Els Van Steenberghe

Theater: Stanley, Peter De Graef en de kolonie MT

Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

‘Stanley’ is verteltheater van het sluwste soort. Een topper zonder franjes maar met glittertjes. Van tranen en gordijnen.

Even dachten we dat theatermaker Peter De Graef in zijn nieuwe creatie, de monoloog Stanley ( * * * oe ), het spoor bijster was. Het begin waaiert alle kanten op. Van politiek cabaret over musical tot maatschappijkritische reflecties over de (te?) meegaande inborst van de Vlaming en het fnuikende katholieke geloof, …

Tussen dit alles weeft De Graef echter een (aanvankelijk dun) levensdraadje. Het tragische én voor eenieder herkenbare leven van Stanley.

Winning team

Bo Spaenc, muzikant en artistiek leider van het muziektheatergezelschap Kolonie MT, vroeg Peter de Graef om aan de slag te gaan met het leven en de figuur van ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley. Beide heren werkten eerder al samen voor de innemende creatie Zoals de dingen gaan (2009). Ook toen wist Spaenc het ideale klankenlandschap te creëren waarin De Graefs spel en woorden perfect gedijen.

In tegenstelling tot wat kon vermoed worden, focust De Graef in Stanley hoegenaamd niet op de Afrikaanse ontdekkingsreizen van Henry Morton Stanley. Integendeel. De biografie van Henry Morton Stanley levert enige bouwstenen aan maar De Graef put voornamelijk uit onze politieke, sociale en religieuze realiteit om zijn personage (genaamd Stanley) en diens leven zorgvuldig op te bouwen. Hij gebruikt Stanley’s ontdekkingsreizen vooreerst als aanleiding om het over dé grootste ontdekkingsreis te hebben die we allemaal maken: het leven zelve. ‘Jongens toch, een zoveelste filosofisch getint monoloogje over het leven als ontdekkingsreis’, horen we u denken. Niets van!

De existentiële bespiegelingen van De Graef wortelen in de actualiteit en monden uit in een fictief en boeiend (levens)verhaal dat raakt door zijn inventiviteit én zijn herkenbaarheid. De Graefs personages zijn steeds naar geluk zoekende mensen. Het zijn eenzaten die door het lot en hun omgeving niet echt verwend worden. En voelen we ons soms niet allemaal als een roepende in de woestijn?

Bericht aan musicalmakers: zo kan het ook

De Graef investeert amper in decor en rekwisieten. Less is more, is zijn (scenografisch) motto. En onooglijk klein podium biedt plaats aan een kwartet (bestaande uit de leden van het Hermes Ensemble en Bo Spaenc achter de toetsen), enkele verticaal opgehangen, glinsterende doeken (die wat kleur op het podium brengen) én Peter De Graef in een sober, chique kostuum (met glinstertjes).

Dat kostuum is zowat de veruitwendiging van de verhaalstructuur. De Graef start als cabaretier maar gaandeweg gooit hij stukken van zijn kostuum uit. Zo ontkleedt hij zijn personage letterlijk en figuurlijk. Het pakje blijkt niet meer dan een masker om de broze, gekwetste ziel te herbergen die erin schuilgaat en zich heel voorzichtig – verschanst achter een zondvloed van woorden en een stortvloed van maskerende glimlachjes – aan het publiek toont.

Behalve zijn ogen. Die staan al van bij aanvang opvallend droef en melancholisch. En ze worden groot en wazig wanneer De Graef het openingslied zingt ‘Wie zou ik zijn als alles anders was gelopen?’. Het zingen is hier een vluchten, een ontladen. En een ontmaskeren. De enkele liedjes zijn zo zorgvuldig door de vertelling geweven dat het aanheffen van een lied simpelweg organisch (en niet gekunsteld zoals in musicals te vaak het geval is) aandoen.

Stanley bevestigt De Graefs majestueuze talent om middels een ogenschijnlijk simpele vertelling de complexiteit van bestaan en overleven, van tegenslagen vergeten en vergeven, van omgaan met schuld en spijt of liefde en verlies in een voorstelling te vatten. Zonder zwaar op de hand te worden, zonder voorspelbaar te zijn en zonder in clichés te vervallen. De Graef vertelt uit noodzaak over de noodzakelijkheden in het leven. Als een chef-kok goochelt hij met theaterelementen (zoals muziek, woord en beeld) en brouwt er ook nu weer een uniek, smakelijk gerecht mee dat, zoals elke lekkere maaltijd, even voedend als troostend proeft. Het verteltheater van Peter De Graef schuurt, zalft en overtuigt een mens dat theater even noodzakelijk is als het dagelijks brood van die vroeger zo aanbeden Heer. Dank u, mijnheer De Graef.

Els Van Steenberghe

Stanley, Peter De Graef. Gezien op 16 september 2011. Meer info: www.dekoloniemt.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content