Florence And The Machine – ‘Ceremonials’

Met haar tweede plaat ‘Ceremonials’ heeft Florence Welch haar stemmen gevonden. Meervoud, ja, want voor deze rosse furie geldt ‘more is more’ als nooit tevoren.

FLORENCE + THE MACHINE

Ceremonials

Pop

Island

‘I like to keep some things to myself.’ Een zinnetje dat we al vroeg op Ceremonials oprapen, in de tumultueuze single Shake It Out. Uitgesloten dat Florence het over zichzelf heeft. Want eenmaal in de buurt van een studiomicrofoon scheurt ze, als in bezit genomen door een spooksel dat hoogoplopend drama eist, prompt hele pagina’s uit haar dagboek. En vooral: zet ze die klep van haar open en daveren vogels van hun takken.

Als Florence zingt, is ze met velen. Met overdubs creëert ze de illusie van niet één, maar een hele schare sirenen. Luid, beierend en scharrelend met bombast: zo en alleen zó stuurt de zangeres haar beslommeringen de wereld in, bij voorkeur bij volle maan. Er huilen vast wolven, maar niemand die ze horen kan.

Het is snel gegaan voor Florence Welch, 25, uit Londen. Eén plaat, debuut Lungs (2009), volstond voor een Brit Award, een opgemerkte passage op de MTV Video Music Awards, wereldtournees en fans die bijvoorbeeld Beyoncé heten. Het zal weinig verbazing wekken dat de indrukken die dat heeft achtergelaten zich al kolkend een weg naar Ceremonials hebben gebaand.

Hier neemt determinatie de bovenhand (‘The only solution was to stand and fight’), daar het besef gedetermineerd te zijn (‘You can never choose what stays and what fades away’). Heimwee is het dan weer die Heartlines overspoelt (‘Your heart is the only place that I call home’). En dat allemaal op de tonen van barokke, met harpen en donderdrums opgetuigde, rond hoge toppen cirkelende pop.

What The Water Gave Me doet het met een kinderkoor, en dat mag: het is dé vijfenhalve minuut op deze plaat waarvoor je alles laat vallen. Breaking Down klinkt als Arcade Fire opgerold in stroperige strijkers. In Lover To Lover klopt een discohart, en dus ook een beetje soul. Een verademing, ook al neemt Florence, net zoals op héél Ceremonials, vocaal zelden gas terug. Dat wil gaandeweg al eens pijn aan de oren veroorzaken. Never Let Me Go komt in de buurt van Enya die haar knie aan de tafelpoot stoot. Dat doet geen deugd, maar je hoeft ook niet te overdrijven.

Nu ja: vergeet Zola Jesus en alle andere hedendaagse jongedames met eenzelfde Siouxsie- en Kate Bushfixatie. Ceremonials bewijst dat er maar één Florence + The Machine is. Gelukkig maar.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content