De regisseur van de goorste film van 2019: ‘We zijn allemaal voyeurs, daar kan geen moraal tegenop’
Met Der goldene Handschuh, een biopic over de Duitse seriemoordenaar Fritz Honka, levert Fatih Akin wellicht de goorste film van het jaar af – bloed, zweet en rottende lichaamsdelen incluis. ‘Geweld is niet sexy, het is gewoon smerig.’
Van Jeffrey Dahmer tot Ted Bundy, van de Zodiac Killer tot de Boston Strangler… Niets dat zo tot de popculturele verbeelding spreekt als de seriemoordenaar. Bovendien wil het cliché dat het vaak om intelligente en duivels charmante roofdieren en dus dankbare sujetten voor biopics gaat, al past dat profiel duidelijk niet bij alle serial killers. Fritz Honka, die tussen 1971 en 1974 minstens vier vrouwen uit de rosse buurt van Hamburg doodde, was klein, impotent en lelijk. Hij was een alcoholverslaafde nachtwaker die de verlepte hoeren die hij opscharrelde na de (orale) seks in stukken sneed. Tot de stank van hun rottende, in plastic zakken bewaarde vlees tot bij de buren doordrong en hij na een brand in zijn huis louter toevallig werd geklist. Daarna zat hij, tot zijn dood in 1998, opgesloten in een psychiatrische inrichting.
Tuurlijk is dit een voyeuristische film van een voyeurist voor voyeuristen. En dan?
Drie jaar geleden publiceerde Heinz Strunk de bestseller Der goldene Handschuh over Honka en diens in zweet, pis, alcohol, bloed en trauma’s gedrenkte exploten. Nu is zijn boek verfilmd, door Fatih Akin nog wel, de Turks-Duitse regisseur van bekroonde arthousehits als Gegen die Wand (2004), Auf der anderen Seite (2007) en Aus dem Nichts ( In the Fade, 2017). Verwacht dus geen keurig op Hollywoodleest geschoeide serialkillerthriller, maar een biopic die u meesleurt naar de beruchte Reeperbahn, door Honka’s gruwelkabinet en door de smerige marge van naoorlogs Duitsland, alsof de geest van Rainer Werner Fassbinder zich aan een gore gruwelfilm waagt. ‘Akins filmografie neemt een steile duik met dit weerzinwekkende portret’, schreef Variety gedegouteerd. ‘Een film die je bewust wil overweldigen en doen walgen, en in dat opzicht Akins meest effectieve genreoefening’, zo klonk de lof van IonCinema.
Je bent zelf afkomstig uit Hamburg. Is Fritz Honka ginds een beruchte figuur?
Fatih Akin: Ik was destijds te jong (Akin is geboren in 1973, nvdr.) om me die zaak te herinneren, maar ik heb mensen gesproken die hem nog hebben gekend. Hij was geen notoire serial killer, eerder een marginaal, een cultlegende. Eigenlijk deed hij maar wat, deels uit seksuele frustratie, deels door de drank die hem agressief maakte. Er zat geen methode in zijn waanzin. Hij bewaarde de lichaamsdelen bij hem thuis omdat hij niet wist wat ermee aan te vangen. Het is niet zo dat hij een zieke fetisj voor lijken had.
Jij lijkt wel een fetisj voor Honka te hebben, als je ziet hoe plastisch je al zijn goorheid in beeld brengt.
Akin: Ik wilde geen sympathiek personage van hem maken. Honka was een moordenaar, klaar en duidelijk, maar hij had iets zieligs en fragiels. Ik vind het belangrijk dat je de mens achter het monster ziet. Vandaar dat ik Jonas Dassler heb gecast, die twintig jaar jonger is dan Honka ten tijde van de moorden. Achter de make-up en de valse tanden zie je jeugdige onschuld, wat het des te dubbelzinniger en daarom geloofwaardiger en akeliger maakt. Dat vind ik interessanter dan al die Hollywoodthrillers, waarin het gaat om superintelligente, superkwaadaardige, haast bovennatuurlijke moordmachines. Ik ben geïnteresseerd in de natuur, en in haar excessen. Ik had op voorhand ook geen Hollywoodthrillers in gedachten. De film die ik aan mijn crew getoond heb, was Fassbinders Händler der vier Jahreszeiten (1972). Die sfeer, die gezichten, dat milieu zocht ik.
Achter de groteske gruwel schuilt inderdaad een film over eenzaamheid, over sociale uitsluiting, over het pregeglobaliseerde Duitsland.
Akin: Maar ik geloof niet dat mensen per definitie het product van hun omgeving zijn en met dat standpunt hebben veel mensen het kennelijk lastig. Honka was geen pervert, maar een zieke, manisch-depressieve geest. Hij doodde niet voor zijn plezier, maar uit woede, uit wanhoop. Hij had in een concentratiekamp gezeten en hij was als kind verkracht. Ik heb die scènes ook gefilmd, maar uiteindelijk weggelaten omdat ze te zwaar waren en ik niet wilde dat het zou aanvoelen als een apologie voor zijn gedrag. Hij is verkracht dus werd hij later zelf een verkrachter? Sorry, maar da’s te makkelijk en een belediging voor al die mensen die wel hun trauma’s verwerkt hebben.
Toch verwijten sommigen je exploitatie en voyeurisme.
Akin: Ik kan je meenemen naar enkele bars in Hamburg en de taferelen die je daar zult zien, zullen even grotesk zijn als die in de film. In het groteske zit humor en dat wilde ik tonen, op een realistische manier, maar ik wilde geen humor stoppen in het geweld. Geweld is lelijk, smerig. Het is niet sexy of glamoureus, dus moet je het ook niet zo presenteren. Films die dat wel doen, die zijn pas exploitatief. Bovendien zijn we allemaal voyeurs. Het is een natuurlijk instinct. Daar kan geen moraal tegen op. Wat gebeurt er wanneer we een ongeval zien? We kijken ernaar omdat het ons opwindt, omdat het ons het gevoel geeft dat we leven. Mensen die films over seriemoordenaars walgelijk vinden, moeten mij niet beschuldigen, maar moeder natuur. Tuurlijk is dit een voyeuristische film van een voyeurist voor voyeuristen. En dan? Het leven is eindig en de dood herinnert ons daaraan. In het echte leven, én in de kunst. Horror is net een celebratie van het leven, een manier om in het reine te komen met onze sterfelijkheid. Daarom is het zo’n onverwoestbaar genre en gaan mensen zelfs in streamingtijden nog altijd graag naar gruwelfilms kijken in de bioscoop.
Het is wel geen doorsneehorror die je presenteert.
Akin: Pure genrefilms interesseren me niet. Fantasy ook niet. Er moet een persoonlijke, sociale connectie zijn, en die had ik met Honka, aangezien ik uit zijn buurt kom. Hereditary en The Babadook vond ik twee van de beste films van de voorbije jaren. Maar waren dat horror- of arthousefilms? Beide volgens mij, en dat geldt voor Der goldene Handschuh hopelijk ook.
Der goldene Handschuh
Vanaf 24/7 in de bioscoop.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fatih Akin
Geboren in 1973 in Hamburg, als zoon van Turkse immigranten.
Wint in 2004 in Berlijn de Gouden Beer met Gegen die Wand, valt in Cannes in de prijzen met Auf der anderen Seite (2007) en Aus dem Nichts (2017).
Draait in 2005 de docu Crossing the Bridge, over de alternatieve popscène van Istanbul. Dj’en is zijn hobby.
Krijgt doodsbedreigingen van Turkse extremisten vanwege The Cut (2016), een epos over de Armeense genocide.
Fervent supporter van FC St. Pauli, de cultvoetbalploeg uit Hamburg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier