Opera: Berlinde De Bruyckere is stille kracht van regie in De Munts ‘Penthesilea’

© De Munt
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

‘Penthesilia’ is een operavoorstelling die de toeschouwer niet onberoerd laat, al vinden de afzonderlijke, uitmuntende delen – regie, decor, kostumering, muziek, orkestratie – door dat infantiel libretto de weg naar elkaar niet.

Arme Pascal Dusapin. Van het moeilijkste toneelstuk dat er bestaat een opera maken. Heinrich von Kleist heeft in Penthesilea zowat alles gestopt wat er te rapen viel: Vrouwenemancipatie, burenruzies, oorlog, jaloersheid, geilheid, ijdelheid, goedgelovigheid, hoogmoed, machogedrag, het individu als machtsfactor boven de massa, en het passiespel met zijn onafscheidelijke vrienden liefde en haat. Maar ja, componist en librettist Dusapin [met behulp van Beate Haeckl] heeft het zichzelf niet gemakkelijk gemaakt, dus… ten strijde!

Levenslijn

Heinrich von Kleist [1877-1811] begon zijn loopbaan als officier, nam kort daarna ontslag om in Frankfurt te gaan studeren. Rusteloos als hij was werkte hij aan een drama dat het werk van Goethe moest overtreffen, en dat de kloof tussen het Griekse drama en dat van Shakespeare zou overbruggen. Hij kwam er niet uit en verbrandde het manuscript. Pende novellen, liep rond met plannen om de strijd tegen Napoleon te organiseren, werd gearresteerd en zat korte tijd in het prison.

Eenmaal weer op vrije voeten vestigde hij zich in Dresden, waar hij twee drama’s schreef. Ze werden uitgegeven, in 1808, samen met het eerder geschreven drama Penthesilea. In 1809 ontstond zijn laatste drama, waarin de overtuiging tot uitdrukking is gebracht dat het romantische levensideaal zal zegevieren. Na een reeks desillusies, zowel op het persoonlijke, als op het politieke en zakelijke vlak, benam hij zijn vriendin Henriette Vogel en zichzelf het leven aan de oevers van de Wannsee bij Postdam.

Verhaallijn

Penthesilea is gebaseerd op de sage van het matriarchaat der Amazones. Op het slagveld, tevens strand tussen de zee en de stad Troje, wordt de jeugdige koningin Penthesilea tegenover de ideale man geplaatst: Achilles. Al duellerend worden ze verliefd. Hij slaat haar van haar paard, ze valt in katzwijm, maar ontwaakt maakt Achilles Penthesilea wijs dat hij haar gevangene is. Na wat over en weer geflirt, daagt hij haar uit tot een nieuw duel. Voor hem is het een spel maar voor haar ernst. Volkomen buiten zinnen, een furie van de eerste orde, doodt zij Achilles, en zet haar tanden in zijn vlees. De ultieme daad van haat. Likkend van zijn bloed beseft zij hoe dwaas zij is geweest. De liefde daagt weer op. Te laat. Een nieuwe waanzinscène leidt tot het doden van zichzelf met talrijke dolksteken in de borst.

Kleist loopt in dit zeer persoonlijke werk [er zit heel wat van ’s mans eigen gedrag in zowel Achilles als Penthesilea], vooruit op de hedendaagse dieptepsychologie en de vooral door Strindberg en Schnitzler behandelde onverzoenlijke strijd tussen de beide seksen. Mooi voorbeeld hoe hedendaags die geestestoestand nog altijd is, is de laatste film van Stanley Kubrick, Eyes Wide Shut.

Bewerking en spel

Pascal Dusapin heeft enkel het liefdesdrama behouden. De rest was blijkbaar mest, al riekt de toeschouwer ietwat van de vele lagen uit het oorspronkelijke stuk. Een kaalslag is het recht van de bewerker, maar hij blijft dan wel met een mager Hollywoodverhaal zitten. Het skelet omzetten in een rijk taalverhaal is hem dan ook niet gelukt. De clausen lijken wel geschreven door een kind dat als opdracht kreeg het sprookje van Sneeuwwitje en de zes oude geilaards en één dorpsidioot thuis na te vertellen.

Het is dan ook hoogst verwonderlijk dat Dusapin zulke prachtige muziek bij dat kleuterverhaal heeft geschreven. Spanning, emoties, driften spatten uit de orkestbak als gloeiende stenen en gassen uit een razende vulkaan. De stemmen van de solisten scherp als dolken en puntgaaf steken vuur in de actie, hun stembanden staan strak gespannen, naadloos volgen de zangduels elkaar op. De grootste pluim van de ijdelste mannetjespauw hoort op de hoge hoed van dirigent Franck Ollu. Hij heeft het koor en het symfonieorkest van de Munt naar grote hoogten gevoerd, een perfecte symbiose.

Regie en decor

Een helse klus voor regisseur Pierre Audi, want hij moet het vooral hebben van het verhaal. De muziek is auditieve decoratie. Niet onbelangrijk, maar franje bij zijn plan de campagne. Zijn voornaamste doel leek op een zekere systematiek steken in de beeldvorming, zonder de zwakke tekst verder te beschadigen. Waarin hij geslaagd is, ten dele. Meer dan putten uit jaren ervaring zat er niet in. Gelukkig heeft hij voldoende envergure [Le Style C’est l’Homme – Buffon] om cliché-architectuur te omzeilen en van deze opera een gevarieerd spektakel te maken.

Een gouden greep was om voor de binnenhuisarchitectuur Berlinde De Bruyckere aan te spreken. Zij is de stille kracht van de regie. Paardenhuiden volop dus, als symbool van de diepste wens van de mens: ik moet het vel van mijn opponent hebben. Dalen ze kort na aanvang uit de hemel, als gevelde strijders [al te kort hangen ze daar echter, wat mij betreft] – halverwege liggen ze gestapeld op paletten, en nog later staan de paletten in rekken. Samen met de videoprojectie, een nieuwigheid binnen de spankracht van De Bruyckere, verbeelden ze de naaktheid van de gruwelijkheid als schoonheid. O lijf, ontdaan van bloed en wonden. Merkwaardig is dat ook de solisten in de heftige scènes huiden als losse mantels dragen. Een verwijzing naar de mens als wild dier? O hoofd, vol wraak en zonden.

Nabeschouwing

Een operavoorstelling die de toeschouwer niet onberoerd laat, al blijft die op zijn honger zitten. De reden hiervoor is dat de afzonderlijke delen – regie, decor, kostumering, muziek, orkestratie – uitmuntend zijn, maar door dat infantiel libretto de weg naar elkaar niet vinden. Iedereen doet zijn uiterste best; het applaus na afloop was dan ook niet voor het verhaal, maar voor de finaliteit van de individuele artistieke prestaties, inclusief die van de solisten, koorleden en muzikanten.

PENTHESILEA – opera van Pascal Dusapin – wereldcreatie – productie De Munt -t/m 12 april in de Muntschouwburg, Brussel – www.demunt.be

Smaakmaker:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content