Christopher Nolan doet de kijker – én zichzelf – naar adem happen met het epische slotstuk van zijn Batman-trilogie.
The Dark Knight Rises **
Christopher Nolan
met Christian Bale, Tom Hardy, Anne Hathaway, Joseph Gordon-Levitt, Marion Cotillard
Precies een halve eeuw geleden heetten de blockbusters niet The Avengers, Ice Age 4 of The Amazing Spider-Man maar wel Lawrence of Arabia, The Man who Shot Liberty Vallance en El Cid. Dit om maar te zeggen dat Hollywood er qua ambitie en metier, ondanks alle technologische innovaties, niet noodzakelijk op vooruit is gegaan. Geen wonder dus dat iemand als Christopher Nolan tegenwoordig haast als een heiland wordt aanbeden, want de Amerikaanse Brit mag dan wel peperdure popcornfilms fabriceren: ze getuigen tenminste van intelligentie en cinematografisch vernuft.
Dat is opnieuw het geval met The Dark Knight Rises, het slotstuk van zijn Batmantrilogie waar fanboys zo reikhalzend naar uitkeken dat ze op voorhand al adem en hyperbolen te kort kwamen. Daarin keert de gevlederde wreker – oftewel Bruce Wayne zonder cape – terug uit retraite om Gotham City nog maar eens van een megalomane schurk te redden. Alleen blijkt die dit keer niet The Joker maar Bane te heten; een gemaskerde kolos die met zijn partners in geo-crime een terreuraanslag en revolte in de zin heeft die de jihadi’s van Al-Qaeda tot schlemielige kapoenen reduceert.
Aan gespierd spektakel, knipogen naar 9/11, de crisis op Wall Street, nucleaire catastrofes en The Patriot Act, plus een scheut apocalyptische doem ontbreekt het Nolans Batman-apotheose dan ook allerminst. Het probleem is alleen dat hij in grote lijnen hetzelfde parcours aflegt als in zijn hypersuccesvolle voorganger The Dark Knight. Maar dan met een minder memorabele nemesis, nog méér hightech, explosies, personages en dei ex machina die af en toe de emotionele doorbloeding stremmen.
Honderdzestig minuten na de geweldige beginscène waarin een vliegtuig in de lucht wordt gekaapt – eat that, 007! – bekruipt je dan ook een paradoxaal gevoel. Hoe complex de intriges ook in elkaar steken, hoe serieus de subtekst ook is en hoe episch en robuust de production design en set pieces ook ogen; tegelijk heeft het iets leeg, geforceerd en cartoonesk, alsof Nolan zich te zeer bewust was van het feit dat hij, na The Dark Knight en Inception, met niets minder dan de Moeder aller zomerblockbusters voor de dag moest komen.
‘Overkill’ heet zoiets, al blijft Nolan sowieso het goudhaantje van de postmoderne spektakelcinema en diens Batman-saga een huzarenstuk dat alle andere spandexavonturen tot prefableut degradeert.
Dave Mestdach
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier