‘Maryland’ met Matthias Schoenaerts: De beuk erin

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Flanders’ finest Matthias Schoenaerts gaat de spoken in zijn hoofd – én gewapende inbrekers – te lijf in Alice Winocours suspensedrama Maryland.

Maryland

Alice Winocour met Matthias Schoenaerts, Diane Kruger, Paul Hamy

‘Ik had dood of verlamd kunnen zijn. Ik heb een grens overschreden die ik liever nooit meer overschrijd’, zo bekende Matthias Schoenaerts enkele maanden geleden al in Knack Focus over zijn rol in Maryland, een uitgebeende thriller waarvoor Flanders’ finest zich twee maanden lang op een dieet van twee uur slaap per dag zette. Daardoor kreeg hij last van angstaanvallen en belandde hij een paar keer op de afdeling intensive care.

In dit door Frans talent Alice Winocour geregisseerde suspensedrama zet Schoenaerts, met de ingetogen intensiteit die we sinds Rundskop (2011) van hem gewend zijn, de ex-soldaat Vincent neer. Die werkt tegenwoordig in de bewakingsbranche, maar kampt sinds zijn tour of duty in Afghanistan met posttraumatische stress. Dat laatste maakt zijn job als bodyguard er niet makkelijker op wanneer hij zich over de pronkechtgenote (Diane Kruger) en het zoontje van een steenrijke Libanese zakenman moet ontfermen, en al helemaal niet wanneer het gezelschap in zijn ommuurde luxevilla – Maryland genaamd – door gewapende inbrekers wordt belaagd.

'Maryland' met Matthias Schoenaerts: De beuk erin
© gf

Het innerlijk getormenteerde en uiterlijk fors gespierde personage van Schoenaerts doet denken aan een hedendaagse, Europese Travis Bickle die duidelijk lang in de gym heeft gezeten, maar Winocour stroopt de dramatische archetypes (de benevolente working class-bonk en de rijke, blonde damsel in distress), de locatie (een door camera’s bezet landgoed als schuiloord én gevangenis) én het verhaal bewust tot de naakte essentie. Daardoor krijgt deze wat onaffe en stuurse, maar compact vertelde, sfeervolle en goed vertolkte psychologische thriller iets repetitiefs, claustrofobisch en metaforisch tegelijk. Alsof de spoken van Sam Peckinpahs Straw Dogs (1971), David Finchers Panic Room (2002) en eender welke home invasion-film overal om het hoekje loeren. En alsof het onvermijdelijke geweld zowel loutering als destructie belooft.

Dat Schoenaerts, na zijn meer romantische kant te hebben verkend in Suite française, Far from the Madding Crowd en The King’s Gardens, opnieuw in Rundskop-modus schakelt en net als in Jacques Audiards De rouille et d’os (de film die hem deze slopende klus opleverde) een gekwetste macho speelt die niet aan het impulsieve beest in zichzelf kan ontsnappen, is geen kritiek maar een compliment.

Want één: zoals zijn personage Vincent zijn oorlogsverleden niet van zich kan afschudden, zo kan ook Schoenaerts nu eenmaal niet aan zijn persona en zijn fysieke présence ontsnappen. En twee: er zijn maar weinig acteurs van zijn generatie die in de tough guy-traditie van Robert Mitchum, Steve McQueen en co. zo veel dreiging en tristesse, viriliteit en fragiliteit kunnen uitstralen als Matti. Wel voldoende slapen, de volgende keer.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content