Filmfestival Gent: Recensie Gandu

Het speelfilmdebuut van Quashiq Mukherjee is een bijna volledig in zwart-wit geschoten hiphop-musical over een schofterige angry young man die zijn tijd vult met het freebasen van hard-drugs, het spuien van obsceniteiten in hardcore raps en het masturberen op Japanse internetporno.

Regie: Q. (Qaushiq Mukherjee)

Cast: Anubrata, Joyraj, Kamalika, Shilajit, Rii

Land: India / Taal: Bengaals

Sectie: World Cinema

Hét prototype van de compromisloze auteurscinema is deze ‘Gandu’. Het speelfilmdebuut van Quashiq Mukherjee (‘Q’ voor de vrienden) is een bijna volledig in zwart-wit geschoten, zelfverklaarde hiphop-musical over een schofterige angry young man die zijn tijd vult met het freebasen van hard-drugs, het spuien van obsceniteiten in hardcore raps en het masturberen op Japanse internetporno. Met z’n luttele 85 minuten, bol staand van de krankzinnige visuele bekoringen, speelt de prent echter nooit de aandacht van het kijkvee kwijt, of het dat nu wil of niet.

Gandu (blijkt Bengaals te zijn voor ‘domme klootzak,’ of iets soortgelijks) is een twintigjarige leegloper die een armetierig appartement met zijn moeder deelt, een verblijf dat bekostigd wordt door mama’s welgestelde fuck buddy. Verteerd van woede door moederliefs hoererij, richt Gandu zich op gokgedrag, druggebruik en venijnige freestyle raps in het Bengaals. Wanneer dit charmante heerschap een door Bruce Lee geobsedeerde riksjarijder ontmoet die hem introduceert tot het free-basen van heroïne, gaat een nieuwe, psychedelische wereld voor hem open. Het tweede luik van de film, waarin van een coherente plotverwikkeling geen sprake meer is, lijkt daarom meer op een opwindende LSD-trip dan een smoezelige heroïneroes. Niet dat we uit ervaring spreken.

Q. bedient zich van een met ADHD-kampende cinema vérité-stijl waar zelfs geen berg Rilatine tegen opgewassen is. In tegenstelling tot de misselijkmakende Hollywood-aanpak van pakweg ‘Cloverfield’, blijft de cinematograaf annex regisseur echter meestal het overzicht bewaren. De schreeuwerige Engelse titels die naast, boven- en onderaan het scherm verschijnen tijdens de rapsequenties en sommige Bengaalse dialogen, het veelvuldig gebruik van jump-cuts, het meta-momentje halverwege de prent, de switch naar een vurige kleurenexplosie tijdens een hardcore seksscène … het zijn allemaal stijlfiguren van een provocatieve maar interessante filmstem die smeekt om gehoord te worden.

Dat de prent in India nooit voor het grote publiek is gereleased, hoeft niet te verbazen. Harder tegen de schenen van het seks- en drugsloze Bollywood-establishment stampen heeft een Indiaas cineast nog nooit gedaan. Daarom verdient deze etiketloze excentriciteit een publiek: ondanks het algehele work-in-progress-gehalte en de forse wanverhouding tussen stijl en inhoud (forfait-score voor het eerste), is hier een buitenissig talent aan het werk. Benieuwd wat Q. zou kunnen met een degelijk budget en een crew die meer dan acht man telt.

Laurens Bouckaert

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content