Recensie ‘Black Messiah’ van d’Angelo: Gevallen engel die sterren van de hemel zingt

De gevallen engel d'Angelo is terug. © gf

Wie wil er nu dat zijn plaat wordt afgemeten aan een aanloop van vijftien jaar? Vergeet de voorgeschiedenis, Black Messiah is geschiedenis en heden in twaalf songs, pas uit de oven. De voodoo van d’Angelo is niet uitgewerkt.

d’Angelo and The Vanguard

Black Messiah

r&b / funk – Sony

Een Beyoncéke doen, heet dat, sinds mevrouw Knowles-Carter eind vorig jaar, op 13 december 2013, zonder enige fanfare haar nieuwe album op iTunes dropte. Dat d’Angelo zijn vijftien jaar durende sabbatical zou beëindigen met een dergelijke stunt stond in de sterren geschreven – en in Knack Focus, begin dit jaar: ‘Nu nog uit de bak en/of de afkickkliniek blijven, en dan à la Beyoncé de wereld op snelheid pakken.’ En plots, sinds 15 december, is ze er dan: de derde d’Angelo-plaat, die bijna even vaak werd aangekondigd als de Apocalyps.

Oorspronkelijk was het de bedoeling dat Black Messiah in 2015 zijn dag des oordeels zou beleven. De release raakte, op aansturen van d’Angelo, in een stroomversnelling nadat een grand jury had besloten killer cop Darren Wilson niet te berechten voor het fataal neerkogelen van de zwarte tiener Michael Brown. Is Black Messiah dan een politiek album? Een call to arms? Hangt ervan af hoe je ernaar luistert.

In de tere, jazzy soulballade Till It’s Done (Tutu) staat de klimaatproblematiek centraal (‘Carbon polution is heating up the air / Do we really know? Do we really care?’), en in het bedrukte The Charade zingt d’Angelo met zichzelf in koor over vernedering en vooroordelen (‘All we wanted was a chance to talk / Instead we only got outlined in chalk’). Bezwaarlijk oorlogstaal te noemen. Het grootste politieke statement van Black Messiah zit in de muziek, in de identiteit van d’Angelo als zwarte muzikant. Niet langer lustobject, maar een gevallen, afgekickte engel die de sterren van de hemel zingt, die zich omringt met de strafste muzikanten (onder wie Questlove van The Roots), op een plaat die een krans legt aan de geschiedenis van de soul, blues en funk.

Spaanse gitaar en violen in Really Love, grommende gitaarriffs in It Ain’t Easy, die kenmerkende pianoprikjes in Sugah Daddy, zelfs een slidegitaar in The Door – vintage d’Angelo, en toch zit groei in elke noot. Sly Stone is een wrak, Curtis Mayfield en Marvin Gaye zijn dood, maar d’Angelo houdt ze levend. Want een zwarte messias moet er zijn. ‘En Prince?’ hoor ik daar op de achterste rij. Prince is verslagen op zijn eigen terrein, punt uit.

‘So if you’re wondering about the shape I’m in / I hope it ain’t my abdomen that you’re referring to’, luidt het niet zonder enige zelfspot tijdens Back to the Future (Part I). Wie maalt er om afgetrainde buikspieren met een sterke plaat als deze?

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content