Is Andrea Arnolds ‘Cow’ ‘The handmaid’s tale’ met koeien? ‘Ik wil mensen dingen doen voelen, niks uitleggen’

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

Hoe het is om een melkkoe te zijn? Andrea Arnold laat het je zien, voelen en ruiken in Cow.

Beesten filmen is wat de Britse Andrea Arnold altijd al heeft gedaan, al namen die in het verleden doorgaans menselijke vormen aan. In de véritéfabel Fish Tank (2009) mocht een rebelse tienermeid proberen om zich het bevuilde familienest uit te dansen. In haar Emily Brontë-adaptie Wuthering Heights (2011) zag je Heathcliff en co. wroeten in de modderige Yorkshire Moors. En in haar roadmovie American Honey (2016) vormden jonge outcasts een kudde die dwars door Amerika stoof. Het waren allemaal intens aardse films met personages die hun dierlijke driften volgen en overleven te midden van de chaos, het vuil en het misbruik. In Cow, haar allereerste documentaire, filmt Arnold nu ook echte beesten. Een melkkoe genaamd Luma om precies te zijn.

Iemand vroeg: is dit The Handmaid’s Tale met koeien? Ik wil niks uitleggen. Ik wil mensen dingen doen voelen.

Vier jaar lang, met tussenpozen weliswaar, volgde ze Luma, van haar eerste bevalling van een kalfje tot aan haar hartverscheurend onsentimentele dood. Je krijgt haar levensverhaal te zien, zonder woorden en zonder inhibitie. Zelfs de boeren blijven buiten beeld. Het is een empathische onderdompeling in de wereld van een koe die onvermijdelijk vragen triggert over industriële landbouw, vlees- en zuivelconsumptie en de relatie tussen mens en dier.

Maar wat Cow in de eerste plaats is, is een cinematografische trip langs stinkende stallen, grasgroene weides en loeiende koeien. Het is een puur plastische pastorale met Luma als melk- en vleesfabriek op vier poten, maar ook als de speelse, stralende, recht in je ziel starende ster met dienst.

Voor Arnold moet het leven op de boerderij de voorbije jaren een welkome afwisseling zijn geweest. Zeker na wat haar overkwam met de HBO-serie Big Little Lies. Met Nicole Kidman en co. draaide ze in 2018 de zeven episodes van het tweede seizoen, maar hoewel haar artistieke controle beloofd was, werd ze in postproductie buitenspel gezet, waarop HBO (de inmiddels overleden) Jean-Marc Vallée, die ook al het eerste seizoen had ingeblikt, opnieuw inhuurde om de reeks af te werken.

Voor de trotse Arnold, die in Cannes nota bene al drie keer op het palmares stond, moet de hele zaak een vernedering zijn geweest. Commentaar heeft ze nooit willen geven, maar je kunt stellen dat Cow – haar verst van de industriële filmfabriek Hollywood verwijderde werk tot nu toe – voelt als een persoonlijke reactie op de grote kleine leugens waarmee ze werd geconfronteerd.

‘Het lijkt er alleszins op, niet?’ grijnst ze. ‘Het was het plan niet, maar verder van Hollywood kan ik, denk ik, niet raken.’

Wat was oorspronkelijk dan wel het plan?

Andrea Arnold: Het idee gaat al zeven jaar mee. Het is een diep persoonlijk project dat teruggaat tot mijn jeugd. Ik ben opgegroeid in een council estate, met daarrond zowel industrieterreinen, grindputten als weides en boerderijen. Half stedelijk, half landelijk. Ik had een heel jonge moeder en een heel jonge vader, die ik amper zag, dus was ik de hele tijd buiten. Ik zwierf heelder dagen rond in de omgeving, in tegenstelling tot veel kinderen nu, die amper nog buiten spelen. Ik ben heel dankbaar dat ik die vrijheid als kind heb gehad, dat ik ’s avonds vuil en hongerig mocht thuiskomen. Het heeft me de buiten leren waarderen. Ik vond er troost en zingeving. Toen ik later als adolescent het huis uit trok en naar Londen verhuisde, voelde ik me afgesloten van die vrijheid, van het beest dat wij mensen zijn. De meesten onder ons leven zonder enige band met de natuur. Men hokt in flats, zonder tuin, zonder connectie met de grond, met de buren, met alles wat ertoe doet. Telkens ik met de wagen of de trein ergens naartoe ga en velden passeer, welt dat gevoel van nostalgie, van onthechting in me op. Uit die plek is de film geboren.

Het is nochtans géén romantische, pastorale blik op de boerenbuiten.

Arnold: Het is een terugkeer naar dat pastorale plaatje, maar de film schetst – hoop ik – een eerlijk beeld, en dat is verre van romantisch. Het is een schilderij van John Constable, maar dan geënt op rauw realisme. De film toont waarom we ons niet altijd met de natuur verbonden willen voelen, waarom we liever geen vragen stellen over hoe vlees op ons bord komt. De film nodigt je uit om in dat schilderij te stappen, om de band met de natuur weer aan te halen en om dergelijke vragen te stellen, maar zonder je iets op te lepelen. Iemand vroeg: is dit The Handmaid’s Tale met koeien? Omdat het over een koe gaat die enkel voor reproductie dient en niets meer is dan een schakel in een productieketen. Zelf leg ik ook allerlei connecties, maar ik wil dat mensen hun eigen relatie met de film hebben. Ik wil niks uitleggen. Ik wil mensen dingen doen voelen.

Je zit Luma dicht op het vel, met los camerawerk en natuurlijk licht, zoals je ook je menselijke personages altijd dicht op de huid zat binnen hun natuurlijke habitat.

Arnold: Voor mij ligt Cow in het verlengde van mijn vorige films. Natuur en omgeving hebben altijd een hoofdrol gespeeld. Ze definiëren je. Als kind was ik al visueel ingesteld. Waakzaam ook, omdat mijn moeder zo onvoorspelbaar was. Ik zag scènes, poëzie. Meer misschien dan andere kinderen. Door de mensen in de film op de achtergrond te houden, haal je ze tegelijk naar voren. Het gaat over Luma, maar ook over de menselijke aspecten van haar leven. Je projecteert er je eigen ervaringen op. Misschien had ik de film zelfs ‘People’ moeten noemen. (lacht) Ik heb lang getobd over de titel. ‘The Cow’? ‘A Cow’? Zou ik haar een nummer geven? Dan wordt het automatisch iets mechanisch en industrieels. Moest ik de film Luma noemen? Dan humaniseerde ik haar en dat wilde ik ook niet.

Cow gaat over Luma, maar ook over de menselijke aspecten van het leven van die koe. Misschien had ik de film ‘People’ moeten noemen.

Hoe cast je een koe?

Arnold: Luma heeft een prachtig, expressief gezicht. Aanvankelijk volgden we een paar koeien, maar Luma sprong eruit, met haar witte kop en haar zwarte eyeliner. Als je naar boerderijen gaat, zie je gewoon een zee van koeien. Maar ik wist dat als je er één uit pikt en lang genoeg op haar focust dat ze op de duur sowieso persoonlijkheid zal kweken. Ik bedoel: mijn dochter had ooit een hamster en zelfs die had persoonlijkheid. (lacht) De enige vereiste was dat ze zwanger moest zijn omdat we de bevalling wilden filmen. We hoopten ook op een vrouwelijk kalfje zodat we het verhaal konden verderzetten. Wat me frappeerde, was hoe het hele leven van melkkoeien draait om moederschap. Ze worden zwanger gemaakt, ze bevallen, ze geven melk. Opnieuw en opnieuw en opnieuw. Natuur wordt business.

Waren de boeren meteen akkoord met het project, of vreesden ze een agenda tegen de agro-industrie?

Arnold: Ik heb geweldige mensen ontmoet die ongelofelijk hard werken. Soms gingen we specifieke dingen draaien, zoals een bezoek van de dierenarts. Soms filmden we Luma gewoon een dag lang, vanaf het krieken van de dag en de boeren waren altijd aan het werk. Ik zag ook hoe begaan ze waren met hun beesten, maar in het boerenleven is er nu eenmaal leven en dood en daar staan ze prozaïsch tegenover.

Omdat het nu eenmaal is wat ze doen?

Arnold: Precies. Ik wilde respect tonen voor beesten én boeren. Zonder dat het overhelt naar deze of gene kant. Om die reden hebben we voor een grote melkboerderij gekozen, maar géén intensieve. Ik wilde gewoon de waarheid tonen. Op het einde wordt de koe gedood met een pistool. Waarom dat onderwerp mijden? Luma’s dood is mooi, en snel. Het was een prachtige zomerdag en ze was grondig ziek. Het was het beste, humaanste wat ze met haar konden doen, want koeien die geen melk meer geven zijn overbodig en worden naar het slachthuis gebracht. Zo gaat het op de boerderij. Dood maakt het leven mooi, maakt ons nederig omdat het ons doet beseffen dat niks eeuwig is en we ook de kleine dingen nooit als vanzelfsprekend mogen beschouwen. Stel je voor dat er een pil zou bestaan die je het eeuwige leven schenkt? Niet dat ik uitkijk naar mijn dood, maar ik moet er in elk geval geen hebben. (lacht)

Een persoonlijke kwestie die de film mee smaak geeft, is de vraag: ben je vegetariër of eet je vlees?

Arnold: Ik heb lang getwijfeld of ik daarover zou praten, maar ik heb besloten om het niet te doen. Omdat ik niet wil dat het daarover gaat. Het is makkelijk om in discussies over vleesconsumptie en persoonlijke keuzes verstrikt te raken. Ik wil dat de film breder en dieper gaat.

Cow

Nu in de bioscoop.

Andrea Arnold

Geboren op 5 april 1961 in Dartford, waar ze in een sociale woonwijk opgroeit. Haar ouders scheiden vroeg, haar moeder is amper zestien wanneer ze geboren wordt.

Begint op haar achttiende als achtergronddanseres bij Top of the Pops en presentatrice van een kinderprogramma.

Gaat op haar dertigste studeren aan het American Film Institute in LA en begint haar eigen kortfilms te schrijven en te regisseren.

Wint in 2004 de Oscar voor beste kortfilm met Wasp.

Wint in Cannes drie keer de Prix du Jury, met Red Road (2006), Fish Tank (2009) en American Honey (2016).

Draait in 2018 het tweede seizoen van HBO-serie Big Little Lies, maar wordt in postproductie vervangen.

Allemaal beestig

Andere boerderijbeesten die al op het witte doek schitterden.

In Au Hazard Balthazar (1966), zijn radicaalste én meest hartverscheurende film, volgt Robert Bresson een ezel die achtereenvolgens dienstdoet als kerststaldecoratie, pretparkattractie, lastdier, smokkelwaar en bij uitbreiding mismeesterde getuige van de menselijke zoo. Het passieverhaal van een ezel volgens de Franse evangelist van de filmische ascese.

De Russische documentarist Victor Kossakovski drukt in Gunda (2020) zijn snuit en zijn expressieve zwart-witcamera in de stal van een zeug die tussen de kippen en koeien over haar biggetjes waakt, tot de wrede werkelijkheid de idylle doorprikt. Zonder woorden maar vol van poëzie. ‘Pure cinema om een bad in te nemen’, aldus The Master-regisseur Paul Thomas Anderson.

De grote Poolse filmveteraan Jerzy Skolimowski, bekend van klassiekers als Deep End (1970) en The Shout (1978), volgt de hoefsporen van een ezel die net als Bressons Balthazar door zijn verschillende baasjes wordt ge- en misbruikt. Een lyrisch gefilmde, van humanisme balkende calvarietocht door het ontwrichte, moderne Europa, dit jaar in Cannes met de Juryprijs bekroond en nu te zien in de zalen.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content