‘De slachthuisscènes zijn pittig, ik weet het’: Bong Joon-ho over zijn veganistische scififilm ‘Okja’
In Cannes kreeg Koreaans goudhaantje Bong Joon-ho de bioscoopuitbaters over zich heen omdat hij met Netflix in zee was gegaan, en straks staat de vleesindustrie aan zijn deur om te klagen over zijn veganistische scififilm Okja. ‘Ik kon maandenlang zelfs geen saignant gebakken steak aanraken.’
België? Kom je misschien uit Toernhouwt? ‘Het duurt even voor ik doorheb dat de Zuid-Koreaanse sterregisseur die voor me zit Turnhout bedoelt. Dat dat de eerste stad is die Bong Joon-ho met België associeert, hoeft niet te verbazen: de 47-jarige filmmaker presenteerde er in 2001 zijn eerste film Barking Dogs Never Bite. Sinds die zwarte komedie doet Bong doorgaans iets grotere festivals aan. De misdaadthriller Memories of Murder (2003) won prijzen in San Sebastian, de monsterfilm The Host (2006) speelde in Cannes, het maniakale melodrama Mother (2009) was de Zuid-Koreaanse inzending voor de Oscars en het postapocalyptische treinavontuur Snowpiercer (2013) ging naar Berlijn.
Ondertussen werd Bong Joon-ho zowat de Zuid-Koreaanse Erik Van Looy. Niet dat hij in Seoel De slimste mens presenteert, maar net als Van Looy is Bong in eigen land een ontzettend populaire en vaak records brekende genrefilmer. Het verschil? Bongs films zijn nooit rechttoe-rechtaangenreproducten en de laatste jaren komen ze alsmaar vaker met een in actie, suspense en drama verpakte boodschap over mens en milieu. Zo ontstaat in de Godzilla-update The Host een gulzig mensenvretend monster door het illegaal lozen van chemisch afval. In Snowpiercer heeft een desastreus afgelopen plan om de klimaatopwarming te stoppen de aarde in een dodelijke ijsklomp veranderd. Bong is bovendien nooit vies van enige kritiek op kapitalisme of klassenmaatschappij.
In ’s mans nieuwste film Okja krijgt een door Tilda Swinton geleide multinational een veeg uit Bongs cinematografische pan wanneer het bedrijf genetisch gemanipuleerde reuzenvarkens creëert om vleesconsumptie nóg gemakkelijker en goedkoper te maken. Maar Bong zou Bong niet zijn als hij niet ook een naar Steven Spielbergs E.T. (1982) lonkend vriendschapsverhaal tussen een kind en een creatuur door zijn vleesmolen zou draaien.
In Cannes, waar de film in wereldpremière ging, zorgden niet de genetisch gemanipuleerde dieren of de huiveringwekkende slachthuisscènes voor ophef, maar wel het feit dat Okja door Netflix geproduceerd is, en dat de streamingreus niet van plan is om de Franse wet te volgen, door de film eerst in de bioscoop uit te brengen en dan drie jaar te wachten voordat hij op de digitale abonnees wordt losgelaten.
In Cannes lijkt een rel welhaast traditie. Normaal hebben ze daar Lars von Trier voor, dit jaar was het jouw beurt. Verbaasd?
Bong Joon-ho: Ik voel me misbruikt! (lacht luid) Nee, maar ik had het niet echt zien aankomen. De programmatoren van het festival hebben de film geselecteerd voor de officiële competitie en daarna hebben ze zelf een controverse gecreëerd. What the fuck?! Hadden ze die hele discussie over filmreleases en sperperiodes niet beter even voor of na het festival gevoerd? Het is toch niet aan mij of aan Noah Baumbach, die met The Meyerowitz Stories ook met een door Netflix geproduceerde film meedong naar de Gouden Palm, om de Franse wetgeving over filmdistributie te bestuderen? Ik ben een filmmaker. Ik schrijf een script, ik maak een storyboard en dan draai ik de film. Wat daarna komt, is niet mijn job.
Fair enough, maar je ziet je film toch liever in de bioscoop dan op een tv- of computerscherm terechtkomen?
Bong: Oké, de gedeelde ervaring van een bioscoop is nog steeds de allerbeste manier om een film te zien. Maar andere opties zijn blu-rays en Netflix of iTunes. Alles hangt natuurlijk af van hoe je beeld en geluid instelt, maar met het juiste materiaal kan Netflix echt een thuisbioscoop worden. Dat wordt almaar goedkoper terwijl de technologie en de beeld- en geluidskwaliteit almaar beter worden. Ik zie mijn films niet graag op kabeltelevisie, want dan worden ze onderbroken door reclame en staan er logo’s in beeld, in hotels en op vliegtuigen worden de beeldverhoudingen dan weer niet gerespecteerd, maar bij Netflix heb je dat dus niet.
Ze begrijpen dat er zo weinig mogelijk storende elementen moeten zijn die het publiek uit de film kunnen halen. Het gekste wat ik op dat vlak ooit heb meegemaakt, was op een trein van Seoel naar mijn geboortestad Daegu. Op die hogesnelheidslijn hadden ze een cinemawagon. Ik dus dolgelukkig, maar toen de film begon, verscheen er een boodschap, dat de speelduur van de film aan de reisduur was aangepast. Dat hou je toch niet voor mogelijk? Dan heeft Netflix toch iets meer respect voor het medium.
Meer respect misschien wel, maar ook een belabberde catalogus. Als cinefiel moet het jou toch ook storen dat ze nauwelijks klassiekers of kleine, onafhankelijke films aanbieden?
Bong: Ik zou dit beter niet zeggen, maar ik ben eens met de bazen van Netflix gaan eten en dat is precies wat ik hen verteld heb, dat ze de films van Stanley Kubrick en meer dingen zoals Martin Scorsese’s Mean Streets (1973) zouden moeten aanbieden. Weet je wat hun antwoord was? Dat ze wel willen maar dat het publiek die films toch niet bekijkt. Anderzijds hebben ze bijvoorbeeld wel een fantastisch aanbod van documentaires. Mijn vrienden vragen me voortdurend wie ze kunnen bellen bij Netflix omdat ze films produceren waar andere producenten zich niet aan wagen. Regisseurs als Noah Baumbach, Todd Haynes of ik kunnen nergens anders terecht wanneer we unieke films met een hoek af willen blijven maken. En terwijl andere producenten bang waren van het script van Okja gaf Netflix me net complete artistieke vrijheid.
Werd die bij je andere films dan zodanig beknot? Memories of Murder was een misdaadfilm met een open einde, in The Host worden kindjes opgepeuzeld door een monster en Mother ging over een wel héél erg intense moeder-zoonrelatie. En dat allemaal in een uitgesproken visuele stijl.
Bong: Ik heb het geluk gehad dat tot hiertoe al mijn films precies zijn uitgebracht zoals ik ze in mijn hoofd had, maar daar heb ik wel voor moeten knokken. In het geval van Snowpiercer heb ik een heel jaar lang met producent Harvey Weinstein gestreden. Uiteindelijk is de film wel in mijn director’s cut uitgebracht, maar slechts in enkele zalen.
Is dat de keuze waar je in zulke discussies expliciet voor geplaatst wordt: een brede release of de final cut?
Bong: Ja. Dat gaat dan zo (geeft een trumpiaanse impressie van Harvey Weinstein ten beste): ‘Bong, great movie! Maar laten we er toch nog 25 minuutjes uit knippen. Geloof me, ik weet wat het Amerikaanse publiek wil. Scorsese, Tarantino, ze zijn dol op mijn knipwerk.Vertrouw me. I love your talent!I will make you a great American director.’
Daar bleek je Weinstein niet voor nodig te hebben want met Tilda Swinton, Jake Gyllenhaal en Paul Dano staat het kruim van het Engelstalige acteursgild te springen om met jou te mogen werken. Zelfs als dat betekent dat ze moeten opdraven in een voor de helft in het Koreaans gesproken film over varkens slachten.
Bong: Aha, je wilt over de slachthuisscènes praten. Ze zijn pittig, ik weet het, maar ze zijn absoluut geen overdrijving van de realiteit. Dit is gewoon de manier waarop dieren geslacht worden.
Volgens een Amerikaanse website zouden de beelden zelfs een haai nog overtuigen om vegetariër te worden.
Bong: Grappig. Zo heb ik het nog nergens gelezen, maar ik ben er wel blij mee. Al was het nu ook weer niet de bedoeling om iedereen te bekeren. Ik ben zelf ook maar tijdelijk vegetariër geworden. Nadat ik in Colorado een vleesverwerkend bedrijf – ze noemen het nooit een slachthuis – had bezocht, kon ik een tijdlang geen vlees meer zien. Dat was zo’n overweldigende ervaring dat ik vanzelf twee maanden vegetariër ben geworden. Daar zat helemaal geen filosofie achter. Het was puur een lichamelijke reactie. Een saignant gebakken steak kon ik toen gewoon niet meer aanraken.
De scènes doen me denken aan het beeldmateriaal uit een slachthuis dat in België recent het nieuws haalde.
Bong: Gefilmd met een verborgen camera, veronderstel ik?
Ja, precies zoals de personages in je film het doen.
Bong: Typisch voor hoe de wantoestanden in die plekken worden onthuld. Mijn producent en ik hebben slachthuizen bezocht. Doorgaans waren ze daar heel fier op hoe modern en humaan hun faciliteiten zijn. Ik mocht alles zien. Behalve het stunnen, het moment waarop ze de dieren met een metalen pin door het hoofd schieten. Op zich is dat nog de meest humane manier om ze te doden. Heel snel en bijna pijnloos. Maar omdat daar de dood zijn intrede doet, mocht ik het niet zien. Ik moest het natuurlijk wel in de film hebben.
Omdat het interessante beelden oplevert of omdat je mensen wilt doen nadenken over de manier waarop hun voedsel geproduceerd wordt?
Bong: Omdat ik wil dat zo veel mogelijk mensen dat moment kunnen zien waarop een levend dier plots in een commercieel product verandert. Toon dat in een documentaire en het bereik zal beperkt zijn. Door de beelden in een verhaal over de vriendschap tussen mens en dier te plaatsen krijgen veel meer mensen het te zien. En de emotionele impact is ook veel groter.
Moeten genrefilms over thema’s als dierenleed, kapitalisme en klassenverschillen gaan?
Bong: Ik ben me er nooit bewust van dat ik een genrefilm aan het maken ben. Dat zit gewoon in mijn bloed. Ik probeer te focussen op de verhalen die ik wil vertellen en die komen er meestal in een genreconstructie uit. Net zoals muzikanten een eigen manier van zingen en dansen hebben, heb ik mijn manier van vertellen.
En daar hoort sowieso een sociaalpolitieke lading bij?
Bong: Ik wil natuurlijk geen propagandafilms maken. Ik wil iets moois maken, maar elk werk, elk verhaal, zelfs elk personage is sowieso politiek. Gewoon je leven leven is al een politieke daad. Je moet de twee niet van elkaar proberen te scheiden.
Okja
Nu te zien bij Netflix.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier