Lichtvoetig, ongeloofwaardig maar razend populair: de opmars van Spaanse televisie

Geert Zagers
Geert Zagers Journalist bij Knack Focus

Het is niet alleen La casa de papel. Met Toy Boy, Élite en The Platform heeft de Spaanse fictie een zotte maand achter de rug op Netflix. En dat is geen toeval meer.

Costa del Sol. Vier politieagenten in combat dress vallen een vrijgezellenfeest binnen en leggen de muziek stil. Het dansende volk, allemaal vrouwen, wordt verzameld. De agenten eisen de verantwoordelijke te spreken. Uit het niets weerklinkt plots ‘Ra ra Rasputin / lover of the Russian queen’ door de boxen. Iemand heeft Boney M. opgezet. De agenten zetten de klep van hun helm omhoog, zwiepen hun broek in één vlotte beweging uit en beginnen te discodansen in slip en kogelvrij vest. Het beeld bevriest. De knapste van de vier kijkt in de camera. ‘Stel je je grootste verlangens voor’, zegt de Spaanse voice-over. ‘Seks. Feesten. Geld. Ik heb het allemaal. Ik ben Hugo Beltrán en ik ben een stripper.’

De rode overalls van La casa de papel werden al bij meerdere échte overvallen gebruikt: in Nantes werd zo voor 13.000 euro juwelen gestolen.

Er valt veel aan te merken op Toy Boy, maar één ding moet je de makers wel nageven: ze zijn heel efficiënt in het communiceren van wat voor reeks Toy Boy wil zijn. Dat is: een zelfbewuste, pretentieloze versie van Magic Mike over vier Spaanse strippers die het proberen te maken te midden van een op macht en geld bewuste elite. De reeks had dan ook weinig problemen om haar publiek te vinden: Toy Boy staat al een week of zes in de top tien van Netflix – ook bij ons.

Misschien is het u opgevallen, maar het algoritme van Netflix heeft het de jongste weken heel druk met Spaanse reeksen te pushen. Twee weken na Toy Boy, dat eind februari verscheen, volgde het derde seizoen van Élite. Een Spaanse versie van Gossip Girl over drie studenten die met een sociale beurs op een elitair college belanden. Een moordzuchtig college ook: voor het derde seizoen op rij blijkt er een student te zijn vermoord. ‘Uw nieuwe favoriete bingeserie’ noemde iedereen van The Guardian tot Buzzfeed het. De cijfers geven hen alvast gelijk: het eerste seizoen haalde kijkcijfers in de grootteorde van The Irishman of die Fyre Festival-docu.

Tussendoor was er The Platform, een Spaanse scifithriller over een dystopische verticale gevangenis waarin het voedsel van boven naar beneden verdeeld wordt. (Subtiel in hun sociale commentaar zijn de Spanjaarden niet.) Goed voor een week buzz in de internationale tv-pers en een onverwachte plek in de top tien. Maar dé Spaanse release van het jaar moest toen nog komen: begin april verscheen het vierde seizoen van La casa de papel, waarin Tokio, Nairobi y los otros verder proberen om de Banco de España van haar goudvoorraad te ontlasten.

Mogelijk bent u onderweg al ergens afgehaakt – er zit een limiet op het aantal plotwendingen dat een brein kan verwerken – maar de reeks is in haar vierde seizoen uitgegroeid tot een wereldwijde culturele juggernaut. Bij het nieuwe seizoen verscheen op Netflix een begeleidende documentaire, getiteld La casa de papel: El fenómeno. De helft van de docu is fanvoer, maar de andere helft gaat over de impact van de reeks. Een impact die, nog eens netjes opgesomd, bepaald indrukwekkend is. Het Dalí-masker werd al gebruikt bij protesten in Libanon, Irak, Frankrijk en Chili. De migranten die vorige zomer gered werden door de ngo-boot Open Arms, gingen van boord terwijl ze Bella ciao zongen. De rode overalls werden al bij meerdere échte overvallen gebruikt – onder meer eentje in Nantes, waar voor 13.000 euro juwelen werd gestolen.

Lichtvoetig, ongeloofwaardig maar razend populair: de opmars van Spaanse televisie

Maar de grootste impact heeft La casa de papel in de tv-wereld zelf. Het is niet alleen de meestbekeken niet-Engelstalige reeks die Netflix in huis heeft, het is de meest bekeken Netflix-reeks óóit, in eender welke taal, in landen als Frankrijk, Italië, Portugal, Chili, Argentinië en Brazilië. Nu Netflix zijn expansie steeds meer in het buitenland zoekt, wil dat dan ook zeggen dat zijn belangrijkste release van 2020 uit Spanje lijkt te komen.

De Spaanse televisie heeft een zotte maand achter de rug.

En dat is geen toeval meer te noemen.

Het eerste seizoen van La casa de papel was nog een verrassing voor Netflix. Alles wat daarna gebeurde was dat niet.

La casa de papel was eigenlijk al een afgesloten verhaal toen het op Netflix opdook. De Spaanse zender Antena3 had net het tweede en laatste seizoen uitgezonden toen Netflix de eerste reeks aankocht. De streamingdienst zette die zonder verdere promotie online, zoals hij dat bij zo veel Europese reeksen doet. Zonder verwachtingen ook: in Spanje had het tweede seizoen licht teleurstellend gepresteerd en was de reeks afgevoerd. Zegt veel op dat vlak: in het Engels kreeg de serie de ietwat sullige titel Money Heist.

Bepaald lang is daar niet over nagedacht.

Waarna het verhaal dat iedereen ondertussen kent zich ontrolde. In enkele maanden tijd verzamelde de reeks tientallen miljoenen kijkers, uitte Neymar zich als fan en groeide de show waarvan iedereen dacht dat niemand anders ze gezien had uit tot een wereldwijd succes. Fijn detail: aangezien Netflix nauwelijks cijfers bekendmaakte, merkten de acteurs het succes eerst op hun Instagram-accounts, die van enkele tienduizenden naar miljoenen volgers gingen.

Allicht had dat te maken met de glasheldere iconografie van de reeks. Met zijn rode uniformen (geleend van Inside Man van Spike Lee), Dalí-maskers (geïnspireerd door V for Vendetta) en themasong Bella ciao (een Italiaans partizanenlied dat een van de schrijvers opzetten ter motivatie) is La casa de papel een herkenbaar televisiemerk in tijden waarin beeldcultuur er meer dan ooit toe doet.

Als je, zoals Netflix, tv maakt voor 190 landen is het Spaanse taalgebied, goed voor een half miljard mensen, simpelweg een reusachtige markt.

Maar achteraf bekeken was er nog een andere reden waarom La casa de papel zo’n succes werd: de internationale streamingwereld. Het is geen toeval dat het de meest bekeken reeks is in landen als Portugal, Italië, Frankrijk, Chili, Argentinië en Brazilië, zeg maar de Latijns-Europese en -Amerikaanse markt. Als je, zoals Netflix, tv maakt voor 190 landen is het Spaanse taalgebied, goed voor een half miljard mensen, simpelweg een reusachtige markt. Netflix moest het op dat moment nog ontdekken, maar in een geglobaliseerde streamingwereld is Engels zijn monopolie als voertaal van de internationale popcultuur aan het verliezen.

Iets wat je nog nadrukkelijker ziet in de muziekwereld. Zo was 2017, het jaar van de doorbraak van La casa de papel, ook het jaar waarin Despacito de zomer van een soundtrack voorzag. Dat is geen toeval. Ook in de muziekstreaming zag je plots Spaanstalige artiesten als J Balvin, Ozuna en Rosalía tot wereldsterren uitgroeien. Je kunt vandaag geen wereldhit meer hebben zonder dat het ook een hit is in Bogotá en Mexico-Stad. De Amerikaanse hegemonie is in alle takken van de cultuurwereld tanende.

Netflix, dat heel ver gaat in het analyseren van cijfers en statistieken, had de les begrepen. Het nam het van Antena3 over, bestelde een nieuw seizoen van La casa de papel en gooide er een groot budget tegenaan. (Weet u meteen waar al die ontploffingen, tanks en exotische locaties in het derde seizoen plots vandaan kwamen.) Álex Pina, de showrunner, kreeg een exclusiviteitscontract aangeboden. Élite, waar met Jaime Lorente (Denver) en Miguel Herrán (Río) twee van de populairste Casa-gezichten in meespeelden, kreeg groen licht als tweede Spaanse Netflix Original ooit.

In 2018 ging Netflix nog een stap verder in zijn Spaanse romance. Nadat de EU het had verplicht om minstens dertig procent Europese fictie in zijn aanbod te hebben, maakte Netflix heel duidelijk waar het die reeksen in Europa zou gaan zoeken – en dat was niet Scandinavië, Duitsland of Frankrijk. Net buiten Madrid richtte het bedrijf Casa Netflix op, een productiecentrum van 22.000 vierkante meter, het eerste van Netflix in Europa. ‘Niet alle goede verhalen komen uit Hollywood’, zei Netflix-ceo Reed Hastings bij de opening, precies een jaar geleden. En ook: ‘We willen dat reeksen als Stranger Things en La casa de papel op gelijke voet staan.’ Netflix hoopt er vier tot zes Spaanse series per jaar te draaien, een cijfer dat de komende jaren tot twaalf zou moeten stijgen.

Lichtvoetig, ongeloofwaardig maar razend populair: de opmars van Spaanse televisie

Om maar te zeggen: de nieuwe gouden periode van de Spaanse tv komt niet uit het niets.

Er zit een tv-fabriek achter.

Spaanse tv is voor Netflix wat Deense tv voor Canvas is. Minus de lof van de critici dan.

Dat doet een beetje denken aan het vorige succesverhaal van de Europese fictie: al een klein decennium lang zijn reeksen als The Killing, Borgen en The Bridge een vaste waarde in de internationale tv-wereld. Dat zijn ook reeksen die het product zijn van één speler: de Deense openbare omroep DR. Het zijn ook Europese twists op Amerikaanse genres als de policier en het politieke drama. En net zoals je in de Deense fictie een soort formule kon ontwaren, zie je vandaag hetzelfde in de Spaanse tv. Het opvallende: de twee landen zijn daarin zowat het omgekeerde van elkaar. Denemarken zette zich in de markt met donkerte, sterke personages, moraliteit, realisme, sociale bewogenheid en heel veel ernst. De Spaanse formule: totaal het tegenovergestelde daarvan.

Want een formule is er wel degelijk, zo werd de voorbije maand duidelijk. De Spaanse tv staat ergens voor. Zoals plotgedreven fictie die nooit verveelt. La casa de papel is het voorbeeld bij uitstek daarvan, met cliffhangers aan begin, midden en einde van elke aflevering, ietwat oubollige narratieve trucs als flashbacks en voice-overs en zo veel twists dat je doldraait. Het offert daarbij probleemloos de geloofwaardigheid van zijn personages op: goede personages kunnen op elk moment de slechterik worden en omgekeerd. Zelfs El Profesor, drie seizoenen een baken van rationele standvastigheid, wordt in seizoen vier een speelbal van zijn emoties. Alles, behalve saaiheid, lijkt wel het motto.

Je zou dat een stap terug in de tv-geschiedenis kunnen noemen. Alsof je al zappend per ongeluk teruggekeerd bent naar de fictie van 24 en Prison Break. Ware het niet dat La casa de papel, Élite en Toy Boy nadrukkelijk hedendaags zijn. Er zit een soort speels zelfbewustzijn in die reeksen dat erg internetmillennial aanvoelt. La casa de papel weet dat het een loopje neemt met de realiteit. Élite weet dat het uitzinnige twists bovenhaalt. Er zit ook een woke wakkerheid in. Om u een idee te geven: in Toy Boy zit een scène waarin Hugo en Macarena -inderdaad: Macarena – orale seks hebben in een Ferrari. Alleen: zij zit aan het stuur en hij gaat met zijn hoofd tussen haar benen. Subtiel is het niet, maar het Latijnse machismo heeft een update gekregen.

Steeds meer gaat speelse, populaire tv – zie ook: Bodyguard, Killing Eve – met de aandacht lopen. Ook daar zit de Spaanse tv pal op de tijdgeest.

En dan is er nog het specifiekste kenmerk, dat opvalt omdat het in álle Spaanse Netflix-reeksen zit: de klassenstrijd. La casa de papel begon als een reeks over moderne Robin Hoods die het tegen de banken opnemen. Élite startte als een reeks over drie studenten uit een lagere klasse die de homofobie, het racisme en de corruptie van de elite ontmaskeren. Toy Boy toont de perverse en moordlustige kant van de hoogste sociale klasse. De Spaanse tv houdt echt, echt niet van rijke mensen. Onverwachte hits als Parasite en Joker, twee films over sociale ongelijkheid, hebben ondertussen duidelijk gemaakt dat dat geen toevallige factor is in het Spaanse succesverhaal.

Dat is de grote kracht van de Spaanse tv vandaag: of het nu over een heistreeks, een high-schooldrama of een stripperreeks gaat, het zal zich afspelen in een universum dat niet klopt, maar ergens wel steek houdt. De Spaanse tv heeft een toon gevonden die maakt dat je bereid bent om mee te gaan in het gebrek aan realisme.

Of toch: als kijker.

Want ook daarin is de Spaanse fictie het tegenovergestelde van de Deense. Werd de nordic noir met lof overladen door de recensenten, dan moet de Spaanse tv het vooral van zijn populariteit hebben. De kritische consensus blijft beperkt tot ‘guilty-pleasurebingevoer’. Onterecht is dat niet: de Spaanse tv is ongeloofwaardiger, oppervlakkiger en lichtvoetiger dan de grote tv-reeksen van tien jaar geleden. Alleen: dat doet er niet toe.

In die zin laten reeksen als La casa de papel een grotere verschuiving in de tv-wereld zien. De trage, intellectuele, door critici bejubelde tv over mannelijke antihelden heeft haar beste tijd gehad. Kijk maar naar hoe het fantastische Better Call Saul er minder en minder in slaagt om aandacht te krijgen, laat staan de buzz van Breaking Bad te herhalen. Steeds meer gaat de speelse, plotgedreven, populaire tv – zie ook: Bodyguard, Killing Eve – met de aandacht lopen. Ook daar zit de Spaanse tv pal op de tijdgeest. Was de nordic noir het perfecte genre voor de Canvassen en BBC’s van deze wereld, dan is de Spanish light op maat van Netflix’ streamingtijdperk.

Toegegeven.

Boney M.

Dat is ook voor ons wennen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content