Hoewel New Hollywood-veteraan Peter Bogdanovich al een tijd achter zijn beste vorm aanhinkt – The Last Picture Show en Paper Moon lijken al een eeuwigheid geleden – wist hij voor zijn nieuwste film toch een A-Listcast te strikken met Owen Wilson, Imogen Poots, Jennifer Aniston en nog wat bekende koppen die de theatrale revue passeren.
In deze screwball comedy die nostalgisch knipoogt naar de hoogdagen van Wilder, Hawks, Bogey en Bacall mag Brits honneponnetje Imogen Poots een thrashy call girl incarneren die haar acteerdroom in vervulling ziet gaan wanneer één van haar cliënten – Owen Wilson als een pocherige Broadway-regisseur – haar een cheque van 30.000 dollar schenkt. Alleen heeft die laatste er op het moment van zijn gulle gift geen idee van dat ze één van de hoofdrollen in zijn nieuwe toneelproductie zal scoren.
Eén en ander blijkt het startschot voor een vaudeville vol seksuele innuendo, een paar goede oneliners en wat geslaagde sitcom hier en daar, maar op geen enkel moment reikt Bogdanovich tot aan de enkels van Wilder of Hawks, Wilson en Poots zijn duidelijk géén Bogey en Bacall en met zijn neurotische typetjes, New Yorkse settings en high society obsessies lijkt hij toch vooral in Woody Allen-territorium beland. En dan niet de Woody Allen van Annie Hall of Manhattan helaas, maar eerder die van Mighty Aphrodite en Whatever works.
She’s funny that way, but not really all that much.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier