Billy Wilder op dvd

Hollywood-grootmeester Billy Wilder maakte altijd zwarte komedies, zelfs als hij regelrechte drama’s draaide. Zo blijkt ook nu weer uit een box met vier klassiekers.

Billy Wilder

Five Graves to Cairo (1943, ***)

Double Indemnity (1944, ****)

A Foreign Affair (1948, ***)

The Front Page (1974, ***)

(Geen extra’s; A-Film)

De nieuwe Billy Wilder-box bevat maar één zuivere komedie (The Front Page), maar ook de drie andere titels, die je tot zijn drama’s zou kunnen rekenen, worden overheerst door de vlijmscherpe humor van deze Oostenrijkse joodse vluchteling die in de jaren 30 neerstreek in Californië en een van de grootmeesters werd van de klassieke Hollywoodcinema.

De oudste film in het kwartet is Five Graves to Cairo (1943), een spottend oorlogsdrama in de woestijn met Franchot Tone als een Britse soldaat die zich uitgeeft voor een Franse dubbelagent. In een hotel in Sahara probeert hij veldmaarschalk Rommel de geheime locatie te ontfutselen waar de ammunitie voor de Duitse troepen ligt opgeslagen. Five Graves to Cairo is een van die Hollywoodfilms die heel snel inspeelden op de politieke actualiteit: de opnamen hadden plaats in de Mojave-woestijn terwijl Rommel met zijn pantserdivisies nog in Noord-Afrika zat. Maar in plaats van een plichtsbewuste propagandafilm maakte Wilder er een zwierige spionageprent van die ondanks het historisch kader weinig met de klassieke oorlogsfilm van doen heeft. Een aantal scènes baden zelfs in de expressionistische doem van film noir. Ondanks de ernst van het onderwerp en van wat op het spel staat, kan Wilder het niet laten om van de nazi-bons een onvergetelijke, autoritaire karikatuur te maken. Erich von Stroheim speelt Rommel zelfs meer als een hautaine filmregisseur dan als sluwe militaire strateeg.

Wilders uitbeelding van het Duitse Herrenvolk is verbazend weinig rancuneus, zeker als je weet zijn moeder, grootmoeder en stiefvader in Auschwitz werden vergast. Ook in A Foreign Affair (1948), zijn grimmige dramatische komedie over de denazificatie, is Wilder verrassend mild voor de overwonnen Duitsers en reserveert hij zijn giftigste pijlen voor de hypocrisie en naïviteit van de gulle Amerikaanse bevrijder. Jean Arthur is de Amerikaanse senator die een commissie leidt die onderzoek doet naar het moreel laakbaar gedrag van de Amerikaanse troepen in de verslagen Duitse hoofdstad. Haar vooroordelen en preutse fatsoensnormen zijn niet opgewassen tegen wat ze op het terrein meemaakt, vooral wanneer ze verliefd wordt op de militair die ze voor de krijgsraad wil slepen en geduchte concurrentie krijgt van een zwoele nachtclubzangeres (Marlene Dietrich in grote doen) die in het gezelschap van hooggeplaatste nazi’s heel wat troebele wateren heeft doorzwommen. Telkens kluchtige vaudeville de film lijkt te domineren, is er het harde realisme van het puin en de ruïnes van het platgebombardeerde Berlijn, waar de opnames plaatsvonden.

Harde kritiek op zijn nieuwe vaderland ventileerde Wilder al enkele jaren eerder in Double Indemnity (1944). Deze sleutelfilm van de film noir is ook een van de donkerste misdaadfilms uit de jaren 40. Wilder gebruikt het favoriete motief van het hardgekookte misdaadgenre (zwakke held wordt door femme fatale aangezet tot moord) voor een genadeloze ontmaskering van een liefdeloos, materialistisch Amerika. Die gevoelens zitten kernachtig vervat in een van de iconische beelden uit de film: Barbara Stanwyck en Fred MacMurray maken tussen de voedselrekken van een supermarkt in Los Angeles hun samenzweerderige afspraakjes voor en na de moord op Stanwycks echtgenoot. Bij een van die ontmoetingen verbergt Stanwyck haar ogen achter een zonnebril, waardoor haar streven naar onopvallende anonimiteit ook een kunstmatige pose wordt.

De diabolische intrige van moord en oplichterij om een dubbele verzekeringspolis op te strijken komt uit de gelijknamige roman van James M.Cain die door Raymond Chandler, die andere grootmeester van de hardboiled school, in zeven weken tot een bruikbaar filmscript werd bewerkt. Chandler had een grondige hekel aan Wilder (de ex-scenarist die altijd meeschreef aan de scripts van zijn films) en haatte het resultaat. ‘Working with Billy Wilder on Double Indemnity was an agonising experience and has probably shortened my life, but I learned from it about as much about screenwriting as I am capable of learning, which is not very much,’ schreef Chandler in 1950 aan zijn Engelse uitgever. Uit die nare ervaring groeide hoe dan ook een onsterfelijke klassieker.

De vierde titel in deze collectie is een van de laatste films van Wilder. The Front Page (1974) is al de derde versie van de beroemde Broadwayhit van Ben Hecht en Charles Mac Arthur over het cynische perswereldje in het Chicago van de Roaring Twenties. Alles draait rond de pogingen van een manische hoofdredacteur (Walter Matthau) om het huwelijk van zijn sterreporter (Jack Lemmon) te verhinderen, zodat die nog verslag uit kan brengen van een sensationele executie. Wilder blijft grotendeels trouw aan de feilloze theatrale dynamiek, gedomineerd door een spervuur van scheermesscherpe replieken, en haalt vooral het maximum uit het samenspel van zijn favoriet acteursduo. Op het einde van zijn leven betreurde Wilder dat hij ooit die ene remake maakte, maar ofschoon minder ambitieus dan vele van zijn latere films, blijft The Front Page aanmerkelijk scherpzinniger en taaier dan de meeste films uit die jaren die een graantje wilden meepikken van de nostalgie naar de twenties.

Patrick Duynslaegher

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content