In ‘Natural Light’ zoomt Dénes Nagy in op het midden van WOII en de bijhorende afstomping
Film - Natural Light
Regisseur - Dénes Nagy
Cast - Ferenc Szabó, László Bajkó, Tamás Garbacz
Dénes Nagy’s WO II-drama Natural Light is een aardse, benauwende trip over de banaliteit van het kwaad.
Of het nu gaat om Paths of Glory, Apocalypse Now, Gallipoli, Platoon of Saving Private Ryan, als oorlogsfilms de status van klassieker bereiken dan doen ze dat meestal door de kijker op een overrompelende manier mee de waanzin in te sleuren, maar laat dat nu net zijn wat de Hongaarse documentairemaker Dénes Nagy in zijn fascinerende fictiedebuut Natural Light weigert te doen. Er is géén dooraderde held wiens moraal gaandeweg bevlekt raakt, er zijn géén spectaculaire raids of spannende vluchtpogingen, en als er al een schot wordt gelost dan is dat een kurkdroge knal.
Wat er wel is, bij de vleet zelfs, is verveling, afstomping, gesmoorde pijn en verontrustend stoïcisme. Het is alsof Nagy het begin en het einde van zijn Wereldoorlog II-verhaal, naar de roman van zijn landgenoot Pál Závada, koppig negeert en claustrofobisch inzoomt op het slepende middenstuk. Vermoeide soldaten en mismeesterde dorpelingen lijken alle hoop op een goede afloop allang te hebben opgegeven, en er valt nauwelijks nog een streepje natuurlijk licht te bespeuren in de dichte bossen van het akelige boerengat waarin Nagy je dropt.
Vrolijk zul je van dit gitzwarte, of beter: modderkleurige Oostfrontdrama dan ook niet worden, om een understatement te bezigen. Maar benauwend, grimmig en bloedmooi gefilmd is het absoluut. De datum is 1943, de plek ergens in Oekraïne, waar de Hongaarse korporaal Semetka aan de zijde van de nazi’s naar partizanen speurt, al valt aan zijn gebeitelde gelaat te lezen dat hij zich schuldig voelt en hij liefst geen getuige was geweest van alle gruwel die zich voor zijn doffe ogen voltrekt. Boeren worden vernederd en behandeld als vee, schuren worden in de fik gestoken, en de angst hangt nog dikker in de lucht dan de mistbanken die rond de besneeuwde bomen cirkelen.
Dat Nagy goed naar Elem Klimovs Come and See heeft gekeken, maar ook naar Andrej Tarkovski’s De jeugd van Ivan en In the Fog van Sergei Loznitsa, is duidelijk. Alleen is zijn trip door de oorlogshel stukken afstandelijker, aangezien er niet echt een protagonist is voor wie je empathie voelt, of het zou Semetka moeten zijn. De shots schuiven traag, haast elegisch in elkaar over. Dialogen zijn spaarzaam en emoties nog meer. Het geluid van krakende boomstammen en schurende wind wordt slechts af en toe ingeruild voor diepe strijkers, en alles is in intens grauwe kleuren gedrenkt, met dank aan de dampende, bijna te mooie fotografie van cameraman Tamás Dobos.
Het is gestileerd, dramatisch tot op het bot ontbeend naturalisme dat als een emotioneel afgestompte klaagstoet voorbij trekt. Het is fysieke cinema die meer doet denken aan de aardse fabels van Bruno Dumont dan aan het Hollywoodheroïsme van Steven Spielberg. Allesbehalve een pleziertochtje dus, maar een film die beklemt, verstikt en blijft hangen, of je dat nu wilt of niet.
Natural Light Dénes Nagy met Ferenc Szabó, László Bajkó, Tamás Garbacz
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier