Tv-tip: Alloo bij Jambers (21.35u, VTM)

Paul Jambers en Luk Alloo © gf

Wie is hij, wat doet hij, wat drijft hem? Voor één keer is Paul Jambers zélf getuige, in een reportage over zijn eigen leven. De grand reporter wordt dit jaar 70. En dus achtte Luk Alloo de tijd rijp om vier weken het spoor van zijn leermeester te volgen.

‘Ik heb altijd gezegd: ik leg mijn lot nooit in de handen van een tv-maker’, zegt Pieken Paultje wanneer hij ons ontvangt in zijn werkplek in Duffel. ‘Maar ik ken Luk goed. Hij is beginnen te werken bij mij en heeft zo zijn eerste stappen in de televisiewereld gezet.’

Jambers toont ons enkele fragmenten van de vierdelige docureeks Alloo bij Jambers. We zien hoe een roadtrip het duo eerst naar Pauls ouderlijke woonst in Hoboken leidt, dan naar de kantoren van de VRT, waar veertig jaar geleden zijn carrière begon, tot in zijn imposante archief, waar zijn hele leven opgestapeld ligt: van oude VHS-tapes tot intelligente boeken en erotisch getinte magazines.

Ben je een nostalgicus?

PAUL JAMBERS: Helemaal niet. Ik heb een zeker historisch inzicht, maar ik leef niet in het verleden. Ik leef in de toekomst. En om het heden te begrijpen, moet je het verleden kennen. Daarom heb ik altijd alles bijgehouden. Bon, het lijkt misschien een beetje freaky, maar het komt wel van pas, zoals je ziet.

Voelde het niet wat onwennig om de geïnterviewde en niet de interviewer te zijn?

JAMBERS: Onwennig is veel gezegd. Maar het is wel de moeilijkste positie. Als geïnterviewde ben je toch altijd een beetje aangeschoten wild, om het oneerbiedig te zeggen. Zelfs Luk probeerde me af en toe uitspraken te ontlokken die ik spontaan niet zou doen. Bovendien is het heel vreemd om jezelf op die manier te bekijken. Confronterend ook. Maar goed, het programma is niet gemaakt voor mij. Het programma is gemaakt voor het grote publiek, zodat ook de jonge kijkers kennis kunnen maken met wat ik gedaan heb. Dus heb ik Luk gevraagd om ook fragmenten uit mijn reportages te laten zien.

Als ik op straat liep en er kwam een klas voorbij, riepen ze mij allemaal na. Nu is dat niet meer zo.

Vind je het belangrijk dat je herinnerd wordt?

JAMBERS: Nee. Vroeger was ik natuurlijk superbekend, zelfs tot bij de kinderen van de lagere school. Als ik op straat liep en er kwam een klas voorbij, riepen ze mij allemaal na. Nu is dat niet meer zo.

Door televisie te maken, word je niet onsterfelijk?

JAMBERS: Absoluut niet. De grote tv-iconen waren vroeger halfgoden, nu zijn ze totaal vergeten. Televisie is een heel vluchtig medium: de meeste programma’s van toen kun je zelfs niet meer bekijken omdat ze totaal gedateerd zijn. Maar ik heb altijd persoonlijke verhalen gebracht, authentieke situaties geobserveerd en gefilmd. Dat zijn tijdsdocumenten die bekijkbaar blijven. Met sommige programma’s over de politieke actualiteit was dat wel even anders: veel van de vroegere Panorama-reportages waren langdradig, de mijne niet.

‘Je was je tijd vooruit’, zegt Martine Tanghe, een generatiegenoot van je, wanneer ze je met een knuffel begroet bij de VRT.

JAMBERS: Dat streelt je ijdelheid wel, zeker als je ziet in wat voor een polemiek ik ooit verwikkeld was. Ik begrijp dat echt niet: ik bracht stukken over de werkelijkheid, maar vroeger heette dat sensatie. Het was vooral nieuw, denk ik, dat mensen over hun eigen leven praatten, zichzelf lieten zien zoals ze waren. Dat werd moeilijk aanvaard. Maar dat is veranderd. In allerhande kranten en weekbladen zie je nu mensen over hun leven getuigen. De tijdgeest is geëvolueerd. Geen enkele van mijn reportages zou vandaag nog choqueren. Ook niet die over seks of pakweg lederfetisjisme.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content