Hoe zou het nog zijn met John Travolta, 40 jaar na Grease? ‘Mezelf zijn verveelt me mateloos’
Een gesprek met de succesacteur, precies veertig jaar nadat hij zichzelf met een hopeloze devotie, een vetkuif en hitsige dansbewegingen de annalen van de popcultuur in danste met Grease. ‘Prince en ik stonden samen op de dansvloer en geen van ons beiden deed meer dan met één teen op de vloer tikken. Hoe triest is dat?’
24 jaar na de Gouden Palm voor Pulp Fiction, de film van Quentin Tarantino die voor een nieuwe hoogtepunt in zijn rollercoastercarrière zorgde, was John Travolta nog eens de man van het moment op het jongste festival van Cannes. Dat had hij, helaas voor hem, niet te danken aan de nieuwe film die hij er kwam promoten. In Gotti speelt hij John Gotti, de kleurrijkste en belangrijkste maffioso uit het New York van de jaren tachtig. Travolta kon Gotti’s authentieke juwelen, hemden en uurwerken gebruiken, maar dat volstond niet om de catastrofale score van nul procent op Rotten Tomatoes te vermijden.
Ik ben te oud om James Bond te spelen, maar op de slechterik staat geen leeftijd.
Gotti is dus niet de nieuwe The Godfather geworden, maar Travolta panikeert niet. Zijn carrière heeft altijd al pieken en dalen gekend. En het zijn de pieken die bijblijven. Cannes negeerde Gotti beleefd en fêteerde de 64-jarige Amerikaan met een masterclass en een strandvertoning van de rockmusical die hem veertig jaar geleden tot een bloedgeil en belachelijk cool jeugdidool bombardeerde: Grease. Hoeveel prachtrollen (Blow Out, Pulp Fiction, Face/Off) en hoeveel prullen (Look Who’s Talking Now, Battlefield Earth, Old Dogs) hij ook versierde sinds hij als Danny Zuko met elektrificerende heupbewegingen en stoere blikken Olivia Newton-John genas van haar seutigheid, hoeveel kilo’s, rimpels, Scientology-audits en trauma’s er op veertig jaar tijd ook zijn bijgekomen: als Travolta voor je zit, blijf je You’re the One That I Want en Hopelessly Devoted to You horen.
Grease is veertig jaar oud. Waar is de tijd, meneer Travolta, waar is de tijd?
John Travolta: Mijn moeder zei vaak: ‘Probeer de tijd nooit te versnellen, want voor je het goed en wel beseft, flitst het leven aan je voorbij.’ Ik hechtte op mijn twaalfde geen enkel geloof aan die woorden. Ik zei wel ‘ja-ja, mama’, maar wilde toch alles, hier en nu, onmiddellijk hebben. Het kon niet snel genoeg gaan. Maar uiteraard had mijn moeder gelijk. Want – boem! – hier zit ik nu over Grease te vertellen, veertig jaar na de feiten. Ik kan het amper geloven. Vooral de laatste tien jaar zijn énorm snel voorbijgevlogen. Hoort dat bij het ouder worden?
Vergeten hoort bij het ouder worden. Vermoedelijk ken je evergreens als You’re the One That I Want of Summer Nights nog steeds uit het hoofd, maar wat met een minder bekend Grease-nummer als We Go Together?
Travolta: Ik betwijfel of ik nog elke strofe van elk lied ken. De dansjes herinner ik me wel nog allemaal. Dansbewegingen zijn veel makkelijker te onthouden. Het lichaam heeft een beter geheugen dan het hoofd.
Grease heeft mijn leven veranderd. Kinderen van vijf spreken me vandaag nog altijd aan over die film. Het is alsof hij gisteren is gedraaid. Hij is geen sikkepit verouderd en bezorgt de kijker nog steeds een kamerbrede glimlach. Benicio del Toro vertelde me dat hij veertien keer naar Grease gekeken heeft toen hij twaalf was. Die film wakkerde bij hem de droom aan om later acteur te worden. Quentin Tarantino is ook fan.
Vandaar de beroemde scène in Pulp Fiction waarin je samen met Uma Thurman een danswedstrijd wint.
Travolta: Ja. Quentin wilde ons eigenlijk alleen maar zien twisten zoals de personages in Bande à part van Jean-Luc Godard (naar die film noemde QT zijn productiebedrijf A Band Apart, nvdr.). Ik vond dat wat magertjes en zei: ‘Quentin, de twist is fun, maar er valt zoveel meer plezier te rapen met andere dansen. Toen ik klein was, waren ook de Batman, de Hitchhiker en de Swim erg populair op de dansvloer.’ Zijn interesse was gewekt. Uiteindelijk begonnen Uma en ik met een twist, en deden we daarna die andere moves. Quentin filmde ons en vroeg ons om op een andere dans over te schakelen zodra hij zich verveelde. Het is uiteindelijk een collage geworden.
Kun je je op een dansvloer begeven zonder dat alle ogen meteen op jou gericht zijn?
Travolta: Nauwelijks. Ik voel me meteen bekeken. Mensen willen dat ik een performance geef. Alleen in besloten kring voel ik me vrij genoeg om te dansen. Ik veronderstel dat dat ook voor Prince gold. Ik herinner me dat we eens samen op de dansvloer stonden en geen van ons beiden deed meer dan met één teen op de vloer tikken, hoewel de dansvloer in vuur en vlam stond. Hoe triest is dat?’
Door Saturday Night Fever en Grease werd je een sekssymbool en jongerenidool. Werd je in die tijd niet opgeslorpt door de roem?
Travolta: Niet echt. Ik speelde vanaf het midden van de jaren zeventig mee in de tv-serie Welcome Back, Kotter en was het al enigszins gewoon om op straat herkend te worden toen Saturday Night Fever en Grease uitkwamen.
Ik heb roem altijd met een korreltje zout genomen, en altijd over mijn privacy gewaakt. Zodra ik me het kon veroorloven, heb ik Hollywood ingeruild voor een rustig stadje in Santa Barbara, daarna trok ik naar Carmel in California en uiteindelijk ben ik in Florida beland. Ik kwam alleen in Hollywood om er te werken, ik woonde er niet. Mijn overlevingsinstinct zei me dat het beter was om elders te leven.
Op het toppunt van je carrière, begin jaren tachtig, koos je voor de hoofdrol in Blow Out, een thriller van Brian De Palma. Het werd een van je beste vertolkingen. Nochtans brak die film aanvankelijk geen potten.
Travolta: Ik herinner me dat Warren Beatty toen heel verbaasd was. Hij vond dat ik er goed aan deed om met Brian De Palma in zee te gaan, maar hij schrok ook, omdat ik na het succes van Grease en Urban Cowboy de rollen voor het uitkiezen had. Ik koos gewoon voor een film en een regisseur die me intrigeerden. Het is trouwens op basis van Blow Out dat Tarantino contact met me heeft opgenomen voor Pulp Fiction. Quentin is geobsedeerd door Blow Out.
Staan Vincent Vega, Danny Zuko of Tony Manero uit Saturday Night Fever je soms in de weg? Zijn die iconische rollen een last als je moet acteren in films met minder allure?
Travolta: Ik vind van niet. Ik wil niet egocentrisch klinken, maar verdwijnen in een personage is net mijn expertise. Neem nu Robert Shapiro uit The People v. O.J. Simpson: American Crime Story. Ik ging helemaal in hem op. Sommige mensen herkenden me zelfs niet.
Ik ben voor geen enkele rol bang. Mezelf zijn verveelt me mateloos, maar het is zalig om iemand anders te mogen zijn. Ik vind mezelf niet bijzonder. Mijn personages zijn iconisch, niet ik. Mijn persoonlijkheid is behoorlijk neutraal. Nicolas Cage kloeg daarover tijdens de opnames van Face/Off(in die heerlijke actiefilm van John Woo wisselen Travolta en Cage op een bepaald moment van gezicht, nvdr). Nic vond het heel lastig om mij te spelen. ‘Ik heb al je films gezien en ik weet nog altijd niet hoe ik jou moet spelen. Moet ik de Travolta uit Phenomenon nadoen? Die uit Look’s Who’s Talking? Ik weet het niet.’ Het is blijkbaar makkelijker om mijn personages te imiteren dan om mij te imiteren. Mij zijn is moeilijk. (lacht) Weet je hoe we het uiteindelijk opgelost hebben? Ik acteerde de scène als mijn personage, hij bekeek de opname en absorbeerde hoe ik had gespeeld.
Je bent niet het soort acteur dat veel van zichzelf in een personage legt.
Travolta: Dat is zo. Neem nu Gotti. Het enige wat ik met John Gotti gemeen heb, is de gewoonte om er goed gekleed bij te lopen en een sterk ontwikkeld familiegevoel. Meer gelijkenissen zijn er niet, maar volgens mij is dat ook helemaal niet nodig, wat bepaalde acteertheorieën ons ook voorspiegelen. Als je het mij vraagt, moet een acteur het personage eer aandoen en niet ‘zichzelf in een personage steken’.
Gotti was een beruchte maffiabaas. Je hebt eens gezegd dat je schurken wilt spelen tot je eens de slechterik in een James Bond-film mag zijn. Was dat gemeend?
Travolta: Ik heb dat inderdaad gezegd, maar ik bedoelde daar vooral mee dat de Bondfilms de films waren waar ik in mijn jeugd over fantaseerde. In zo’n film wilde ik meespelen. Ik ben inmiddels te oud om nog Bond te spelen, maar op de slechterik staat geen leeftijd.
Ik was geen Marvel-fanaat, superhelden zeiden me niets. James Bond en The Beatles, dát waren mijn helden. Mijn moeder en vader namen me ook mee naar de films van Federico Fellini en Ingmar Bergman, en latert kreeg ik de smaak voor Franse cinema te pakken. Ik bewaar heel goede herinneringen aan films als Un homme et une femme of Les Valseuses. Europese cinema trok me meer aan dan commerciële cinema. Volgens mij is dat de reden waarom mijn carrière zo eclectisch is. Ik deed mee in films als A Love Song for Bobby Long zonder me af te vragen of die wel geld zou opbrengen of mijn carrière zou vooruithelpen.
Je hebt allang niets meer te bewijzen. Waarom blijf je voortdoen?
Travolta: Ik heb nog zoveel drijfveren. Mijn kinderen zijn de meest vanzelfsprekende. Ik zou hen graag op de weg zetten naar een carrière als acteur of performer. Ze voelen zich daar allebei toe aangetrokken. Voor hen wil ik mijn carrière in leven houden. Gotti was een film voor Kelly (Kelly Preston is de vrouw van Travolta en speelt Gotti’s echtgenote in de film, nvdr), mijn dochter Ella doet mee in mijn volgende film en wanneer hij er klaar voor is, hoop ik er zelf een te regisseren voor mijn zoon Ben.
Heb je zelf geen wensen meer?
Travolta: Toch wel. Ik heb altijd het gevoel dat mijn beste personages nog verzonnen moeten worden. Zelfs zal ik dat niet doen, een schrijver zal dat voor me doen. Ik ben wel vaker een muze geweest voor schrijvers en regisseurs. Ik probeerde dan om het nog beter te doen dan zij hadden verhoopt. Scenarist Norman Wexler zei over Tony Manero uit Saturday Night Fever: ‘Ik heb dat personage geschreven, maar in geen miljoen jaar had ik kunnen voorzien hoe jij hem gestalte zou geven.’ Regisseur Adam Shankman zei na Hairspray dat hij niet kon geloven hoe goed ik die vrouw (de zwaarlijvige moeder van het hoofdpersonage, nvdr.) had gespeeld. Het ging zijn petje te boven. John Gotti Junior zei dat het haar op zijn rug overeind kwam toen hij Gotti zag. ‘Het was alsof mijn vader weer leefde’, zei hij. Dat zijn momenten waarop ik denk: man, dat heb ik goed gedaan.
De pers is niet mals voor Gotti. Je carrière is er een van pieken en dalen. Heb je spijt van sommige keuzes?
Travolta: Ik heb nergens spijt van. Ik ben een eeuwige optimist die het glas altijd halfvol ziet. Je moet zo veel mogelijk ervaring opdoen, het leven ten volle leven en profiteren van de kansen die je krijgt. Ik maak me geen zorgen om het succes, zolang ik maar trots kan zijn op het werk. Onvoorspelbaarheid is eigen aan mijn beroep. Het succes van Pulp Fiction had niemand van ons zien aankomen. We dachten dat het een bescheiden auteursfilm was die een beperkt publiek zou bereiken, maar het werd een internationaal fenomeen.
Hoop je vandaag nog op een soortgelijke comeback?
Travolta: Ik weiger over een comeback te spreken, want ik ben nooit weg geweest. Tenzij je mijn carrière ziet als een permanente comeback. Ik ben constant van look, van stijl, van attitude veranderd. Voor elke rol vind ik me opnieuw uit.
Hopelessly devoted, dus.
Gotti
Nu uit op dvd.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier