Ivo van Hoves enscenering van Louis Couperus”De stille kracht’ is kroonjuweel

© Jan Versweyveld
Guido Lauwaert
Guido Lauwaert Opiniemaker

Toneelgroep Amsterdam ging met ‘De stille kracht’ in première tijdens de Ruhrtriënnale en levert met deze voorstelling een staalharde ethische boodschap af.

Gespreid over drie seizoenen etaleert Toneelgroep Amsterdam evenveel boeken van Louis Couperus. Het eerste project, De stille kracht, ging op 18 september 2015 in première tijdens de Ruhrtriënale. Sinds 1 oktober wordt de productie in Amsterdam gespeeld in de beste theaterzaal van de Nederlanden, de Rabozaal van de Stadsschouwburg. Het slotoffensief is voorbehouden aan deSingel in Antwerpen.

Water en vuur zijn niet enkel de belangrijkste elementen van de natuur, maar tevens van de cultuur. Samen vormen zij het noodlot van de aarde en de wereld. Louis Couperus [1863-1923] wist dat goed te verwoorden. Niet langs zijn vrolijkste kant. Het noodlot wordt ervaren als een raadselachtige liefde waaraan men onlosmakend verbonden is.

Een tweede kenmerk van zijn werk is de tegenstelling tussen de culturen, in het bijzonder de noordelijke en de zuidelijke. In De stille kracht [1900] is dat Nederland en Nederlands-Indië als de kolonisator en de gekoloniseerde. Simpelweg gezegd, meester en knecht. De schoonheid van de roman zit hem in de evolutie. De stille kracht is de kracht dat de meester de knecht wordt en de knecht de meester. Hij is het broeinest van de revolutie tegen het opdringen van een morele en politieke cultuur. Het soort revolte dat altijd en eender waar vanuit de onderdrukking eindigt in de onafhankelijkheid, het verwerven van de totale vrijheid.

De moraal van het verhaal

Otto van Oudijck bestuurt als resident volgens de letter van de Westerse wet zijn gewest. Hij is integer, een integriteit die hem fataal wordt door zijn koppigheid. Door een banaal feit, de clash der culturen symboliserend, escaleert de sluimerende vrijheidsdrang. Hij sleurt de onderdrukking naar zijn ondergang, maar tevens scheurt hij het gezinsleven van de resident aan stukken. Hij meent het nochtans goed. Heeft zijn gewest lief met hart en ziel, tolereert andermans gedrag – die van zijn vrouw voorop, beide helaas binnen de moraal van de laat 19de en de vroeg 20ste eeuw.

Levend als een inlander blijft de resident aan het slot iemand die in het oerwoud tracht te doorgronden waar het fout is gegaan. Zijn westers kostuum verruild voor een sarong, daalt hij in lotushouding af in zijn opperste denken, maar zijn koppigheid biedt geen verlossing. Maar de lezer / kijker ziet dat hij niet te pletter liep tegen Indië en de tropen, maar ten onder gaat aan zichzelf en zijn onvermogen.

Het verhaal van de moraal

Regisseur Ivo van Hove en zijn kerngroep hebben dat verhaal omgezet in een voorstelling die beeldend bijzonder indrukwekkend is. Scenograaf en lichtontwerper Jan Versweyveld heeft een pracht van een speelvlak bedacht. Een vloer van bankirai die dwars op het publiek staat, de diepte van de ruimte daardoor nog vergrotend. De zijwanden zijn tegelijk projectieschermen om de ruimte te ontruimen, en muren om de westerse cultuur binnen de oosterse af te bakenen. De zetstukken zijn sober, tot een absoluut minimum beperkt. Indrukwekkend zijn de wolkbreuken. De natte moessons en de tropische luchtvochtigheid versterken de bij momenten losbarstende revolte in conflict met de totaal tegengestelde culturen.

Wat was, is, gezien door de ogen van Ivo van Hove. De Westerse wereld gaat volkomen fout om met de conflicten buiten zijn territorium. Zowel de politieke als de religieuze moeten zich onderwerpen aan een werk- en denkpatroon dat zelf in ontbinding is. Europa en Noord-Amerika bekijken de andere continenten als zijn ze kolonies. Het ziet de nieuwe stille kracht niet. Waardoor er een schandelijke patstelling ontstaat. Die men koestert en waarmee men pronkt.

Het kabaal van het verhaal en de moraal

De acteurs buigen na afloop, de toeschouwers applaudisseren. Net het omgekeerde zou gepaster zijn. Het publiek om de superbe inleving van de spelers, de spelers als dank om deze moraal-filosofische les. Want een voorstelling is altijd een les, veel wijzer dan een politiek tv-debat.

Gijs Scholten van Aschat verbeeldt fragiel de evolutie van resident naar zwerver. Halina Reijn sober en schijnbaar trouw haar rol als diens vrouw. Boven beiden uit schittert Maria Kraakman als Eva Eldersman, de vrouw van een ambtenaar. Zij weet zuiver haar dubbel gevoel over te brengen: dat van Westerling met begrip voor de Haagse wet, maar tevens iemand die de drang naar verlossing van de Oosterling ziet. Heel stijlvol is Marieke Heebink in haar rol van de oude Raden-Ajoe Pangéran, de moeder van de regent, Barry Emond, die ook stijlvol acteert.

Kroonjuweel

Alles heeft een zwak punt. Bij De stille kracht is dat een te zware literaire tekst. Het theatraal spel is er kwetsbaar door. En wat helemaal storend is, is de voice-over. Een projectie zou meer effect hebben en het tempo niet afremmen.

Los daarvan is De stille kracht een staalharde ethische boodschap. Bewijst Ivo van Hove nogmaals dat hij een regeringsleider is, en Toneelgroep Amsterdam een politieke partij. De voorstelling is een kroonjuweel waar een criticus met eerbied over schrijft. En de toeschouwer ongetwijfeld nablijft.

DE STILLE KRACHT – Louis Couperus – Toneelgroep Amsterdam – deSingel 11 t/m 14 februari 2016 – www.tga.nl & www.desingel.be

Guido Lauwaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content