Het erfgoedfestival stond dit jaar in het teken van de vier elementen en dat bleek een schot in de roos. Ondanks het minder goede weer konden de organisatoren rekenen op ongeveer 457.000 bezoekers.
In 210 steden en gemeenten openden gisteren 506 monumenten de deuren voor de 22ste editie van Open Monumentendag. Het erfgoedfestival stond dit jaar in het teken van de vier elementen (aarde, lucht, water en vuur) en dat bleek een schot in de roos. Ondanks het minder goede weer konden de organisatoren immers toch nog rekenen op ongeveer 457.000 bezoekers.
Zeker in Limburg en Oost-Vlaanderen moesten sommige pechvogels zondag zelf een gevechtje leveren met de elementen, maar voor de meesten kon de regen de pret niet bederven.
Het geheim van Open Monumentendag schuilt in de combinatie van exclusiviteit en een grote toegankelijkheid. De bezoeker kan namelijk gratis gebouwen en plaatsen bezichtigen die anders altijd gesloten blijven voor het publiek.
Activiteiten
Wie altijd al heeft willen weten hoe een stokerij er van binnen uitziet of wie nieuwsgierig is naar wat er zich afspeelt in kastelen of op oude industriële sites, komt op dit patrimoniumfeest aan zijn trekken.
Wie zin had kon gisteren deelnemen aan fiets- en boottochten, geleide wandelingen en tentoonstellingen. Bovendien was een derde van het aanbod specifiek op maat gesneden van kinderen en gezinnen.
Mens vs. elementen
Jong en oud vonden dan ook hun weg naar monumenten die symbool staan voor de wisselwerking tussen de mens en de elementen.
Zo kon je in Zwevegem de zogenaamde ‘Transfo’ bezichtigen. De oude elektriciteitscentrale uit 1911 op een imposante kanaalsite herbergt verschillende beschermde ketels, vooroorlogse machines en generatoren en weet perfect water en vuur te combineren.
In Antwerpen bracht de Monumentenbus je dan weer naar het havengebied waar je op verschillende plaatsen mocht op- en afstappen om nieuwe waterrijke plekjes te ontdekken. Een wandeling in de polders leverde op haar beurt vooral contact op met aarde en lucht.
