Review: Fair Game

Naar het einde heeft de film meer weg van de heiligverklaring van notoir Hollywood liberal Sean Penn.

Na de holle miskleunen Mr. And Mrs. Smith en Jumper keert Doug Liman terug naar het territorium van de politieke spionagethriller dat hij eerder al succesvol verkende met The Bourne Identity. Daarvoor baseert Liman zich op de memoires van CIA-agente Valerie Plame (Cannes-queen Naomi Watts) die in 2003 door de regering Bush werd ‘ontmaskerd’ nadat haar echtgenoot — diplomaat Joe Wilson — een vernietigend stuk had geschreven over Dubya’s perfide zoektocht naar de Irakese weapons of mass destruction.

Hoewel de politieke achtergrond voor de nodige, Hollywoodiaans verpakte suspense zorgt, focust Liman vooral op de echtelijke crisis die uit de Wilsons onthullingen voortvloeit. Veel Bourne-achtige actie hoef je dan ook niet te verwachten, al geeft Liman zijn verhaal ook dit keer de nodige narratieve vaart en visuele dynamiek.

Met een beetje goeie wil kun je Fair Game dan ook bestempelen als het postmoderne en gepolijste achterneefje van klassieke seventies-complotthrillers als Three Days of the Condor en All the Presidents’ Men. Met dit verschil dat het allemaal een tikje oppervlakkig blijft en de film naar het einde meer wegheeft van de heiligverklaring van notoir Hollywood liberal Sean Penn die als klokkenluider Joe Wilson weer eens alle pathetische registers opentrekt en zichzelf gewillig laat opvoeren als Amerika’s linkse, intellectuele geweten.

Een tip: vervang Penn door een neutralere en betere acteur en pleur die prefab-staccato muziek van de klankband en je hebt een uitstekende mainstreamthriller die zowel op hoofd, hart als zenuwbanen mikt.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content