Op ‘Old Ideas’ presenteert Leonard Cohen tien parels van het allerhoogste karaat.
Leonard Cohen ***
Old Ideas
Jazz/folk
Sony
‘I’m old,’ zingt Leonard Cohen op zijn nieuwe plaat, ‘and the mirrors don’t lie’. Nu is de Godfather of Gloom inderdaad oud genoeg om alle twaalf de apostelen en hun moeders, grootmoeders en overgrootmoeders nog persoonlijk te hebben gekend, maar over zijn spiegelbeeld hoeft Leonard Cohen zich vooralsnog geen zorgen te maken.
Lome Lenny ziet er op zijn 77e nog uiterst patent uit: de haren misschien iets grijzer en de ogen nog wat droever, maar diep vanbinnen nog steeds every inch a ladies’ man. En wie ons van gerontofiele neigingen zou verdenken: zelfs Tom Barman – volgens de vrouwen in onze vriendenkring zelf toch ook ‘giene kattenpis’ – liet in dit blad ooit optekenen dat hij wil eindigen als Leonard Cohen, ‘maar dan zonder de schulden’.
Over die schulden, de erfenis van een malafide manager, hebben we het graag een andere keer. Heden ligt immers Old Ideas ter tafel, zijn eerste studioplaat sinds Dear Heather uit 2004 en nog maar zijn twaalfde in totaal. Yep, voor iemand die de honderdjarige oorlog nog uit eerste hand kan navertellen heeft Leonard Cohen ontstellend weinig platen gemaakt. Dat maakt ze des te kostbaarder, ook al zijn ze strikt genomen vaak onderling inwisselbaar.
Met een titel als Old Ideas wordt daar deze keer ook geen geheim van gemaakt. Cohens twaalfde ligt in de lijn van zijn tiende en zijn elfde: jazzy folksongs dus, met links een likje banjo en rechts een streepje viool. De hoofdrollen zijn toch vooral weggelegd voor het lijzige parlando van monsieur Cohen en de zalvende backings van vaste waarden Sharon Robinson, die op Ten New Songs nog mee op de hoes mocht, en Anjani Thomas, die volgens hardnekkige geruchten een tijdlang zijn bijslaap is geweest. Zijn twaalfde is vooral beter dan zijn tiende en zijn elfde, want de hoogpolige keyboardtapijtjes die Ten New Songs en Dear Heather bij momenten wel érg wollig maakten, zijn voor deze gelegenheid keurig getrimd.
U wil hoogtepunten? Amen dan, een slepende ballad waarin de weemoedige trompet in het middenstuk de tranen in uw ogen zal doen springen. Zeker ook Anyhow, een spoken word à la Gainsbarre. En Going Home, waarin Cohen zichzelf omschrijft als een ‘lazy bastard living in a suit’. Maar misschien wel vooral het très waitsiaanse Show Me The Place – luister nog eens naar Picture In A Frame op Mule Variations en u weet wat we bedoelen.
De teksten balanceren weer gracieus op de slappe koord tussen verheven contemplatie en banale huis-tuin-en-keukenfilosofie. En voor iemand die het Paleozoïcum nog heeft meegemaakt, blijven zijn verzen verbazingwekkend fris aandoen, ook al debiteert hij ze met die peilloos diepe grafstem van hem – als zijn bariton nog iets dieper zakt, dreigen er prostaatproblemen.
Vincent Byloo
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier