Alle Disneyklassiekers krijgen een live-action remake… behalve eentje

© Disney
Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Met Dumbo, Aladdin en straks ook The Lion King is Disney aan een razend tempo zijn tekenfilms tot live-actionfilms aan het herwerken. Er is maar één probleem: de tijdgeest. Hoe Disney sprookjes remaket in tijden van politieke correctheid.

Aladdin is nog maar nauwelijks uit de zalen en Disney probeert u alweer warm te krijgen voor zijn volgende live-actionhervertelling: The Lion King. Nog voor 2019 voorbij is, zal ook een opvolger van Maleficent en een adaptatie van Lady en de Vagebond op de kijker losgelaten worden. Tel daarbij Tim Burtons Dumbo, dat in maart verscheen, en je zit aan vijf films in een jaar tijd. Disney is in een geschift tempo zijn tekenfilms aan het remaken.

Dit is misschien het meest verbazende: dat Disney niet van shitstorm in shitstorm is beland.

Nu de technologie het toelaat om pratende slangen, levende kandelaars en geesten in lampen fotorealistisch te animeren, lijkt Disney een nieuwe, onuitputtelijke geldbron aangeboord te hebben. Voor volwassenen is het een herbeleving van de films waar ze mee opgroeiden, voor kinderen is het een nieuwe Disneyfilm. De songs en scènes zijn al geschreven, grote namen in de cast zijn niet nodig – personages als Aladdin en Simba zijn de echte trekkers. En aangezien alles baadt in een sfeer van nostalgie, zijn de remakes ook nog eens critic proof – slechte recensies doen er nauwelijks toe als je een persoonlijke band met een film hebt.

Met dik 800 miljoen dollar aan de wereldwijde box office is Aladdin ondertussen een groter succes dan de originele tekenfilm. En dus blijft Disney pompen. Voor 2020 staan Mulan en Cruella al klaar. Merlijn de tovenaar, Pinokkio, De klokkenluider van de Notre-Dame, Lilo & Stitch en De kleine zeemeermin wachten ondertussen op een releasedatum. Na het immer verder breiende multiversum van Marvel en de never ending saga van Star Wars lijkt Disney nu een derde franchise zonder einde te hebben gevonden. Werkelijk élke tekenfilmklassieker uit Disneys back catalogue zal de komende jaren een live-actionremake krijgen.

Nu ja.

Op eentje na dan.

Er is één klassieker waar Disney met een wijde boog omheen zal lopen. Een prinsessenfilm waar geen enkele regisseur zich nog aan durft te wagen. Een tekenfilm waarbij de gedachte aan een fotorealistische versie alleen al pijnlijk is. Een naam die dezer dagen enkel gefluisterd wordt.

Pocahontas.

Het zijn heel, heel gevoelige tijden om films te remaken. Niet elk Disneypersonage blijkt even goed te verouderen.

Zoals gezegd: zodra de technologie het toeliet, zat Disney op een droomformule. Zij het dat er één klein probleempje was: de tijdgeest. Achteraf bekeken is het bijna geschift dat Disney het aangedurfd heeft om uitgerekend nú zijn back catalogue te herwerken.

De voorbije drie jaar waren namelijk niet de evidentste voor remakes en adaptaties. Mocht u het niet gemerkt hebben: we leven in cultureel gevoelige tijden. De fancultuur lijkt reactionairder dan ooit – en zeker als er nostalgie bij komt kijken. Cast eender wie die níét Robin Williams is als de geest uit Aladdin en het internet start een petitie om je film tegen te houden die 12 miljoen handtekeningen verzamelt. Tegelijk heeft de woke wereld een strijdveld gemaakt van de popcultuur en wordt elke film onderzocht op mogelijk racisme, seksisme en homofobie. Cast eender wie wiens etniciteit níét terugggaat tot het historische achttiende-eeuwse Perzië als geest uit Aladdin en het internet begint een petitie tegen je film. Dat is het lastige klimaat waarin remakes en adaptaties vandaag verschijnen. Verander te veel en je krijgt het internet over je heen. Verander te weinig en je krijgt het internet over je heen.

Komt daar nog eens bij dat de catalogus van Disney niet meteen de meest onproblematische is. Van het onderhuidse seksisme in prinsessenfilms als Sneeuwwitje of Frozen tot het vergoelijkende kolonialisme van The Jungle Book of Mulan: je moet geen woke king zijn om te zien dat de verhalen waarin Disney zich specialiseert niet meer op maat van 2019 zijn. En kun je veel van die 2D-tekenfilms nog makkelijk plaatsen in hun eigen context en tijdgeest, dan ligt dat veel moeilijker als je er net nu een live-actionremake van gaat maken.

Fotorealisme is genadeloos.

Simba en Nala kregen in de nieuwe LION KING de stemmen van zwarte acteurs, in hun volwassen versie die van DONALD GLOVER en BEYONCé.
Simba en Nala kregen in de nieuwe LION KING de stemmen van zwarte acteurs, in hun volwassen versie die van DONALD GLOVER en BEYONCé.

Disneys remakeparcours van de jongste jaren is dan ook behoorlijk fascinerend gebleken. Een van de eerste herwerkingen in de huidige hausse was The Jungle Book (2016). Op zich al gevoelige materie: het verhaal was gebaseerd op het boek van Rudyard Kipling, niet de minst koloniale Britse schrijver. Maar Disney bleef trouw aan de fantasiewereld van de originele tekenfilm uit 1967 en ging alles wat met India te maken had uit de weg. Wél aangepast: King Louie werd in de remake ingesproken door Christopher Walken, een blanke acteur. In de originele tekenfilm was dat Louis Prima, die een soort imitatie van Louis Armstrong, ‘King of the Zulus’ in zijn thuisstad New Orleans, bracht. Een poging om een zwarte stem te imiteren dus. Wat, in het geval van een orang-oetan, gevoelig lag.

Emma Watsons Belle kreeg in Beauty and the Beast dan weer een licht feministische make-over. Belle was anno 2017 geen naïeve boekenwurm meer, maar hielp haar vader met de zware machines en was daarnaast een soortement uitvinder. Disney flirtte ook voor het eerste met woke cultuur, zonder veel succes. LeFou, de sidekick van de slechterik, was met veel bombarie een ‘exclusively gay moment’ beloofd, het eerste in een Disneyfilm; uiteindelijk bleek het niet veel meer dan queer baiting – appelleren aan de holebigemeenschap om puur promotionele redenen.

In Tim Burtons Dumbo zaten dan weer wat rare vaststellingen. Zo arriveerde Dumbo niet meer met een ooievaar, maar werd hij geboren. Seksuele opvoeding is duidelijk veranderd sinds 1941. Er was ook opvallend veel aandacht voor de behandeling van circusdieren, iets waar bij het origineel niemand van wakker lag – de film eindigde zowaar met de vrijlating van Dumbo in de wilde natuur. Maar de opvallendste verandering was een personage dat plots verdwenen was. In de tekenfilm kwam Dumbo een groep kraaien tegen, waarvan de leider verdacht veel op een racistisch zwart stereotype leek. Het hielp ook niet dat hij Jim Crow heette, een verwijzing naar de segregatiewetten die tot 1965 in de VS bestonden.

Niet alle Disneypersonages bleken even goed te verouderen.

Dat wisten ze zelf ook wel.

Disney heeft een controversevrije formule uitgedokterd. Alleen werkt die niet voor sprookjes die zich tegen de achtergrond van een genocide afspelen.

De intrigerendste testcase tot dusver was Guy Ritchies Aladdin, dat in mei verscheen. Niet eens zozeer omdat het origineel opvallend xenofobe liedregels als ‘Where they’ll cut off your ear if they don’t like your face / It’s barbaric but hey, it’s home’ bevatte. Het was vooral het oriëntalistische perspectief dat vandaag wrong. De Arabische wereld van Aladdin was in 1992 een blanke fantasiewereld, gebouwd op westerse clichés over magie en barbarij, waarbij de goede personages Amerikaans Engels spraken en de slechteriken Engels met een Arabische tongval. Wat dan ook nog eens paste in een problematische Hollywoodtraditie omtrent het Midden-Oosten – zie Jake Gyllenhaal die Dastan in Prince of Persia speelde.

Anno 2019 is Pocahontas een perfect storm van gevoeligheden. Disneys controversevrije formule zou hier simpelweg niet werken.

Disneys antwoord: met een wijde boog om alle potentiële problemen heen lopen. De remake speelde zich af in het fictieve Agrabah, een plaats zo vaag dat niemand er aanstoot aan kon nemen. De steden, architectuur en namen leken Arabisch, maar de tijger van Jasmien, de olifanten van Aladdin en de Bollywoodkostuums en -dansjes waren nadrukkelijk Indiaas (iets wat trouwens ook in de originele film zat). Komt daar nog bij dat Aladdin werd gespeeld door de Egyptisch-Canadese Mena Massoud en Jasmien door Naomi Scott, een Britse met Indiase roots, waardoor elke notie van etniciteit in de film leek te vervagen. En dat werkte. De grootste controverse bij Aladdin ging over de casting van Will Smith. Omdat hij niet Robin Williams was, inderdaad.

Het was de remakeformule zoals Disney die ondertussen geperfectioneerd had. Remakes blijven zo dicht mogelijk bij de fantasiewereld van het origineel. Duidelijk problematische passages worden geschrapt. Casting is inclusief en het feminisme wordt aangescherpt, maar zonder grote maatschappelijke of politieke statements te maken.

Ook voor de komende verfilmingen lijkt dat het plan. In de remake van Lady en de Vagebond is het raciaal stereotyperende The Siamese Cat Song, oorspronkelijk gezongen door Peggy Lee, alvast geschrapt en wordt de rest van de soundtrack door Janelle Monáe onder handen genomen. The Lion King koos met Beyoncé als Nala, Donald Glover als Simba en Chiwetel Ejiofor als Scar voor een nadrukkelijk Afro-Amerikaanse stemmencast.

Je zou het de corporate versie van wokeness kunnen noemen, maar: het werkt. Want dit is misschien het meest verbazende: dat Disney niet van shitstorm in shitstorm is beland. Elke remake had potentieel op een zwartepietendiscussie kunnen uitdraaien, alleen: het gebeurde telkens opnieuw niet. Terwijl Star Wars en Marvel, die twee andere Disneyfranchises, wel in de identiteitsoorlog tussen alt-righttrollen en social-justice warriors verwikkeld raakten, blijven de tekenfilmremakes van grote politieke controverses gespaard.

Tenminste: zo lang als ze van Pocahontas afblijven, dus.

Pocahontas – eigenlijk heette ze Matoaka – was de echt bestaande dochter van een native American-stamhoofd die begin zeventiende eeuw de executie voorkwam van John Smith, een Britse kolonist. Disney maakte er in 1995 een liefdesverhaal van. Destijds was dat nog progressief te noemen. Pocahontas was een behoorlijk vrijgevochten prinses – of toch naar Disneynormen. De kolonisten werden niet als de good guys geportretteerd, wat zelden gebeurde. Maar hoe meer tijd erover ging en hoe meer er duidelijk werd over het echte leven van Pocahontas, hoe problematischer de film werd. Een liefdesverhaal voor kinderen verzinnen tegen de achtergrond van een genocide: geen goed idee. Een prinsessenverhaal maken van een meisje dat uiteindelijk gegijzeld en als trofee naar Engeland verscheept werd, waar ze op haar eenentwintigste stierf: geen goed idee. De blanke kolonist de stem geven van Mel Gibson: geen goed idee.

Anno 2019 is Pocahontas dan ook een perfect storm van gevoeligheden: het is whitewashing, kolonialistisch, seksistisch, stereotyperend, cultural appropriation, geschiedenisvervalsend én Mel Gibson. Wat maakt dat er geen beginnen aan is. Disneys controversevrije formule zou simpelweg niet werken. Hou het bij cosmetische ingrepen die de wereld van het origineel intact laten en je maakt een sprookje van een genocide. Maak er een revisionistisch statement van en je ontketent een identiteitsoorlog waar die omtrent Captain Marvel niets bij is.

Dus nee, Pocahontas blijft nog wel even in de kluis steken.

Zo zag Aladin er tot WO II uit. Het beeld dat u nu van hem hebt, bestaat enkel omdat Saddam Hoessein in 1990 Koeweit binnenviel.
Zo zag Aladin er tot WO II uit. Het beeld dat u nu van hem hebt, bestaat enkel omdat Saddam Hoessein in 1990 Koeweit binnenviel.© Getty Images

Sprookjes passen zich altijd aan de tijdgeest aan. Aan de oorspronkelijke verhalen vasthouden is een slecht idee.

Het een en ander klinkt alsof Disney vandaag heel graag politiek correct wil zijn. Dat is niet zo. Op zich is het namelijk normaal dat kinderverhalen veranderen. Sprookjes zijn nooit statisch vastgelegde verhalen geweest: door de eeuwen zijn ze altijd aangepast.

Aladdin is daar het perfecte voorbeeld van. Het originele Aladin en de wonderlamp komt uit Duizend-en-een-nacht, maar werd pas achteraf aan die bundel toegevoegd door een Franse vertaler ‘die het van een Syriër gehoord had’. Verrassend weetje: het verhaal was gesitueerd in China – Jasmien was de dochter van de keizer. U moet de oude theaterposters eens googelen: tot WO II tonen ze Aladin als een uitgesproken Chinees personage. Pas toen Hollywood zich er in de fifties mee ging bemoeien en het verhaal entte op zwoele buikdansclichés van het Midden-Oosten en Duizend-en-een-nacht veranderde de setting.

Ook de versie die u kent, is zeer tijdsgebonden. Toen Disney eind jaren tachtig aan de tekenfilm begon, speelde het verhaal zich af in Bagdad. Een setting die in 1990 plots een stuk heikeler werd, toen de Golfoorlog uitbrak en de Iraakse hoofdstad vooral met Scud-raketten geassocieerd werd. Disney veranderde Aladdins thuisstad dan maar naar het fictieve Agrabah en moffelde alle referenties naar het Midden-Oosten weg – vandaar ook de duidelijk Indiase beeldtaal. Het beeld, kortom, dat u nu van Aladin hebt, bestaat enkel omdat Saddam Hoessein in 1990 Koeweit is binnengevallen.

Het idee dat kinderverhalen oorspronkelijk moeten blijven, is niet alleen problematisch, het is ook onwenselijk. Het is geweten dat zowat alle sprookjes in hun oorspronkelijke versie een stuk gruwelijker zijn. In het oorspronkelijke verhaal was Doornroosje minderjarig en werd ze in haar slaap verkracht door de prins. De oorspronkelijke Assepoester brak de nek van haar eerste stiefmoeder. En wil je De klokkenluider van de Notre-Dame oorspronkelijk houden, dan moet je Esmeralda laten martelen en ophangen en Quasimodo een hongerdood laten sterven in de kerker, verstrengeld met haar lijk.

Vreemde man, Victor Hugo.

Dit is dan ook de realiteit: de kinderverhalen die we vandaag kennen, zijn al lieflijke, moreel gekuiste versies van de oorspronkelijke sprookjes, aangepast aan de veranderde tijdsgeest. De wreedheid werd niet meer gepast geacht voor kinderen, de negentiende-eeuwse moraal van de gebroeders Grimm en anderen was niet meer wenselijk. Wat Disney vandaag doet, is de volgende stap: een adaptatie van de traditie aan de huidige tijdgeest. De traditie blijft, maar het perspectief is er een van vandaag.

Perspectief is daarbij het cruciale woord. Want dat is wat Disney zich met deze remakegolf lijkt te realiseren: dat het perspectief op hun sprookjes veranderd is. We hebben het al eens geschreven: Disney is geen bedrijf met een progressieve agenda, maar baseert zijn beslissingen op de realiteit. En de realiteit is dat zijn kijkers niet meer dezelfde zijn als dertig jaar geleden. Waren tekenfilms als Aladdin en The Lion King bedoeld voor een grotendeels blank publiek in de VS en Europa – een context waarin ze ook prima functioneerden – dan kijken er vandaag meer mensen mee. Mensen met andere gevoeligheden.

Dan hebben we het er voor alle duidelijkheid niet alleen over dat samenlevingen diverser worden en gevoeliger voor racisme en dierenrechten, maar ook dat blockbusters globaliseren. In 1998 bracht Mulan, gebaseerd op de Chinese legende van Hua Mulan, een schamele 30.000 dollar op aan de Chinese box office, mede na kritiek dat Disney geen respect had voor de oorspronkelijke mythe. Als Disney hoopt dat de live-actionfilm er volgend jaar 100 miljoen dollar meer opbrengt, zullen ze moeten luisteren naar wat de Chinezen ervan vinden. En laat er geen twijfel over bestaan: Disney wíl dat Mulan straks 100 miljoen dollar opbrengt in China.

Benieuwd trouwens wat ze ginder van Mulans draak Mushu vinden.

Genoemd naar moo shu pork, het populairste Chinese gerecht in de VS.

We gokken dat dat eruit vliegt.

The Lion King

Vanaf 17/7 in de bioscoop.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content