Denis Villeneuve bewijst met Blade Runner 2049 dat film dé kunstvorm van het derde millennium is.
Op een dag in de toekomst zal men zich afvragen waarom de mensheid aan het begin van de jaren 2000 plots wereldwijd Denis Villeneuve begon te aanbidden. Het antwoord zal Blade Runner 2049 zijn. Al dwong de Canadese regisseur met genrepareltjes als Prisoners (2013), Sicario (2015) en Arrival (2016) ook al bewondering af vóórdat hij al het beste uit Ridley Scotts Blade Runner haalde en er iets beters, nieuwers en mooiers mee maakte.
Niet dat het Villeneuve aan respect ontbreekt voor Scotts scifiklassieker uit 1982 waarin Harrison Ford jacht maakt op in opstand gekomen androïden, die men in dat donkere universum replicanten noemt. Villeneuve bestrooit zijn dertig jaar later gesitueerde vervolgverhaal met echo’s van de eerste film, en met knipogen aan Do Androids Dream of Electric Sheep?, de roman van Philip K. Dick waar Blade Runner op gebaseerd is.
De plot, met Ryan Gosling als blade runner of replicantenjager van dienst, is een rechtlijnig detectiveverhaal dat rechtstreeks uit het ‘film noir’-handboek komt waar ook Scott al gretig in had zitten graaien. Maar Villeneuve en zijn onvolprezen cameraman Roger Deakins gebruiken Goslings zoektocht naar zijn vermiste voorganger slechts als een dunne narratieve draad waar ze hun beelden aan ophangen. En die zijn adembenemend.
Ergens in een mistroostig parallel universum dat we gemakshalve het echte leven noemen, lopen blijkbaar mensen rond die hun betekenisloze avonden met Netflix vullen.
In Blade Runner 2049 is het motto van de replicanten nog steeds ‘more human than human’ en Villeneuve heeft iets gemaakt dat meer film dan film is. Wat hij Deakins allemaal uit zijn camera laat toveren, hoort niet gewoon thuis in een museum, er zou een speciaal museum voor gebouwd moeten worden.
Met een in visuele melancholie gedoopte landschaps-, stads- en interieurfotografie creëerde de regisseur met zijn team een futuristische wereld die te troosteloos is om er in te willen wonen, maar die toch doet dromen. En niet eens van elektrische schapen, maar wel van regenachtige toekomststeden vol neonlicht, oneindig uitgestrekte vuilnisbelten en verlaten snelwegen onder een dikke laag oranje stof.
In een puur cinematografische aanval op alles wat mensen tot mensen maakt, bestookt de auteur de zintuigen (dat geluid dat achteraf nog dagenlang in uw borstbeen natrilt), het verstand (die soms bijna achteloos geopperde filosofische vraagstukken) en de emoties (die hartverscheurende blik van Ryan Gosling).
Ergens in een mistroostig parallel universum dat we gemakshalve het echte leven noemen, lopen blijkbaar mensen rond die hun betekenisloze avonden met Netflix vullen en maar één keer per jaar naar de bioscoop gaan. Laat ons voor die grijze zielen bidden dat ze dit jaar naar Blade Runner 2049 gaan.
Blade Runner 2049
Denis Villeneuve met Harrison Ford, Ryan Gosling, Ana de Armas
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier