David Lynch laat in zijn kaarten kijken: ‘Voor een kunstenaar zijn woede, depressie en verdriet vergif’

In ‘Hoe vang ik de grote vis?’, vanaf 2 juli in het Nederlands verkrijgbaar, schrijft regisseur en schilder David Lynch zijn ideeën over creativiteit neer. Knack Focus biedt u een fragment aan: ‘Meditatie voert je naar een oceaan van zuiver bewustzijn, zuiver weten.’

Hij die geluk in zichzelf ervaart, hij die tevredenheid vindt in zijn binnenste, hij die het innerlijk licht kent, deze yogi, die één is met Brahman, verwerft eeuwige vrijheid in goddelijk bewustzijn. – Bhagavad-Gita

Toen ik voor het eerst over meditatie hoorde, was ik er helemaal niet in geïnteresseerd. Ik was niet eens nieuwsgierig. Het leek me zonde van de tijd.

Wat mijn belangstelling wekte, was de uitdrukking ‘het ware geluk zit vanbinnen’. Aanvankelijk vond ik het wat armzalig, omdat er niet bij werd gezegd waar je dat ‘binnen’ moest zoeken en hoe je er moest komen. Maar er zat naar mijn gevoel iets in. En ik begon te denken dat meditatie wel eens die weg naar binnen zou kunnen zijn.

Ik verdiepte me in meditatie, stelde vragen en overwoog allerlei vormen. Op een gegeven moment werd ik gebeld door mijn zus. Ze zei dat ze al zes maanden bezig was met Transcendente Meditatie. Ik merkte iets op in haar stem. Een verandering. Iets van diep geluk. En ik dacht: Dat is wat ik wil.

Daarom ging ik in juli 1973 naar het TM-centrum in Los Angeles en ontmoette daar een instructeur. Ik mocht haar wel. Ze zag eruit als Doris Day en leerde me de techniek. Ze gaf me een mantra, een klank-vibratie-gedachte. Je mediteert niet op de betekenis ervan, maar op de specifieke klank-vibratiegedachte.

Sommige mensen zijn dichters en kunnen de dingen prachtig zeggen met woorden. Maar cinema is ook een taal.

Ze nam me mee naar een kleine kamer voor mijn eerste meditatie. Ik ging zitten, sloot mijn ogen en begon met de mantra. Het was alsof ik in een lift stapte waarvan de kabel werd doorgesneden. Bam! Ik viel in een gevoel van diepe vrede – pure gelukzaligheid. Ik zat er helemaal in. Mijn leraar zei: ‘Het is tijd om terug te keren. De twintig minuten zijn voorbij.’ Ik zei: ‘zijn die twintig minuten nu al om?!’ En zij zei: ‘Sssttt!’ omdat er ook nog andere mensen aan het mediteren waren. Het leek zo vertrouwd, maar het was tegelijkertijd ook nieuw en krachtig. Daarna heb ik vaak gezegd dat we het woord ‘uniek’ zouden moeten reserveren voor deze ervaring.

Meditatie voert je naar een oceaan van zuiver bewustzijn, zuiver weten. Maar het voelt tegelijkertijd ook vertrouwd; je bent het zelf. Er komt meteen een gevoel van geluk in je op – geen oppervlakkig geluk, maar een gevoel van diepe schoonheid. Ik heb in die drieëndertig jaar nooit een meditatie gemist. Ik mediteer eenmaal in de ochtend en nog een keer in de middag, telkens ongeveer twintig minuten. Daarna ga ik aan de slag met wat ik die dag te doen heb. En ik merk dat het me meer vreugde geeft in mijn werk. Mijn intuïtie wordt scherper. Het plezier in het leven neemt toe. En de negativiteit verdwijnt.

***

Het is gemakkelijker om de hemel op te rollen in een klein doek dan geluk te verwerven zonder het Zelf te kennen. – Upanishads

Toen ik begon met mediteren, zat ik vol angst en stress. Ik voelde me neerslachtig en boos.

Ik reageerde dat vaak af op mijn eerste vrouw. Toen ik twee weken bezig was met meditatie, kwam ze naar me toe en zei: ‘Wat is er aan de hand?’ Ik was even stil. Na een poosje zei ik: ‘Hoe bedoel je?’ Ze zei: ‘Die boosheid, waar is die gebleven?’ Ik had niet eens in de gaten gehad dat hij weg was.

Ik noem die neerslachtigheid en woede het Verstikkende Rubberen Clownspak van Negativiteit. Het werkt verstikkend en het rubber stinkt. Maar als je gaat mediteren en de duik naar binnen waagt, begint dat clownspak op te lossen. Op het laatst besef je hoe doordringend de stank was. En dan, als het helemaal is verdwenen, ben je vrij.

Woede, depressie en verdriet zijn goed voor een verhaal, maar voor een filmmaker of kunstenaar zijn ze vergif. Ze houden je creativiteit in een ijzeren greep. Als ze je in de greep hebben, kom je nauwelijks je bed uit. De stroom van creatieve ideeën stokt. Je hebt helderheid nodig om te scheppen. Je moet ideeën kunnen vangen.

***

Cinema is een taal. Het kan dingen zeggen – grote, abstracte dingen. Dat vind ik er mooi aan. Ik ben niet altijd goed met woorden. Sommige mensen zijn dichters en kunnen de dingen prachtig zeggen met woorden. Maar cinema is ook een taal. En met die taal kun je veel zeggen, omdat je werkt met tijd en sequenties. Er is dialoog. Er is muziek. Er zijn geluidseffecten. Je hebt zo veel gereedschap. Je kunt er gevoelens en gedachten mee tot uitdrukking brengen die op een andere manier niet kunnen worden gezegd. Het is een magisch medium.

Ik vind het heel mooi om na te denken over de manier waarop beeld en geluid kunnen samenvloeien in tijd en sequenties, waardoor er iets ontstaat wat alleen kan worden gecreëerd door cinema. Cinema bestaat niet alleen uit woorden en muziek – het bestaat uit een hele reeks elementen die samenkomen en samen iets scheppen wat eerder niet bestond. Cinema vertelt verhalen. Het schept een wereld, een ervaring die mensen niet kunnen hebben behalve als ze die film zien. Als ik een idee voor een film krijg, kan ik verliefd worden op de manier waarop cinema dat tot uitdrukking weet te brengen. Ik hou van verhalen met abstracties, en dat is iets waar cinema toe in staat is.

Een film zou op zichzelf moeten staan. Het is absurd als een filmmaker met woorden moet uitleggen wat een film betekent. De wereld in de film is een gecreëerde, en mensen vinden het soms heerlijk om in zo’n wereld te stappen. Voor hen is die wereld echt. En als mensen ontdekken hoe iets is gemaakt, of wat dit of dat betekent, dan keren die dingen als ze de film nogmaals zien terug in hun ervaring. En dat verandert de film. Het lijkt me de moeite waard en van groot belang om die wereld in stand te houden en geen dingen te zeggen die deze ervaring stukmaken.

Ik ben gek op het gezegde: ‘De wereld is zoals je bent.’ Ik denk dat films zijn zoals je bent. Daarom is elke filmvertoning anders, ook al zijn de frames van de film hetzelfde.

Buiten het kunstwerk heb je niets nodig. Er zijn prachtige boeken geschreven, maar de schrijvers zijn allang dood en je kunt ze niet opgraven. Maar je hebt het boek, en een boek kan je laten dromen en nadenken over dingen.

Mensen zeggen soms dat ze een film moeilijk kunnen begrijpen, maar ik denk dat ze veel meer begrijpen dan ze beseffen. Omdat ze gezegend zijn met intuïtie – we hebben echt een gave om dingen aan te voelen.

Iemand kan bijvoorbeeld zeggen dat hij muziek niet begrijpt. Maar de meeste mensen ervaren muziek vanuit hun emotie en zullen ermee instemmen dat muziek een abstractie is. Je hoeft muziek niet in woorden te kunnen vangen – je kunt ernaar luisteren.

Cinema lijkt erg op muziek. Het kan heel abstract zijn, maar mensen willen het graag met hun verstand begrijpen om het in woorden te kunnen vangen. Als dat niet lukt raken ze gefrustreerd. Maar ze kunnen ook een verklaring zoeken van binnenuit, als ze daarvoor openstaan. Als ze er met hun vrienden over zouden spreken, zouden ze al gauw dingen ontdekken – wat iets is en wat het niet is. Ze kunnen het met elkaar eens of oneens zijn – maar hoe zouden ze het eens of oneens kunnen zijn als ze het niet al wisten? Het interessante is dat ze meer weten dan ze denken. Door stem te geven aan wat ze weten, wordt het steeds helderder. Als ze iets ontdekken, zouden ze kunnen proberen om dat nog wat meer op te helderen, en het opnieuw kunnen bespreken met hun vrienden. Zo zouden ze tot een conclusie kunnen komen. Een geldige conclusie.

Ik ben gek op het gezegde: ‘De wereld is zoals je bent.’ Ik denk dat films zijn zoals je bent. Daarom is elke filmvertoning anders, ook al zijn de frames van de film hetzelfde – hetzelfde aantal, in dezelfde volgorde en met dezelfde woorden. Het verschil is vaak subtiel, maar het is er. Het hangt af van het publiek. Er loopt een cirkel van het publiek naar de film en terug. Elk mens kijkt en denkt en voelt en komt met zijn of haar dingen. En dat zijn waarschijnlijk andere dingen dan die waar ik iets mee heb.

Je wordt verliefd op het eerste idee, dat kleine stukje. En als je dat eenmaal hebt, komt de rest vanzelf.

Je weet nooit hoe een film mensen zal raken. Als je erover nadenkt hoe een film mensen zou kunnen raken of kwetsen, of dat hij dit of dat teweeg zou kunnen brengen, zou je stoppen met het maken van films. Je doet gewoon de dingen die je graag doet en je weet nooit wat er gaat gebeuren.

Een idee is een gedachte. Het is een gedachte die vaak meer bevat dan je denkt als ze in je opkomt. Op dat eerste moment is er een vonkje. In een stripverhaal gaat er een lichtje branden als iemand een idee heeft. Het gebeurt in een flits, net als in het leven. Het zou geweldig zijn als de hele film je in één keer voor ogen zou staan. Maar hij komt, althans in mijn geval, in fragmenten. Het eerste fragment is als een Steen van Rosetta. Het is een stukje van de puzzel en wijst vooruit naar wat volgt. Het is een puzzelstukje vol hoop.

In Blue Velvet waren het rode lippen, groene gazons, en het lied – Bobby Vintons versie van ‘Blue Velvet’. Daarna lag er een oor in een grasveld. Meer niet. Je wordt verliefd op het eerste idee, dat kleine stukje. En als je dat eenmaal hebt, komt de rest vanzelf.

Hoe vang je de grote vis? van David Lynch verschijnt op 2 juli bij VBK.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content