Theaterfestival 2011 presenteert twee theaterpublicaties

Vandaag wordt de theatertekstenbundel ‘De dingen en ik’ en een boek over het statuut van de (theater)tekst gepresenteerd.

Deze editie van Het Theaterfestival lijkt wel een ‘Grand Cru’-editie. Niet alleen zijn er veel goede tot uitstekende voorstellingen te zien. Er komt ook behoorlijk tot veel volk op af. En , last but not least, er wordt ook geïnvesteerd in een sober maar toegankelijk en dynamisch randprogramma waar Minister van Cultuur Joke Schauvliege (CD&V) maar liefst tweemaal speechte. Op zondag 28 augustus 2011 opende Schauvliege Circuit X en op woensdag 31 augustus 2011 reikte ze de Vlaamse Cultuurprijs Podiumkunsten uit.

Vandaag worden, in een organisatie van Het Schrijverspodium (een organisatie die zich inzet voor de spreiding en waardering van de theatertekst), twee interessante publicaties gepresenteerd. Enerzijds wordt De dingen en ik voorgesteld, een bundeling van vier afzonderlijke theaterteksten uit de periode 2005-2011. Het is meteen de eerste publicatie van het heropgerichte Bebuquin, een uitgeverij voor toneelliteratuur. Daarnaast wordt ook Het statuut van de tekst in het postdramatische theater voorgesteld, een wat meer wetenschappelijke bundel die samengesteld werd door Claire Swyzen en prof. Dr. Kurt Vanhoutte (UA).

De dingen en ik

Tussen 1994 en 2003 verzorgde Bebuquin, toen onder leiding van auteur-essayist Bart Meuleman en auteur-vormgever Paul Verrept, al publicaties van theaterteksten. Het uitgeven van toneel bleef bewust een liefhebbersproject, zonder commercieel groeiplan, en viel stil.

Eind 2010 smeedde Paul Verrept een nieuw verband met theaterjournalist Wouter Hillaert (De Standaard, rekto:verso) en critica-dramaturge Esther Severi (oa De Tijd, deSingel…). Zij zullen zonder vaste timing Nederlandstalige theaterteksten met publiceren en focussen daarbij op auteurs werkzaam in Vlaanderen.

“Theater is onvermijdelijk een plek waar het innerlijke uitwendig wordt en zich kan ontbolsteren tot een tekst”, stelt het trio vast. Om er meteen aan toe te voegen, dat dit ‘ontbolsteren’ verre van onsuccesvol is. De afgelopen vijf jaar lazen ze zowat alle nieuw gecreëerde Nederlandstalige theaterteksten. Ze selecteerden de vier opmerkelijkste teksten zonder een staalkaart te willen aanbieden. Ze noemen hun selectie liever een ‘lakmoesproef’.

Bovenal getuigen de teksten in dit boek van een ontdekking: de ontdekking toch mee te kunnen delen wat er in je hoofd of in je ziel omgaat, en de overtuiging hier toch een vorm voor gevonden te hebben.

(…) Zo zijn deze teksten een weergave van het denken zelf: ze tonen hoe iemand interpreteert, hoe begrijpen werkt.

De dingen en ik bundelt de eigenzinnige theaterteksten De wederopbouw van het Westen – WIT van De Koe, Hoop van Abke Haring, De zaak van Piet Arfeuille en Bagdad Blues van Paul Pourveur.

Tijdens de presentatie in het Kaaitheater lezen Sara De Bosschere (de Roovers) en Willem de Wolf (De Koe) fragmenten voor uit Hoop (Abke Haring) en Bagdad Blues (Paul Pourveur).

Het statuut van de tekst

Terwijl De dingen en ik vier theaterteksten bundelt, bundelt Het statuut van de tekst in het postdramatische theater (uitgegeven door ASP Editions) verschillende essays over de theatertekst. Dramaturgen / onderzoekers Claire Swyzen en Kurt Vanhoutte stelden de bundel samen vertrekkende vanuit de vraag ‘Heeft de theatertekst nog een plaats in het eigentijdse theater?’ En ‘Is er vandaag – in onze door beeld gedomineerde samenleving – sprake van een andere functie en ervaring van de taal?’

Zij vroegen aan een twaalftal Vlaamse auteurs, dramaturgen en theaterwetenschappers om het statuut van de tekst aan de hand van een voorstelling te duiden.

Tijdens de boekpresentatie modereren Swyzen en Vanhoutte een debat over deze uitgave met KVS-dramaturg Ivo Kuyl, Lucas Vandervost (artistiek leider van De Tijd) en theaterauteurs (en -makers) Pieter De Buysser en Rob de Graaf.

Els Van Steenberghe

Meer info: http://www.aspeditions.be/, www.bebuquin.be (site in opbouw) en www.schrijverspodium.be.