Guido Lauwaert

Brief uit Poznan – deel 2

Guido Lauwaert Opiniemaker

Guido Lauwaert is onze reporter ter plaatse op het Malta Festival in Poznan. Hij proeft er betonmolenpannenkoeken en geniet er van Pools jong wild dat dringend op wereldtournee moet.

Ooit een pannenkoek gegeten uit de betonmolen? In Poznan kan het. Op het meeting point draait een betonmolen de deeg. Wat je erop wilt hebben, eenmaal hij uit de pan glijdt staat op een schoolbord naast de molen. Met vlees, vis, kaas, groenten, warm of koud. Een vriendelijke jongeman vertaalt in primitief Engels, maar we begrijpen elkaar zodat even later twee opgerolde pannenkoeken met inhoud geserveerd wordt. Lekker. Opgelet! Stilte op het plateau. Camera klaar? Geluid klaar? En Actie!

Zoals bij elk festival overal ter wereld wordt de eerste dag nog volop getimmerd en aangesleurd. Het doet me denken aan Expo ’58. De eerste dag fietsten mijn broer en ik naar de Heizel, waar de hekkens nog op de grond lagen. We liepen binnen zonder te betalen. Het Frans paviljoen was nog een bouwwerf. In het Russisch paviljoen werd een satelliet uitgepakt. Spoetnik 2. Hij had rondjes rond de aarde gedraaid met aan boord een hond. Laika. Hij blafte, boven Amerikaans grondgebied, en keerde behouden terug, ergens in de Russische steppe. Laika moest niet terug naar de kennel, maar kreeg onderdak in een paradijs, een labo, tussen geleerde heren en vrouwen in witte jassen. Dat ging hem blijkbaar op de duur vervelen, want hij nam de benen en werd een zwerfhond. Hoe het hem verder verging, leest u in de novelle Hondenhart van Mihail Boelgakov. Een hilarisch verhaal.

In een hoek van het centrale festivalplein is een stand met een naaimachine en tientallen stofjes in de meest bizarre kleuren. Naar eigen wens en verbeelding kan je je eigen strik laten maken. Ik bestel er een in de Belgische kleuren. Problemski. De kleuren van de Belgische vlag zijn niet bizar. Maar het lukt ze. Even zoeken via een laptop. Bingo. Iemand wordt erop uit gestuurd en een paar uur later loop ik mijn vaderland te vertegenwoordigen. Ik ben de enige Belgische journalist. Dat vindt de persdienst vreemd. Er zijn wel honderd journalisten. Uit Polen, Roemenië, Duitsland, Bulgarijë, Italië, Groot-Brittannië, Tjechië, Ierland, Rusland, de Verenigde Staten. Soms meerdere uit een land. Geen enkele uit Nederland. Die hebben zonet het Holland Festival verslagen en liggen uitgeteld in Zuid-Frankrijk bij te komen van de vele recepties.

Ik denk dat deze week geen kunstjournalist meer in Frankrijk te vinden is. De persmensen trekken van locatie naar locatie en vullen de helft van de zalen. De andere helft van het publiek bestaat uit studenten van kunstscholen en optredende artiesten die elkaars werk willen leren kennen. Massa’s gratis tickets heb ik zien uitdelen voor de te betalen programma’s. Maar het moet zijn dat het kan. Het totaalbedrag van de subsidiëring en de sponsoring is niet onaardig, zo te zien aan het aantal logo’s achter in de mooi verzorgde catalogus. Het is even zoeken maar ik vind er ook een van de Vlaamse Gemeenschap. ‘Samen met Avignon zijn wij het enige festival dat door de Flamish Government gesponsord wordt,’ zegt de assistent van de assistent van de assistent van de perschef. Dankzij mevrouw Schauvliege kan Vlaanderen zijn kunstkinderen uitzenden. Missionering, het zit hem nog in ons bloed. Is het niet zonder kerk dan is het met kunst. De overheid helpt een handje mee.

Alle nevenactiviteiten opsommen is hels. Maar toch dit. Ze verassen om hun vindingrijkheid. Dit festival heeft iets weg van TAZ, maar met meer frivole invalshoeken. Je ziet dat de jeugd op zoek is naar nieuw spektakel, op hoog artistiek niveau. Het theater van Tadeusz Kantor en Jerzy Grotowski is niet dood maar aan de kant geschoven. De naam Roland Topor, in Parijs geboren en gestorven maar met Poolse roots, zegt ze niets, maar in de grafiek van jonge beeldende kunstenaars zijn dezelfde krolse kuren te vinden. Mensen zijn monsters. Ze zijn getransformeerd tot Cassimodo’s in extreme graad door een verloedering van de Westerse cultuur. Artistieke bewegingen als dada, het surrealisme, de popart et cetera hebben die evolutie niet kunnen stoppen of ombuigen. Nogmaals wordt het geprobeerd, en dat is mooi, maar ik vrees het ergste. De kunst is in de verdrukking geraakt en musea lokken wel massa’s volk, helaas zegt de gegoede klasse: ‘Leuk, maar schat, gaan we vanavond wat zappen. Ik ben zo moe van dat heen en weer gehos.’

TgSTAN speelt Nora. Een productie die al lang loopt en door uw spion aan het kruis genageld werd. Een voorstelling die in de prijzen viel van het komende Theaterfestival in deSingel. De jury moet geestelijk wel heel moe zijn geweest om deze productie in de troonzaal te zetten. Van wat ik er indertijd over geschreven heb neem ik geen woord terug, want de voorstelling is saai. Ze moet het hebben van Wine Dierickx [Nora], die bijwijlen wild danst. Leuk, maar het ruikt teveel naar een noodgreep. Haar extreem kinetische energie werkt maar kort. Eenmaal de verrassing eraf is, irriteert ze. Bovendien is haar Nora geen poppenvrouwtje, maar een kindvrouwtje met een beperkte actieradius in haar brein. Het laatste half uur is dan niet alleen saai, daarenboven vervelend. Ze kan de omslag van verwend nest naar een jonge vrouw met een visie op de positie van de vrouw binnen het huwelijk niet geloofwaardig maken. Het publiek reageerde lauw.

Terug op het festivalterrein ben ik net op tijd om van het concert van Marta Górnicka te genieten. Deze jonge artieste schreef het libretto, componeerde de muziek, voerde de eindregie over een koor van 23 vrouwen die a cappella zingen, schreeuwen, puffen, ritmisch dansen en [gewild] struikelend de positie van de vrouw in de maatschappij schetsen. Een wervelend spektakel. De komende dagen treedt haar groep met andere van haar composities op. Zij en haar groep verdienen alle festivals ter wereld. Komaan, Festival van Vlaanderen, waar wachten jullie op? Gewoon snel boeken en dan hard op de tafel slaan van het Pools Cultureel Instituut, gehuisvest in Flagey. Ze zitten daar te wachten op uitnodigingen en willen niet liever dan de hedendaagse Poolse kunst in al zijn botten en spieren de Belgen de kop in te rammen.

De dag eindigt op het tweede podium van deze Grote Kunstmarkt met een bandje van vier mannen, samen goed voor 400 jaar. Hun uitrusting lijkt te stammen uit de glorietijd van Chroetsjov. Geen probleem, als ze er maar stevig tegenaan gaan. En dat doen ze ook, met schwung. Vanavond [gisteren, dus] wordt het hele repertoire er door gejaagd van de Beatles. Vandaag zijn ze er weer bij, en morgen, en overmorgen. Alle markante wild bands uit de sixties en seventies komen aan de beurt. Alle medewerkers gooien zich op de dansvloer en douchen de spanning van de dag van zich af, recht het putje van de nacht in.

Guido Lauwaert

Poznan, Polen – 2013-06-25

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content