En dan sluiten je dochters zich bij IS aan, zoals in de film ‘Four Daughters’
Kaouther Ben Hania heeft Koen De Bouw niet nodig om sterke films te maken. In het experimentele Four Daughters volgt ze de Tunesische Olfa en haar vier dochters. Twee van hen vervoegden de Islamitische Staat.
De Tunesische Olfa Hamrouni werd in 2015 net niet gelyncht toen uitkwam dat twee van haar vier dochters zich vrijwillig hadden aangesloten bij de Islamitische Staat (IS). Zij en haar dochters werden door de media – klassieke en nieuwe – afgeschilderd als monsters.
Regisseuse Kaouther Ben Hania nam contact op en werd een van de enige vertrouwenspersonen van het gebroken en gedemoniseerde gezin. Een eerste poging om hun verhaal in een documentaire te gieten, draaide op niets uit. Maar na het internationale succes van The Man Who Sold His Skin – een door een werk van Wim Delvoye geïnspireerde film met Koen De Bouw als een excentrieke kunstenaar die een Schengen-visum op de rug van een Syrische vluchteling tatoeëert – lukte het wél.
Het tussen fictie, documentaire en een making-of zwevende Four Daughters kreeg een plek in de prestigieuze competitie van het festival van Cannes. Rahma en Ghofrane, de twee dochters die voor IS kozen en nu verkommeren in een Libische gevangenis, worden vertolkt door twee actrices. De achtergebleven dochters Eya en Tayssir spelen zichzelf. De in Tunesië erg populaire Hend Sabri speelt de rol van de moeder, maar enkel in de scènes die te pijnlijk zijn voor Olfa om ze zelf te spelen.
Ben Hania’s geëxperimenteer heeft voor- en tegenstanders, maar ook die laatsten moeten toegeven dat je zelden zo’n intieme inkijk krijgt in een gezin dat leden aan IS verloor. ‘Het was geen gok. Er zijn altijd twijfels, maar dit is niet mijn eerste film op de wip tussen documentaire en fictie. Die ervaringen heb ik nu gekapitaliseerd. Ik wil niet beweren dat ik niet bang was. Door de vele realiteitsniveaus was de zoektocht naar coherentie en helderheid zwaar. Maar het enthousiaste onthaal in Cannes stelt me gerust.’
Waarom besloot je contact op te nemen met Olfa?
Kaouther Ben Hania: Toen ik haar in de media hoorde spreken over haar dochters, wist ik onmiddellijk dat ik minstens wilde proberen om haar verhaal in een film te gieten. Niet de nieuwsfeiten interesseren me, maar de beweegredenen erachter. Ik vind Olfa een bijzonder fascinerend vat vol contradicties. Bovendien is de onderliggende thematiek een van mijn stokpaardjes. Wat houdt moederschap in? Wat geef je door van moeder op dochter? Hoe ervaar je de puberteit? Hoe spartel je je als boze, gefrustreerde tiener door een fase waarin de dood en zwarte gedachten je fascineren?
IS ligt uiteraard heel gevoelig. Olfa werd gedemoniseerd door de media. Hoe won je haar vertrouwen?
Ben Hania: Dat duurde jaren. Aanvankelijk wilde ik haar alleen maar beter leren kennen. Ik zou niet filmen voor ik de film én een geschikte manier van filmen had gevonden. We ontwikkelden een erg sterke band. Na de mediastorm werden zij en haar dochters paria’s. Iedereen haatte hen. Ze hadden geen vrienden, geen familie, niemand om mee te praten. Ik was zo goed als de enige bij wie ze terecht konden. Olfa heeft me vaak gebeld. ‘Mijn hart is zwaar, wil je naar me luisteren zonder een woord te zeggen?’ vroeg ze dan. ‘Zeg niet dat je me begrijpt. Verzacht de pijn niet met bullshit. Laat de blabla achterwege.’ Zo geschiedde. En zo is het nog steeds.
Olfa heeft het haar vier dochters niet makkelijk gemaakt. Hoe creëer je empathie voor zo een complex personage?
Ben Hania: Ik wil niet oordelen, ik wil het waarom begrijpen. Dat lukt enkel als je empathisch bent. Ik denk niet dat Olfa een monster is. Ze is net heel menselijk. Alleen kunnen mensen monsterlijke dingen doen en zitten ze soms ingewikkeld in elkaar. Duivel en engel in een.
Je kunt haar complexiteit niet reduceren tot één aspect. Olfa is zich zeer bewust van haar fouten. Ze praat ook over een vloek die van generatie op generatie overgaat. Ze deed haar dochters aan wat haar moeder haar aandeed. Dat is niet oké. De gebreken van je ouders – hoe fel je die ook haatte – tot je verschrikking bij jezelf vaststellen: dat is voor veel mensen herkenbaar. Een nieuwe generatie zet vaak de cyclus van geweld verder.
Welke impact had het maken van de film op de relatie tussen Olfa en haar jongste dochters?
Ben Hania: De film is niet bedoeld als therapie. Maar het heeft wel geholpen. In het begin spraken Olfa en Eya amper met elkaar. En als ze het deden, kwam er ruzie van. Het was een nachtmerrie. Op een gegeven moment zegt Eya op een grappige manier tegen haar moeder: ‘Je beledigt me door het zo te verwoorden. Het doet mij pijn, ik zou je kunnen wurgen.’ Harde woorden, maar het zijn de woorden van een dochter die haar kans grijpt om uit te leggen hoe ze zich voelt en waarom ze gekwetst is. Door de film kregen ze de kans om de ander te zeggen waar het op staat en dat maakte toenadering mogelijk. Op het einde waren ze in staat om zonder ruzie vriendelijke en soms zelfs intieme gesprekken met elkaar te voeren.
Ook bij ons, in Molenbeek bijvoorbeeld, breken we ons het hoofd over de vraag hoe jonge mensen zo kunnen radicaliseren dat ze zich aansluiten bij IS. Heb jij een begin van een antwoord?
Ben Hania: Die vraag is de reden waarom ik de film wilde maken. Niemand vond al een sluitend antwoord, wel sprokkelden we kleine verklaringen. Daar moeten we ons voorlopig mee behelpen. Je kunt amper veralgemenen. Er zijn heel uiteenlopende, individuele redenen waarom mensen IS vervoegden. In dit geval spreken we over Tunesische meisjes. Dat is al rààr. Meisjes zijn bloemen. We linken hen niet aan geweld. Geweld is het domein van mannen. Het was dus een dubbele verrassing: wat meenden de oudste dochters bij IS te vinden?
Zeg jij het maar.
Ben Hania: Ik weet het ook niet. In dit geval heeft het volgens mij deels te maken met hun leeftijd en hun thuissituatie. In het verwarrende gat tussen kindertijd en volwassenheid ligt soms een morbide fase met een fascinatie voor de dood. Denk ook aan de jonge lone shooters in Amerika.
Als tiener wil je het ouderlijke gezag in vraag stellen. Hier was het ouderlijke gezag één persoon. Olfa is de moeder én de vader-patriarch. Op een gegeven momenten schreeuwt de oudste dochter haar moeder toe dat ze zal branden in de hel en geen goed mens is. Olfa gelooft dat en wordt doodsbang. Ineens hebben de dochters door dat ze door naar God te verwijzen eindelijk wat macht over haar hebben.
Met desastreuze gevolgen.
Ben Hania: Vergeet niet dat ze ervan werden verdacht uit te groeien tot hoeren. Plots ontdekken ze een ander pad. Stellen dat je Gods beschermelinge bent, geeft veel kracht. Je voelt je machtig. Willen vechten om de wereld te veranderen, idealisme in plaats van een aanvaarding van de realiteit, is symptomatisch voor tieners.
De twee jongste dochters belanden in een centrum en groeien uit tot het tegenovergestelde van hun geradicaliseerde zussen: mooie, open, warme mensen.
Ben Hania: Ze stralen inderdaad ongelofelijk veel licht, hoop, humor, kracht en maturiteit uit. Zonder hen zou er geen film zijn.
Het is een beangstigende vaststelling hoe één moment je leven zo kan determineren. De oudste zussen wilden de jongste zussen meenemen. Dat is niet gelukt. De jongsten zijn daarop in een centrum geplaatst om rekrutering of ontvoering te voorkomen. Daar hebben ze veel bijgeleerd. Het veranderde hun leven ten goede. Het bewijst dat ook de oudsten gered hadden kunnen worden. Maar voor hetzelfde geld was de jongsten hetzelfde overkomen als de oudsten. Dat beseffen ze.
Four Daughters
Vanaf 13.09 in de bioscoop.
Kaouther Ben Hania
Geboren in 1977 in Tunesië.
Studeert film in Tunesië en Parijs (Fémis, Sorbonne).
Werkt zes jaar aan Zaineb n’aime pas la neige, een documentaire over een Tunesisch meisje dat niet met haar moeder naar Canada wil migreren.
Strikt Koen De Bouw, Wim Delvoye en Monica Bellucci voor The Man Who Sold His Skin en helpt Tunesië aan een eerste Oscar-nominatie.
Wint met Four Daughters nevenprijzen op het filmfestival van Cannes, zoals de prijs voor beste documentaire en de Positive Cinema Award.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier