Polanski’s beste film – terecht ‘De Laatste Grote Hollywoodfilm’ genoemd – is op het oog ook een van zijn minst persoonlijke.
Chinatown (1974)
Omdat hij er niets voor voelt om oude wonden open te rijten, houdt Polanski lang de boot af om terug te keren naar Los Angeles. De aanbieding van Jack Nicholson om Chinatown te regisseren kan hij echter niet afslaan. Robert Towne schreef een briljant script in de beste Chandlertraditie over een privédetective uit de jaren 30 die tijdens zijn speurtocht naar een verdwenen meisje een grootschalige zwendel ontrafelt die moet aantonen hoe Los Angeles gevormd is door menselijke hebzucht. Polanski’s beste film – terecht ‘De Laatste Grote Hollywoodfilm’ genoemd – is op het oog ook een van zijn minst persoonlijke. Merkwaardig hoe hij zich weerom aangetrokken voelt door een verhaal waarin verkrachting zowel de kern van het mysterie vormt als de subtekst bepaalt: de plot wordt gedomineerd door de hebzuchtige patriarch Noah Cross (John Huston), een oudtestamentische figuur die zijn dochter verkrachtte maar ook het land bezoedelde.
Polanski geeft een extra signatuur aan de film door in de huid te kruipen van de boef die met een mes Nicholsons neus splijt: ‘You are a very nosy fellow, kitty cat…you know what happens to nosy fellows? They lose their noses.’ Waardoor Nicholson de rest van zijn scènes speelt met een verband over zijn gezicht en draden van hechtingen die uit een neusgat hangen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier