‘Doctor Sleep’ verfilmd: is Stephen King deze keer wél tevreden?
Is de horrorfilm Doctor Sleep een vervolg op Stephen Kings roman The Shining of op de filmversie ervan door Stanley Kubrick? Regisseur Mike Flanagan mikt hoog: ‘Ik wil trouw blijven aan het boek van King en tegelijk de cinematografische wereld van Kubrick betreden.’ Hopelijk heeft hij deze vijf goedbedoelde adviezen in acht genomen.
1. Toon respect voor King
Het gebeurt wel vaker dat een schrijver niet helemaal tevreden is met de verfilming van zijn werk. In het geval van Stephen King en The Shining ging de afkeer zo ver dat de populaire horrorauteur in 1997 zelf zijn schouders zette onder een driedelige tv-serie, die werd uitgezonden als Stephen King’s The Shining. Een mogelijke verklaring is dat Kubrick en scenariste Diane Johnson enkel die scènes uit het boek hadden gehaald die ze nodig achtten om hun film te maken, en het leeuwendeel van de paranormale shit hadden weggegooid. En deze opmerking van de regisseur zal bij King ook wel zijn aangekomen: ‘Je kunt de roman geenszins een ernstig literair werk noemen, maar de plot is heel goed uitgewerkt. En voor een film is dat vaak het enige dat van tel is.’
Toen King in 2013 Doctor Sleep publiceerde, een vervolg op The Shining, negeerde hij ostentatief – en met een air van: kom maar op! – alle wijzigingen die Kubrick aan zijn creatie had aangebracht. Maar Mike Flanagan is blijkbaar een groot diplomaat. Hij wist King ervan te overtuigen dat hij tegelijk de roman trouw kon blijven én de visie van Kubrick respecteren. Dat King een grote fan was van Flanagans reboot van The Haunting of Hill House, sinds vorig jaar op Netflix, heeft ook geholpen.
2. Zorg voor voldoende gore
Doctor Sleep volgt Danny Torrance, het jongetje uit The Shining, nu een veertiger met een alcoholverslaving. Wanneer hij een jong meisje ontmoet dat net als hij the shining heeft, moet hij de trauma’s die hij lang geleden in het Overlook Hotel heeft opgelopen, eindelijk onder ogen zien. Het verhaal herbergt ook een sekte die zich voedt met de stof die vrijkomt als kinderen met psychische krachten worden gedood. Je stelt je daar scènes bij voor waar Kubrick ijskoud omheen zou hebben gefietst, maar Flanagan moet er dwars door. King houdt namelijk van een portie gore op zijn tijd. En van duidelijkheid. Lars von Trier is naar eigen zeggen een van Kings favoriete regisseurs, maar toch vond hij het nodig ook diens raadselachtige ziekenhuisklassieker The Kingdom (1994) te herwerken tot Stephen King’s Kingdom Hospital (2004), een tv-serie met een verhaal dat hij zelf kon bevatten.
3. Toon respect voor de vrouw
‘De Wendy Torrance die Shelley Duvall neerzet is een van de meest vrouwonvriendelijke personages die ik ooit op het witte doek heb gezien’, verklaarde Stephen King in 2013 aan de BBC. ‘Ze is dom en doet niets anders dan schreeuwen. Dat is helemaal niet de vrouw over wie ik heb geschreven.’
Kubrick, van wie bekend is dat hij Duvall op de set tergde, pestte en kleineerde, had lang geleden al een antwoord op die kritiek geformuleerd. In een interview met de Franse filmcriticus Michel Ciment zei hij: ‘In het boek is Wendy een aantrekkelijke, onafhankelijke vrouw, maar dat zijn kwaliteiten waardoor je je gaat afvragen waarom ze überhaupt zo lang bij Jack is gebleven.’ In de filmversie van Doctor Sleep wordt Wendy Torrance gespeeld door Alex Essoe, een vrij onbekende horroractrice.
4. Cast met zorg
Vreemder is dat King ook niets moest weten van de bejubelde prestatie van Jack Nicholson als de gekwelde schrijver Jack Torrance. Hij hield niet van het personage: ‘Jack is bij mij een goede kerel die door zijn frustraties en alcohol tot waanzin wordt gedreven. In de film is hij al in de eerste scène zo zot als een deur. Waar zit het drama dan?’ King hield ook niet van de acteur: ‘Nicholson speelde gewoon dezelfde psychopaat die ik hem in minstens vijf bikerfilms heb zien neerzetten.’
De kleine Danny Torrance werd gespeeld door Danny Lloyd, die zich vijf jaar na The Shining uit het acteerbedrijf terugtrok en tegenwoordig biologie doceert aan de universiteit. De volwassen Dan Torrance heet Ewan McGregor en heeft al laten optekenen dat Stephen King zich geen zorgen hoeft te maken. Maar wij zijn niet helemaal gerust.
5. Film met zorg
Mike Flanagan, in een interview met Slashfilm.com: ‘Ik heb The Shining voor het eerst gezien op mijn dertiende. Op VHS, tijdens een slaapfeestje bij een vriend. Ik was doods- en doodsbang. Op die jonge leeftijd heeft hij mijn beeld van ‘de enge film’ voor eens en altijd bepaald. Ik heb een hekel aan jump scares(een trucje waar veel horrorklassiekers al te vaak op terugvallen, nvdr.). Iemand laten schrikken kan iedereen, maar in The Shining vind je nauwelijks schrikeffecten. In de hele film heerst een hoogst ongemakkelijke spanning, die tot diep in de vezels doordrong van de puber die ik toen was.’
Flanagan heeft naast The Haunting of Hill House een aantal minder bekende horrorfilms gedraaid. Zijn eerste King-verfilming Gerald’s Game en het door William Friedkin gesmaakte Hush staan allebei op Netflix. Doctor Sleep zit vol visuele flashbacks naar het meesterwerk van Kubrick: de enge tweelingzusjes, kleine Danny op zijn driewieler, het ondergesneeuwde labyrint, ‘REDRUM’ op de muur en bloed uit de lift. Misschien komt het allemaal nog goed, en anders zijn we toch nog eens in het Overlook Hotel geweest. Prachtig etablissement, maar de service kon beter.
Doctor Sleep
Nu in de bioscoop.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier