Het stopzetten van elke samenwerking met tv-maker Bart De Pauw was geen lichtzinnige beslissing. Dat heeft VRT-ceo Paul Lembrechts vrijdagochtend verzekerd. De klachten waarmee vrouwen naar de openbare omroep stapten, vertoonden volgens Lembrechts eenzelfde patroon: amoureuze avances die onschuldig startten, maar nadien escaleerden in een vorm van stalking.
‘Dit was geen eenvoudige en lichtzinnige beslissing. Ik hoopte dit soort beslissingen nooit te moeten nemen. Ik zou nogal gek zijn indien ik over ons goudhaantje op zondagavond op anekdotische basis zou beslissen’, verklaarde Lembrechts op Radio 1.
Het patroon dat zich in de klachten aftekende, was voor Lembrechts ‘meer dan voldoende reden’ om actie te ondernemen. ‘De medewerkers van de VRT en van de productiehuizen waarmee de VRT samenwerkt, moeten in een veilige omgeving kunnen werken en niet in een bepaalde vorm van angst’.
De beslissing viel niet op basis van anonieme getuigenissen, legde de ceo uit. De vrouwen in kwestie stapten naar de openbare omroep nadat de VRT enkele weken geleden, in de nasleep van de ‘metoo’-hashtag, zijn meldpunt opnieuw onder de aandacht bracht. Ze hadden een ‘uitvoerig en uitgebreid’ gesprek met de preventie-adviseur over de feiten, die dateren uit een recent of wat verder verleden.
Donderdagavond diende zich overigens nog een extra getuige aan. Volgens Lembrechts vond vorige week donderdag een ontmoeting plaats met De Pauw waar de tv-maker geconfronteerd werd met de elementen in het rapport en waarin werd aangegeven welke richting de beslissing zou uitgaan. ‘Hij heeft gereageerd op een minimaliserende manier. Dat strookt niet helemaal met wat wij hebben gehoord, maar dat verwondert me niet helemaal’. Lembrechts gaf aan geen weet te hebben van andere dossiers over andere medewerkers die zich aan grensoverschrijdend gedrag zouden hebben bezondigd.
De VRT besliste niet alleen de samenwerking stop te zetten met De Pauw, maar ook met het productiehuis Koeken Troef!, waar De Pauw eigenaar van is. Wel wil Lembrechts de deur openlaten om via een constructieve dialoog na te gaan welke de mogelijkheden zijn voor verdere samenwerking op een manier die voor alle partijen aanvaardbaar is.
