Kuifje: van stop-motion poppenanimatie tot motion capture 3D

De avonturen van Kuifje verfilmen is steeds een uitdaging geweest, waarvoor slechts weinig regisseurs zich geroepen voelden. De eerste filmadaptatie dateert van 1947.

De avonturen van Kuifje verfilmen is steeds een uitdaging geweest, waarvoor slechts weinig regisseurs zich geroepen voelden. De eerste filmadaptatie dateert van 1947, waarin de Belgische regisseuse Claude Misonne in een 59 minuten durende stop-motion poppenanimatie “De krab met de gulden scharen” in beeld brengt. Films, animaties en tekenfilms volgden elkaar op het witte doek op met wisselend succes. In de prent van Steven Spielberg, icoon uit Hollywood, kunnen cinefielen en zogenaamde tintinologen hun held zien zoals ze zich hem zelf voorstellen.

Eind de jaren veertig wilde Hergé zijn stripheld naar het witte doek brengen. Hij schreef zelfs Walt Disney aan waarin hij zijn plannen uit de doeken deed. De poppenanimatie van Claude Misonne in 1947 werd ondanks een grootschalige reclamecampagne van het stripblad Tintin/Kuifje slechts door 2.500 toeschouwers in Brussel gezien. Dat was eerder omdat de toenmalige producer de auteursrechten niet had betaald aan de uitgever, waardoor het gerecht de filmkopie in beslag nam. Pas begin 2000 werd de prent af en toe nog wel eens vertoond door het Koninklijk Belgisch Filmarchief Cinematek in Brussel, dat over een copie beschikt.

In de jaren vijftig richt Raymond Leblanc, initiatiefnemer van het stripblad Kuifje/Tintin, de animatiestudio’s Belvision op. De studio maakt een tekenfilmversie van “De scepter van Ottokar” (1957), die wordt uitgezonden door de enige Franse televiezender van die tijd. Van 1959 tot 1963 maakt Belvision de tekenfilmserie “Hergé’s avonturen van Kuifje”, in 50 afleveringen. Later werden die tot acht afleveringen samengevoegd. Het was echter maar een houterige bedoening en week al eens af van de originele verhalen. Belvision richt zich dan op twee andere animatieprojecten: “Kuifje en de Zonnetempel” (1969) en “Kuifje en het Haaienmeer” (1972).

Eerder in 1961 komt “Kuifje en het geheim van het Gulden Vlies” op het witte doek, de eerste film met echte acteurs. De jonge Belg Jean-Pierre Talbot, 17 jaar toen, vertolkt Kuifje getrouw aan zijn papieren evenbeeld. Hij speelt drie jaar later in “Kuifje en de blauwe sinaasappels”, de tweede in deze reeks films buitenom de albums van Hergé. Beide films kenden een zeker succes in Frankrijk en België, maar waren niet echt hoogvliegers.

Sinds de jaren zeventig bleef Kuifje twintig jaar weg van het grote scherm. Begin de jaren negentig kregen “De avonturen van Kuifje” een nieuwe tekenfilmversie. Achter dat project stond Nelvana, een Frans-Canadese productie. Ze maken in totaal 39 afleveringen over drie seizoenen. Het is de tweede en best bekende adaptatie van alle albums, met uitzondering van “Kuifje in het land van de Sovjets”, “Kuifje in Afrika” en het onafgewerkte “Kuifje en de Alfa-kunst”.

Spielberg ontdekte Kuifje in 1981, toen zijn Indiana Jones-film “Raiders of the lost Ark” uitkwam. Hij las een bespreking van zijn film in een Frans tijdschrift, waarbij de vergelijking werd gemaakt met Kuifje. Spielberg, die nog nooit van de stripheld had gehoord, kocht een album. “Vanaf het eerste moment wist ik dat Kuifje en ik voorbestemd waren om ooit samen te werken”. In 1983 kwam hij in contact met Hergé. Die leek enthousiast om met Spielberg samen te werken. Vooraleer het tot een ontmoeting tussen beiden kwam, overleed Hergé.

Het was uiteindelijk zijn weduwe Fanny die Spielberg de rechten gaf voor een verfilming van de avonturen van de jonge reporter. De verfilming zelf liet dertig jaar op zich wachten. Volgens Spielberg omdat hij geen klassieke film, maar ook geen tekenfilmversie wilde. De maker van “E.T” diende te wachten tot de komst van ‘motion capture 3D’, een techniek waarbij de bewegingen van echte acteurs worden omgezet naar digitale personages. De techniek werd onder meer gebruikt in “Avatar”.

De film van Spielberg en producer Peter Jackson (“Lord of the Rings”) is een knappe bewerking van drie avonturen van Kuifje (“De krab met de gulden scharen”, “Het geheim van de Eenhoorn” en “De schat van Scharlaken Rackham”) en is uiteindelijk een waar eerbetoon aan Hergé geworden.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content