‘Ooit vrij’, over het leven na de celstraf: ‘De doorsneegedetineerde is geen Dutroux’

Een ploeg van Woestijnvis volgde voor de docureeks Ooit vrij gedetineerden in het proces naar al dan niet voorwaardelijke invrijheidstelling.

Slechts één procent van de tienduizend gedetineerden in ons land blijft voor altijd in de gevangenis, de overige 99 procent zal ooit opnieuw iemands buurman worden. Maar wanneer komen ze vrij, en onder welke voorwaarden?

Tess Uytterhoeven (eindredacteur): Een van mijn eerste gesprekken was met een man van de psychosociale dienst in de gevangenissen, een job met een grote verantwoordelijkheid. Die dienst maakt van elke gedetineerde een dossier, aan de hand van lange gesprekken met hen over hun leven en hun feiten. Dat dossier gaat dan naar de strafuitvoeringsrechtbank, waar wordt beslist of ze al dan niet vrijkomen onder voorwaarden, met een enkelband of via penitentiair verlof. Die man zei dat hij de meest ondankbare job ter wereld had. ‘Ik kan duizenden dossiers opmaken, maar als ik ooit één fout maak, zal ik daar voor altijd op afgerekend worden’, zei hij. Enkele dagen na ons gesprek schoot Benjamin Herman drie mensen neer tijdens zijn veertiende penitentiair verlof. Een heel triest gebeuren. Meteen lag ook het systeem van voorwaardelijke invrijheidstelling onder vuur: de publieke opinie was plots dat alle gedetineerden tot de laatste dag achter slot en grendel zouden moeten zitten. Terwijl ik net gezien had hoeveel werk en onderzoek er in die dossiers kruipt.

Het is voor politici niet sexy om te zeggen dat we meer gaan investeren in onze slechteriken.

Benjamin zou sowieso vrij zijn gekomen.

Uytterhoeven: Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer je gedetineerden geleidelijk naar buiten laat komen en hun omkadering en begeleiding geeft, er minder kans is op recidive, waardoor er ook minder criminele feiten worden gepleegd en onze maatschappij dus beter wordt beschermd. Al is dat systeem natuurlijk niet waterdicht, spijtig genoeg. De maatschappij verwacht dat gedetineerden tot inzicht komen, het licht zien, zich schuldig voelen en zo snel mogelijk weer aan het werk gaan. Vaak kunnen ze dit niet alleen. Zo hebben drugsverslaafden nood aan een therapeutisch programma om clean te worden. Helaas is daar niet altijd budget voor. Het is voor politici niet sexy om te zeggen dat we meer gaan investeren in onze slechteriken. Maar als we ex-gedetineerden weer op de rails krijgen, wordt onze maatschappij wel automatisch veiliger, blijkt uit onderzoek. Het is allemaal dubbel.

De vervroegde vrijlating van Michel Lelièvre, de kompaan van Marc Dutroux, heeft de discussie weer flink aangewakkerd.

Uytterhoeven: Wat je met Dutroux en Lelièvre aan moet, is voer voor discussie. Maar de doorsneegedetineerde is geen Dutroux. In de gevangenissen zitten sommigen voor moord en anderen voor winkeldiefstal of oplichting. Het buikgevoel zegt vaak: ze moeten allemaal hun straf uitzitten, maar dat gevoel is gebaseerd op de zware gevallen, zoals een Dutroux. Zij zijn niet representatief voor alle gedetineerden in ons land. Met deze reeks willen we aantonen dat die allemaal een eigen verhaal hebben. We zijn mee met hen gaan solliciteren, hebben oudjaar gevierd bij een gedetineerde en zijn mama, we waren erbij toen een vrouw beviel en terug naar haar cel ging met de baby, we gingen mee naar het ongestoorde bezoek. We hebben vooral geregistreerd, niet geoordeeld.

Ooit vrij

Maandag 28/10, 20.35, Vier

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content