‘Money Monster’ met George Clooney als gladde beursgoeroe: Deels hold-upthriller, deels mediasatire
Jodie Foster gijzelt Wall Street in de satirische thriller Money Monster, maar mist de ballen van Gordon Gekko.
Jodie Foster – die als actrice twee Oscars binnenhaalde – serveerde als regisseur eerder de slappe kost Little Man Tate (1991), Home for the Holidays (1995) en The Beaver (2011). Haar vierde langspeler is niet de eerste mainstream Hollywoodproductie die corporate America en zijn greed is good-motto onder vuur neemt, en het is ook niet de beste of de slechtste.
In Money Monster mag George Clooney de gladde beursgoeroe Lee Gates incarneren. Die presenteert een even populair als populistisch geldprogramma, maar wordt tijdens een live-uitzending plots overmeesterd door ene Kyle Budwell, een workingclassknul (coming man Jack O’Connell uit Starred Up en Unbroken) die zopas al zijn spaarcenten heeft verspeeld na een niet zo gouden tip van Lee.
Zal de berooide schlemiel de gehaaide geldwolf live opblazen, met miljoenen kijkers als sensatiegeile getuigen? Of neemt de gijzelingsactie een andere, meer verrassende wending? Foster laat het je vrijwel in real time ontdekken, en lardeert Kyles tot mislukken gedoemde wraakmissie met de nodige sitcom en bombastische mediasatire, waardoor Money Monster met zichtbaar genoegen in de slipstream van zowel Mad City (Costa-Gavras, 1997) als The Big Short (Adam McKay, 2015) sluipt.
Het resultaat is een best onderhoudende genremix – deels hold-upthriller, deels mediasatire. Tenminste: tot Foster in de slotact de tv-studio verlaat en Wall Street optrekt, en de film zijn evidente preek – greed is not good – té serieus begint te nemen, zonder evenwel over het nodige intellectuele kapitaal te beschikken om die ambities te kunnen schragen. Ondertussen mogen Julia Roberts en Dominic West de show oppeppen als respectievelijk Lees loyale maar al even gehaaide producente en de corrupte ceo die verantwoordelijk blijkt voor de miljoenenbubble waarvan Kyle het slachtoffer werd.
Jammer genoeg is Foster nog altijd geen Oliver Stone of Martin Scorsese. Zij hadden het explosieve materiaal ongetwijfeld meer visuele schwung en gravitas gegeven, de punches harder en cynischer doen aankomen en dus meer geld voor hun keiharde dollars geleverd.
In de eindafrekening – waar ook in Hollywood alles om draait – is Money Monster meer een met humor en suspense geparfumeerd sprookje waarin John Doe even in de waan gelaten wordt dat hij de financiële powers that be ter verantwoording kan roepen dan een welgemikte uppercut in de chronisch gezwollen ballen van ’that malfunctioning corporation called the USA’, om de onvergetelijke Gordon Gekko te citeren. U weet wel: die bretellendragende, cokesnuivende en immer hongerige geldhaai uit Oliver Stones beursklassieker Wall Street (1987).
Of hoe je links Tinseltown, in navolging van Pink Floyd, grijnzend en enigszins vanuit de hoogte hoort zingen: ‘Money, it’s a gas. Grab that cash with both hands and make a stash.’
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier