Michael Van Ostade wint wildcard op Kortfilmfestival in Leuven
Knack Focus sprak met Michael Van Ostade, die binnen de categorie fictie een Wildcard won met zijn kortfilm Nigredo, die het verhaal vertelt van een moeder die het verlies van haar zoon probeert te verwerken.
Het Internationaal Kortfilmfestival Leuven is aan zijn 18e editie toe. Op nog geen twintig jaar groeide het IKL uit tot een van de meest gerenommeerde kortfilmfestivals van België, en bij uitbreiding van Europa.
Op zaterdag 8 december worden de Wildcards van het Vlaams Audiovisueel Fonds uitgereikt, de meest prestigieuze prijzen van het festival. De winnaars gaan lopen met een cheque van maar liefst 60.000 euro. Al vindt de officiële uitreiking pas plaats op 8 december, toch zijn de laureaten nu al bekend. Wij spraken met Michael Van Ostade, die binnen de categorie fictie een Wildcard won met zijn kortfilm Nigredo, die het verhaal vertelt van een moeder die het verlies van haar zoon probeert te verwerken.
Proficiat met je Wildcard. Had je die zien aankomen?
In de verste verte niet… Nigredo is het eindproject van mijn bacheloropleiding aan mijn masterproef moet ik nog beginnen en de film noch ikzelf hebben op andere festivals eerder al erkenning gekregen, laat staan prijzen gewonnen. Ik ben eigenlijk nog maar een beginner in de filmwereld. Emilie Verhamme, die de tweede Wildcard in de categorie fictie won, zit in hetzelfde jaar als ik. Gek dat twee jonge studenten met zo’n prijzen mogen gaan lopen.
Hoe kom je erbij het verhaal te vertellen van een rouwende moeder?
Een rouwproces is op zich iets heel universeels. Je job, een vriend of je kind verliezen, is in essentie identiek. Iedereen moet elke keer door die typische 6 stappen. Shock, ontkenning, woede… Ik wilde met Nigredo enkel focussen op de stap van de ‘ontkenning’. Ik vind het interessant hoe mensen tijdens die fase voortdurend in herhaling vallen en hardnekkig tegen muren blijven lopen, totdat hun leven helemaal vastslibt.
In Lars Von Triers Antichrist krijgen we ook een portret te zien van een moeder die rouwt om haar zoon. Cinematografisch herken je in Nigredo Von Triers suggestieve, uitgerokken zwart-witbeelden die de eigenlijke sterfscène verbeelden. Is Von Trier een invloed geweest voor deze film?
Ik denk dat Von Trier en ik globaal een geheel andere stijl hebben. Von Triers Antichrist bevat nog heel wat elementen van de Dogme 95-beweging; dan denk ik vooral aan die shaky handheld camera’s. We delen inderdaad wel die suggestieve zwart-witbeelden in slow-motion.
Ik kon toevallig de hand leggen op zo’n dure high speed camera waarmee je beelden extreem kunt vertragen. Ik wilde met behulp van die camera iets bevreemdends maken van de sterfscène, dat leek me interessanter dan er een realistische scène van te maken. Ik registreer in de film enkel de reacties van omstaanders en laat de vraag ‘hoe de zoon gestorven is’ open, wat van de beelden semi-droombeelden maakt die van de moeder zouden kunnen zijn.
Ik ben die shaky camera’s in studentenfilms kotsbeu. (lacht) Ik verkies te werken met grote beelden: amorfe en luide shots, waarin je de ruimte voelt meeleven met het personage. Het huis kun je bijvoorbeeld zien als een gigantische ijskast, waarbinnen alles ‘vastgevroren’ is: een moeder in de ontkenningsfase, muren vol stillevens… Het hele huis staat on hold. Buiten is dan de oven, de plek waar alles broeit, verschroeit en waar voortdurend de confrontatie wordt aangegaan: het contact met de buren, de storm die komt opzetten…
Een storm die me erg doet denken aan de Mulisch’ Het zwarte licht. Net zoals in je film komen de mensen in Het zwarte licht op straat om te kijken naar wat het einde van de wereld lijkt te zijn. De roman ooit gelezen?
Nu ja, in het middelbaar… (lacht) Ik heb het boek wel niet bewust verwerkt in de film, maar onbewust zullen er sowieso dingen zijn blijven hangen. De apocalypsgedachte die in dat boek heerst, is een thema dat zelden wordt aangekaart in studentenfilms; vaak wegens productionele redenen. Mensenmassa’s, wolken die van kleur veranderen… Zaken die niet erg populair zijn, al komt daar intussen verandering in.
Toch zijn apocalyptische thema’s onderwerpen die mij enorm fascineren. Er is zo ook altijd een hoek af van de werelden waarin mijn films zich afspelen. Ik ben dan ook helemaal geen student van realistische regisseurs zoals een Dardenne, of voor dat geld van Von Trier. (lacht)
In de film bestudeert de moeder een oud videospelletje van haar dode zoon, een nineties-Sega-game genaamd Earthworm Jim. Qua zwarte humor kan dat tellen. Moet je met de dood kunnen lachen om ze te verwerken?
Dat is het fascinerende aan de dood. In al mijn vorige films zit de dood wel op een of andere manier verwerkt, en hoe ik het ook probeer aan te pakken, mensen lijken er altijd om te moeten lachen. Je kunt de gruwelijkste dingen tonen als het op ‘de dood’ aankomt, maar mensen zoeken altijd naar een excuus om die beelden te relativeren. ‘Een hallucinatie van een jongen zonder hoofd die het huis van de moeder binnendringt? Dat zal wel om te lachen zijn. Er blijkt dus toch iets van aan te zijn.
Je tweede passie is muziek: je speelde ooit nog bij Rock Rally winnaars School Is Cool, en schreef nu zelf een soundtrack bij je film. Hoe voelt het om muziek te componeren voor je eigen film?
Ik schrijf steeds zelf mijn soundtracks, dat doe ik om tegenslagen te vermijden. Bij filmstudenten is muziek zoiets waar altijd maar twee weken op het voorhand aan wordt gedacht. Bijgevolg is ze dan ook zelden denderend. Ik begin altijd vroeg aan mijn soundtracks om er zeker van te zijn dat ze goed klinken. Ik ben een moeilijk mens als het op muziek aankomt: alles moet voor de volle honderd procent goed zitten. Mocht er uiteindelijk toch iets niet helemaal snor zitten, dan wil ik enkel kwaad kunnen zijn op mezelf. Voor mijn volgende film werk ik wel samen met School Is Cool.
60.000 euro, die krijg je zaterdag overhandigd. Wat zijn je plannen?
Goh ja, nu zit ik daar natuurlijk nog steeds met mijn masterfilm… (lacht) Eerst komt die er, daarna smijt ik me helemaal op de volgende, die dan een pak ambitieuzer wordt. Ik kan al niet wachten.
Ruben Lefever
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier