drie uur durende rit moet uitzitten, de tijd volledig uit het oog verliest.

Dit keer keert Tarantino terug naar het Wyoming van kort na de Amerikaanse Burgerloog. Hoewel de cowboyhoeden en poncho’s, de dreigende muziek van Ennio Morricone en het ultrabrede Ultra Panavision 70-beeld­formaat een weidse western in de traditie van Sergio Leone, Sergio Corbucci of Anthony Mann doen vermoeden, speelt bijna alles zich in gesloten ruimtes af, en worden er tot aan de onvermijdelijke (hyper)gewelddadige climax meer tirades dan kogels afgevuurd.

Plaats van afspraak, en uiteindelijk ook van wraak, is Minnie’s Haberdashery, een saloon waar enkele ongure types – onder wie een zwarte (Samuel L. Jackson) en een blanke premiejager (Kurt Russell), diens buit (Jennifer Jason Leigh), een ex-generaal (Bruce Dern) en een Brits heertje (Tim Roth) – schuilen voor een sneeuwstorm. Wat het bonte gezelschap bindt en hen uiteindelijk naar het leven doet staan, geeft Tarantino slechts beetje bij beetje en breed grijzend prijs. Alsof je naar een tot epische proporties opgepompte, met raciale suspense, groteske humor en uiteindelijk ook de nodige gore overgoten episode van Miss Marple in cowboyplunje zit te kijken.

Net als Reservoir Dogs, de noir­pastiche waarmee Tarantino begin jaren negentig zijn blitzkrieg op de popcultuur inzette, is The Hateful Eight een grotendeels op dialogen drijvende whodunit, bevolkt door vreemden die elk wel iets voor elkaar te verbergen hebben. En net als in Inglourious Basterds en Django Unchained behandelt QT de geschiedenis eerder als een speeltuin dan als een onderzoeks­terrein, hoewel hij vet knipogend thema’s als de racistische en geweld­dadige roots van de VS aankaart.

Iets nieuws of fundamenteels heeft The Hateful Eight niet te zeggen, wat op zich natuurlijk niet hoeft. Alleen heeft Tarantino in het verleden op stukken bondigere, bevlogenere en betere manieren niets nieuws of fundamenteels gezegd.

Dat betekent niet dat dit barokke cowboymysterie geen merites heeft. De proloog, die zich afspeelt in en rond een koets met Russell, Jackson en Jason Leigh als praatgrage passagiers, zet meteen een heerlijk naargeestige toon en cameraman Robert Richardson toont hoe je zelfs in 70 millimeter claustrofobische ruimtes kunt verkennen.

Bovendien spuwt de cast – een mix van habitués, nieuwkomers en misfits – QT’s typische rateldialogen met zoveel goesting en branie uit dat het lijkt alsof ze in een rap battle in het Wilde Westen verwikkeld zijn. Des te jammer dus dat Tarantino van geen ophouden weet en zijn ontegensprekelijke talent niet beter weet in te tomen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content