‘Effacer l’historique’: de satire die Apple de vraag stelt die u niet durft te stellen

In Effacer l’historique trekken boomers donquichotgewijs ten strijde tegen GAFA, de techreuzen Google, Apple, Facebook en Amazon. Een gesprek met de twee regisseurs – of nee, met een van de twee regisseurs.

‘Godverdomme, toch!’

Regisseur Gustave Kervern briest omdat het geluid van onze Zoom-verbinding bij hem niet werkt.

Zijn coregisseur Benoît Delépine houdt van achter zijn computer een briefje voor de camera: ‘Wij horen je wel!’

Uiteindelijk gaat het interview door met enkel Delépine.

Het geklungel past perfect bij de digitale malheurs in Effacer l’historique, de negende film van het anarchistische Franse duo. U kunt Kervern en Delépine kennen van Aaltra (2004), over twee Walen die met hun rolstoelen naar Finland trekken om de fabrikant van de landbouwmachine die hen voor het leven verlamd heeft eens aan de tand te voelen. In de cast zat toen een zootje ongeregeld dat an sich al veel zegt over de film: Benoît Poelvoorde, entarteur Noël Godin en die andere regisseur met een kurkdroog gevoel voor humor en outcasts, de Fin Aki Kaurismäki.

Techgiganten duwen ons in het isolement. We wonen alleen en worden aangemoedigd om zoveel mogelijk aan huis te laten leveren.

Benoît Delépine

Poelvoorde zit ook weer in Effacer l’historique, als een leverancier van ‘Alimazone’ die doorslaat wanneer er koffie gemorst wordt op zijn ontvangstbewijs, omdat hij niet mag drinken tijdens het werk. En hij is niet de enige die problemen heeft met de GAFA-maatschappij. In de levenloze Noord-Franse prefabwijk waar de film zich afspeelt, identificeren drie bewoners de techreuzen als oorzaak van hun malaise. Moeder Marie is bang dat haar vijftienjarige zoon lucht krijgt van haar sekstape en wil dat die van het internet verwijderd wordt. Ze zal zelfs naar Apple (al wordt het bedrijf niet bij naam genoemd) in Silicon Valley trekken om luidkeels haar eis kracht bij te zetten: ‘I want my pussy back!’ Bertrand is het beu dat Facebook na 42 aangetekende brieven nog altijd niets doet aan het cyberpesten waar zijn dochter het slachtoffer van is. En dan is er nog de aan tv-series verslaafde Christine, die voor een Uber-achtige dienst werkt, maar -wat ze ook doet – keer op keer belabberde ratings van haar klanten krijgt. ‘Fuck la GAFA!’ vinden de voormalige gele hesjes. ‘Als we een rotonde kunnen bezetten, gaan we ons toch niet laten doen door een datacenter!’

Welke van de aangehaalde problemen met techreuzen zijn jullie zelf overkomen? Niet de chantage met een sekstape, mag ik hopen?

Benoît Delépine: Gelukkig niet, nee. We hebben ons ook laten inspireren door de dagdagelijkse digitale rampspoed van vrienden en kennissen. Maar er steekt wel veel van onszelf in de film. We zijn meer met onszelf aan het lachen dan met anderen. Zo trok Gustave zich de haren uit het hoofd toen zijn zoon op de sociale media werd gepest. Dat hij er niet in slaagt deel te nemen aan dit Zoom-gesprek is ook symptomatisch. Er gaat zoveel ons petje te boven. Noem me één iemand die wijs raakt uit zijn telecom-factuur? In het begin maakt die machteloosheid een mens razend, uiteindelijk kun je alleen nog maar hardop lachen met die doffe ellende.

En jullie doen niet liever.

Delépine: Klopt. Je hardop bedenken ‘wat een doffe ellende’ – al lachend – vat al onze films samen. We proberen te tonen waar de hedendaagse samenleving heen gaat. En het is interessanter om te kijken naar wat er niet draait. Je hebt niets aan een film met nuffige personages met wie alles goed gaat. Sinds Charlie Chaplin zijn komedies een manier om zaken aan de kaak te stellen en ze tegelijk te relativeren door erom te lachen. In het beste geval wijst zo’n film ook de nooduitgang aan.

In Effacer l’historique heet de smartphone’erger dan een elektronische enkelband’ te zijn. Kun je ermee lachen als mensen de film op een smartphone bekijken?

Delépine: Dat zou pijn doen.We denken in functie van een groot scherm, hechten veel belang aan het beeld en steken de achtergrond vol grapjes en betekenis. Zoals iedereen ben ik drie maanden niet naar de bioscoop kunnen gaan. Ik was er niet goed van toen ik eindelijk weer in een filmzaal zat. Het verschil met thuis is enórm. Even groot als het verschil tussen thuis een plaat opleggen en een concert bijwonen. In een bioscoop word je ondergedompeld in een universum en surf je mee op de reacties van de zaal. Die ervaring is voor mij de basis van de mensheid.

Overdrijf je nu niet een beetje?

Delépine: Nee. Al die magnifieke prehistorische grotschilderingen bevonden zich ook niet vooraan in de grot maar helemaal achteraan, in het donker. Er zijn sporen gevonden van verlichting. Sommige schilderingen van immense beesten bestaan uit meerdere lagen om een bewegend effect te creëeren. Dertigduizend jaar geleden wist de mens al hoe je een overweldigende ervaring creëert. We moeten onze grote zorgen maken als de bioscoop uitsterft. De dood van de bioscopen zou ons nog meer isoleren en thuis houden tot we in een houten kist de grond in gaan. Eén advies: blijf niet in je kot.

'Effacer l'historique': de satire die Apple de vraag stelt die u niet durft te stellen
© Getty Images

Jullie spotten met de sociale media maar protestbewegingen zoals Black Lives Matter, die van de klimaatjongeren of de gele hesjes hebben zowat alles te danken aan mobilisering via sociale media.

Delépine: Dat spreek ik niet tegen. Dat is de paradox van de sociale media. Ze zijn tegelijk het beste en het slechtste wat de mens kon overkomen. Zoals al onze belangrijke uitvindingen. Ze staan inderdaad toe te mobiliseren of mensen te leren kennen met dezelfde smaak en interesses. Daar richten we onze pijlen niet op. Onze indruk is dat we in eenzaamheid en isolement geduwd worden. We wonen alleen in een wijk zonder openbaar leven en worden aangemoedigd om zoveel mogelijk te consumeren en aan huis te laten leveren. Corona heeft dat nog verergerd. De pijn van zo’n bestaan verdoven we ’s avonds door er de ene na de andere Amerikaanse serie door te jagen. De baas van Netflix zei zonder schroom dat nachtrust zijn grootste concurrent is.

De personages in jullie film wonen in elkaars buurt maar hebben elkaar pas leren kennen tijdens het gele-hesjesprotest. Sympathiseer je met de gilets jaunes?

Delépine: Toen ik zag dat de diesel 1,5 euro per liter stond, wist ik dat er vodden van gingen komen. De mensen werden gepluimd als dodo’s. Alleen ver buiten het centrum konden mensen zich nog een woning veroorloven, met een loodzware afbetaling. Dan ben je volledig afhankelijk van je wagen. Vervolgens de diesel even duur maken als super is te grof voor woorden. Die mensen zijn genaaid. Het is maar normaal dat ze in opstand komen en de systeemfouten aanklagen.

Het personage van zotte Belg Benoît Poelvoorde werkt voorAlimazone, en niet Amazon. Ook Google, Apple en Facebook worden niet bij naam genoemd. Is dat niet wat flauw?

Delépine: Van onze advocaten mochten we die niet bij naam noemen. Het risico op een proces was te groot. Je brengt er de release van je film mee in gevaar en je dreigt de rest van je leven gerechtskosten te moeten afbetalen. Soms denk ik dat die bedrijven beter beschermd zijn dan mensen.

We doen overigens maar alsof we in Silicon Valley in het hoofdkwartier van Apple hebben gefilmd maar we hebben wel een assistent naar daar gestuurd om te achterhalen in hoeverre je daar überhaupt van je tak kunt maken. Hij is tot in de gebouwen van Apple geraakt en heeft daar zo veel kabaal gemaakt dat ze hem buiten smeten. Ik vind dat iedereen ter plaatse zijn beklag zou moeten doen. Dat heeft alleen maar voordelen. En de relance van de luchtvaartindustrie zou meteen geen probleem meer zijn.

Bouli Lanners is nog een Belg die voortdurend opduikt in jullie gekke wereld. Hier speelt hij Meneer God, een hacker die zich in een windturbine verschuilt.

Delépine: Die Belgische connectie dateert van onze debuutfilm Aaltra. Na tien films (een nog uit te brengen scheldtirade met zangeres Brigitte Fontaine meegeteld, nvdr.) zijn we tot het besluit gekomen dat we ons Belgische gehalte nog moeten verhogen. Weet je welke Belg ons het meest heeft beïnvloed? Noël Godin, vooral bekend als l’entarteur, de taartengooier. Met zijn trawanten slaagde hij er eind jaren negentig in Bill Gates een taart in het gezicht te gooien. Ik heb me een tijd lang moeten verschuilen in zijn huis in Brussel en heb daar zijn grot van Ali Baba ontdekt: duizenden en duizenden boeken en films over revoluties, anarchisme en utopieën. Noël is ook een donquichot. Van een taart in je gezicht ga je niet dood en de taartengooier is zelf ook een beetje ridicuul.

Meneer God vreest ‘de Cloud’, eenartificiële intelligentiedie alles weet en alles ziet en de mens beschouwt als een onwetend dier zonder vacht. SchriktAI je werkelijk zo af?

Delépine: Ik zou toch beter slapen als er een stopknop bestond. Veel grote wetenschappers pleiten daar inmiddels voor. We weten niet waar artificiële intelligentie toe leidt, dus is het ook niet uitgesloten dat het verkeerd loopt. Stel – veel verbeeldingskracht is daar niet voor nodig – dat de klimaatverandering catastrofaal wordt. Wat als AI concludeert dat een halvering van de wereldbevolking de beste oplossing is om uit de problemen te raken en daartoe een mondiale computerbug ontwikkelt?

Zijn je kinderen slechter af dan jij in jouw jeugd?

Delépine: In mijn jonge jaren was ik al behoorlijk paranoïde. We lijken het vergeten te zijn, maar de Koude Oorlog was geen lachertje, hè. De schrik voor een atoomoorlog hakte er stevig in. We vreesden het einde van de wereld. En toen aids opdook, was zelfs seks ineens levensgevaarlijk. Vandaag is het nog eens zo gemakkelijk om in angst te leven. Je bent onmiddellijk op de hoogte van het kleinste gevaar, het kleinste voorval. Maar in angst leven is ook geen oplossing. Mijn kinderen denken veel na over oplossingen. Ze zijn de trappers zeker niet kwijt. Ze zijn nu trouwens hier met wat vrienden in de weer met permacultuur.

Voorzag de zestienjarige Benoît Delépine een carrière als filmregisseur?

Delépine: In de verste verte niet. Ik ben een boerenzoon. Ik wist amper hoe te ontsnappen aan een boerenleven. Gelukkig drong mijn vader niet aan. Ik had er ook weinig talent voor. Ik had nergens talent voor. In alle mogelijke branches heb ik mijn geluk beproefd: in de ambtenarij, in de grootwarenhuizen, in het buitenland. In welk sociaal milieu ik me ook begaf, ik werd buiten gekeken. Als echte nietsnut ben ik dan maar films beginnen te maken. (lacht)

Effacer l’historique

Vanaf 26/8 in de bioscoop.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Delépine / Kervern

Benoît Delépine (l.) (°1958) en Gustave Kervern (°1962) debuteerden in 2004 met Aaltra, een venijnige zwart-witkomedie.

HunLe grand soir (2012), met Benoît Poelvoorde als overjaarse punker, wint in Cannes de Grote Juryprijs in de sectie Un Certain Regard.

Zweren bij antihelden met een donquichotinborst en bij humoristische, absurde sketches die het verdriet van de consumptiemaatschappij illustreren.

Kunnen niet zonder hun Belgische vrienden, onder wie Bouli Lanners, Benoît Poelvoorde en Noël Godin.

Effacer l’historique, in Berlijn goed voor een Zilveren Beer (foto), zit vol muziek van de vorig jaar overleden Daniël Johnston, hun favoriete ‘depressieve Beatle’.

Voor zijn filmcarrière was Delépine een van de sleutelfiguren achter Guignols de l’Info en Groland, satirische tv-programma’s die Frankrijk deden opschrikken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content