42ste Film Fest Gent gaat van start: ‘Een elfdaagse vol informatie, provocatie en esthetisch genot’

© FFG

Met de Vlaamse thriller D’Ardennen wordt het Film Fest Gent 2015 vanavond officieel geopend. Artistiek directeur Patrick Duynslaegher over de focus op Britse cinema, het gevarieerde Vlaamse aanbod en zijn hoogsteigen favorieten. ‘Ik heb nog nooit een film gezien waar ik niks uit heb geleerd.’

Nadat vorig jaar Frankrijk centraal stond in de programmatie van het festival, richten jullie de schijnwerpers dit keer op de Britse film. Wat maakt die zo bijzonder?

PATRICK DUYNSLAEGHER: De Franse cinema is bij het grote publiek beter bekend. Die heeft tijdens zijn bloeiperiode ook veel klassiekers voortgebracht. De Britse cinema daarentegen kent occasioneel wel succes, maar behalve bij specialisten of cinefielen heeft die geen groot aanzien. Ze wordt zelfs wat stiefmoederlijk behandeld – er werd destijds door de nouvelle vague-critici wat minachtend op neergekeken. Het is ook zo dat Frankrijk op dat gebied een veel beter beleid heeft, een overheid die de industrie ondersteunt en deze ook erkent als kunstvorm. De Britse cinema, waarbij dat veel minder het geval is, heeft een industrie die veel meer verweven is met de Amerikaanse film. Ze tracht zich min of meer te spiegelen aan de identiteit van de Hollywoodfilm.

The Falling
The Falling

Toch proberen we ook de kleine films die in de UK worden geproduceerd – door onder meer BBC, Channel 4 en BFI – in het programma op te nemen. Dit jaar zijn dat op één na allemaal films uit 2015, die normaliter geen release in de bioscoop zullen halen. Ik denk dan aan de zeer mooie documentaire van Michael Winterbottom (The Empereror’s New Clothes, nvdr.) of The Falling. Aan de traditionele genres uit de Britse film – misdaad, de sociale drama’s van Ken Loach,… – willen we graag een eigen persoonlijkheid toevoegen. Er een excentriek karakter aan geven, dat is het opzet.

We kunnen niet zomaar tonen wat we willen

Tijdens het festival gaan acht films van eigen bodem in première. De productiviteit van de vaderlandse cinema is de jongste tijd dermate toegenomen dat het publiek soms nauwelijks nog kan volgen. Zo dreigen sommige producties onder de radar te verdwijnen. Op welke manier wil het Film Fest toch kansen bieden aan opkomend talent?

DUYNSLAEGHER: Er is inderdaad een veel grotere productie dan tien of twintig jaar geleden, maar ze is ook zeer gevarieerd. Je hebt grote publieksfilms, auteursfilms, films voor een kleiner publiek – het werk van Caroline Strubbe of Fien Troch, bijvoorbeeld -, films die voorbestemd zijn voor de multiplexen… Wij proberen een keuze te maken uit al die verschillende types, al zijn we natuurlijk onderhevig aan wat er op dat moment geproduceerd wordt. We kunnen met andere woorden niet zomaar tonen wat we willen. Het tempo van de films is zoals je zegt versneld, maar we mogen ook niet naïef zijn: we hebben te maken met een klein gebied. De Vlaamse film is populair, we moeten bij het kiezen dus rekening houden met vraag en aanbod.

D'Ardennen
D’Ardennen© Savage film/Maarten Verminck

Er zijn dit jaar twee grote films – D’Ardennen en Black -, maar evengoed meer ‘kwetsbare’ titels als Bobbejaan en Problemski Hotel. Vroeger had je wel eens films die in een soort van derde circuit terechtkwamen, die in culturele centra vertoond werden. Wij willen ook aan die films ruchtbaarheid geven, en zo een mooi lanceerplatform zijn.

Het heeft geen zin om enkel films te tonen die nadien allemaal in de zalen komen, dan krijg je een aaneenschakeling van avant-premières

Jullie slagen er telkens weer in zowel de kleine revelaties als de echte kleppers van de buitenlandse festivals – Berlijn, Venetië, Cannes – naar Gent te halen. Wat maakt een film uitermate geschikt voor het Film Fest? Hanteren jullie bepaalde criteria, of gaan jullie af op jullie buikgevoel?

DUYNSLAEGHER: Dat is een moeilijk te beantwoorden vraag. Het buikgevoel speelt wel een grote rol. Film is iets zeer persoonlijks, niemand reageert er op dezelfde manier op. Voor Wim (De Witte, programmator van het Film Fest Gent, nvdr.) en mij is de artistieke kwaliteit en het maatschappelijk belang cruciaal. We proberen het beste uit de wereldcinema te bieden, met zowel films die door een verdeler worden uitgebracht als films die vaak slechts een unieke vertoning krijgen. Een aanvulling bieden op het reguliere circuit, dat is wat we willen doen. Het heeft ook geen zin om alleen films te tonen die achteraf allemaal in de zalen komen, want dan krijg je een aaneenschakeling van avant-premières. Daar moet ook plaats voor zijn, maar die moet je dan in je programma verwerken. Bij de selectie moet je ook rekening houden met de verschillende types van cinefielen. Sommigen houden van Aziatische cinema, anderen hebben een voorkeur voor Italiaanse of Zuiderse films, nog anderen hebben een liefde voor Scandinavische cinema… Zo proberen we te komen tot een rijke variatie.

Patrick Duynslaegher
Patrick Duynslaegher© GF

Welke films zijn uw persoonlijke favorieten van deze editie?

DUYNSLAEGHER: Zonder echt één bepaalde titel naar voor te willen schuiven, vind ik de Hongaarse prent Son of Saul eigenlijk de sterkste. Geen eenvoudige om te bekijken, maar wel een indrukwekkende ervaring. We hebben die film in de eerste plaats gekozen omwille van de cinematografische kwaliteiten, die uiteraard doorslaggevend zijn. Maar zoals de jeugd bepaalde boeken opgelegd krijgt op school, zou ook deze film verplichte kost moeten worden voor de jonge generatie. Omdat het thema van de Holocaust hen ook kan waarschuwen voor de gevaren van pacifistische gevoelens en onverdraagzaamheid die nu weer opduiken. Via het medium film kunnen ze dingen over de wereld ontdekken, wat stof tot nadenken geeft. Ik heb nog nooit een film gezien waar ik niks uit heb geleerd. Dat bedoel ik niet op een schoolse manier, maar film gaat je blik op cultuur, je visie op de wereld verruimen.

Ik vind ‘Son of Saul’ de sterkste film uit ons programma. Zoals de jeugd bepaalde boeken opgelegd krijgt op school, zou deze film verplichte kost moeten worden voor de jonge generatie

Tijdens het festival kan je een blik werpen op de hedendaagse maatschappij, het verleden, de toekomst – het is een laboratorium van ideeën, gevoelens, gedachten, seksualiteit, vooroordelen… Het Film Fest Gent zorgt elf dagen lang voor een intense brok informatie, provocatie en esthetisch genot. Dat laatste wordt nog te vaak vergeten. Een film uit onze selectie die puur drijft op esthetiek is The Assassin van Hou Hsiao-Hsien. Elk beeldkader, iedere kleurschakering is als plastische kunst. Je kan er op dezelfde manier naar kijken als naar een schilderij.

Dieter Vanden Bossche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content