Van Dyke Parks en Clare & The Reasons @ Handelsbeurs

Muziek die herinnert aan lang vervlogen tijden: het is zowel het handelsmerk van de legendarische Van Dyke Parks als van Clare & The Reasons. Geen wonder dus dat ze momenteel samen op tournee zijn en in Gent een avond lang voor aangename verstrooiing kwamen zorgen.

Da gig: Clare & The Reasons en Van Dyke Parks in de Gentse Handelsbeurs, 24/6.

In één zin: Van Dyke Parks speelde een set vol fraaie anachronismen die niets te maken hadden met rock-‘n-roll, maar de toeschouwers wél wisten te bevrijden van het juk van de tegenwoordige tijd.

Hoogtepunten: ‘Pluto’ en ‘That’s All’ (Clare & The Reasons), ‘Wings of a Dove’ en ‘Sail Away’ (Van Dyke Parks).

Dieptepunten: geen.

Beste quote: Clare: “Gent is een gevaarlijke stad op een biertje te drinken. Gisteren bestelde ik een Duvel, het delirium kreeg ik er gratis bij.” Van Dyke Parks, met zilvergrijze haardos: “Dit liedje schreef ik op mijn 24ste. Ik was toen nog een brunette.”

Clare is de dochter van de Amerikaanse singer-songwriter Geoff Muldaur en heeft ook een zus (voor de lezers van Dag Allemaal: Jenni, de vriendin van Teddy Thompson) die platen maakt. De muziek zit haar dus in de genen. Samen met The Reasons, drie beslagen multi-instrumentalisten aangevoerd door haar echtgenoot Olivier Manchon, maakt ze ‘kleine’, intimistische liedjes die teruggrijpen op de onschuld van de jaren vijftig en waarin de liefde centraal staat. In Gent putte de groep uit haar twee cd’s, ‘The Movie’ en het recente ‘Arrow’, en kleurde de songs in met viool, cello, gitaar en wat elementaire percussie.

De romantische retrosound van Clare Muldaur en haar gezellen had iets charmants en kinderlijks. Hij verwees afwisselend naar vederlichte jazz, Broadwaymusicals en de soundtracks van oude Disneyfilms, maar regelmatig (in ‘Ooh You Hurt Me So’ en ‘This is the Story’ bijvoorbeeld) deden de harmonieën en de koortjes ook aan The Beatles denken. Clare maakte voortdurend tongue-in-cheek-opmerkingen over het WK-voetbal en het geklungel van haar vrienden die na ieder nummer van instrument verwisselden. In ‘Our Team is Grand’ diepten ze zelfs een kazoo en een blokfluit op. ‘Pluto(n)’, een afwisselend in het Frans en Engels gezongen liedje over een hemellichaam dat plots zijn status van planeet kwijtraakt, groeide uit tot een hoogtepunt en ook de twee covers mochten er wezen. In het van Genesis geleende ‘That’s All’, kregen The Reasons assistentie van een Gentse tubaspeelster, terwijl Van Dyke Parks avast even de vleugel kwam beroeren in het door Harry Nilsson bedachte ‘He Needs Me’. Zeker, soms klonk het gezelschap uit Brooklyn een tikje te braaf, maar live zat er toch al iets meer pit in dan op de vrij afgeborstelde platen.

Na een korte pauze was het de beurt aan de inmiddels 67-jarige cultfiguur Van Dyke Parks. Exentriek? You bet! De man werd, naar aanleiding van zijn debuut-lp uit 1968 door het blad Rolling Stone zelfs als de allereerste art-rocker omschreven. Parks is een klassiek geschoolde pianist en componist die samenwerkte met The Beach Boys, ten tijde van hun verloren meesterwerk ‘Smile’, de spraakmakende debuten van Randy Newman en Ry Cooder producete en zijn talenten als arrangeur ten dienste stelde van onder anderen Laurie Anderson en Joanna Newsom. Op de amper vijf studioplaten die hij tijdens zijn veertigjarige carrière op de wereld losliet, serveerde hij een bevreemdende combinatie van ragtime, bluegrass, New Orleans jazz, Gershwin, Stephen Sondheim en calypso uit Trinidad: muziek die hem, zoals hij zelf vertelde in de Ha’, moesten helpen “te ontsnappen aan het juk van de tegenwoordige tijd.” Parks werd begeleid door The Reasons, verbluffend wendbare muzikanten, zo bleek nu. En dat was ook nodig om de grillige capriolen van Van Dyke Parks te kunnen volgen. Tenslotte schrijft de man complexe nummers waarvoor de historische en politieke context erg belangrijk is.

Parks is geen grote zanger (een soort Randy Newman met een iets hogere stem), maar toonde wél karakter. Hij begon met enkele nummers uit ‘Jump’, introduceerde met ‘Black Gold’ een nieuwe song over olie, macht en imperialisme, plukte met ‘The Attic’ en het solo gebrachte ‘The All Golden’ twee fragmenten uit ‘Song Cycle’, een plaat die hij opnam toen hij 24 was, en kwam aanzetten met enkele obscure covers. John Hartfords ‘Delta Queen Waltz’ handelde over een rivierboot op de Mississippi; het instrumentale ‘Danza’ was in 1847 (!) ontsproten aan het brein van New Orleanscomponist Louis Moreau Gottschalk. “This is not rock’n’roll”, waarschuwde de artiest herhaaldelijk, maar uit de zaal kwamen geen klachten. Dit en het uit ‘Tokyo Rose’ losgeweekte ‘Cowboy’ waren fraaie anachronismen waarvoor je dezer dagen enkel bij Van Dyke Parks terecht kunt.

Het mooist vonden we de nummers uit ‘Orange Crate Art’, de cd die de man in 1995 opnam met Brian Wilson: ‘Wings of a Dove’ en de escapistische afsluiter ‘Sail Away’. Parks, die nog maar zelden optreedt, maakte een bevlogen indruk en toonde zich vooral dankbaar dat er blijkbaar nog een publiek is voor amodieuze muziek die vele stilistische dwarsstraatjes kruist. Heerlijke man, die Van Dyke. Jammer dat er niet méér zijn zoals hij.

Dirk Steenhaut

SETLIST CLARE & THE REASONS: You Got Time / Alphabet City / Ooh You Hurt Me So / Our Team is Grand / Invisible / Mellifera / Pluto(n) / This is the Story / That’s All / Love Can Be A Crime / He Needs Me.

SETLIST VAN DYKE PARKS: Jump / Opportunity for Two / Come Along / Orange Crate Art / Black Gold / Delta Queen Waltz / Danza / Cowboy / The Attic / Wings of a Dove / The All Golden / Sail Away

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content