Toots’ top-10: CD ‘Martial Solal / Toots Thielemans’

(Erato, 1992)
Van alle voortreffelijke jazzpianisten moet Martial Solal wel de onwaarschijnlijkste geleken hebben om ooit met Toots Thielemans te worden geconfronteerd. Om kort te gaan: het intellect versus het hart. Maar dat die gedachte beide musici tekortdeed, bleek ten volle toen de twee begin van de jaren negentig werden samengebracht. De soul en de sound van Thielemans pasten uitstekend bij het vernuftig geaccidenteerde muzikale parcours dat Solal voor hem uitstippelde. Toots’ geliefde mineur-zevenakkoord – het muzikale equivalent van zijn fameuze ‘between a smile and a tear’ – leek ver te zoeken in deze combinatie. Maar Toots is een expert op het gebied van harmonie, en hoort en volgt moeiteloos de verkenningen van de pianist. Solals ritmische verschuivingen, alsof ze grillige filmbeelden becommentariëren, brengen Toots niet van de wijs. Toots’ muzikale bagage omvat Lennie Tristano, en ritmische complexiteit was een van de dingen die Bill Evans intens bezighielden in zijn laatste jaren. Wie aandachtig naar Thielemans luistert, hoort hem overigens ook in een traditionelere context verrassende melodische wendingen en dwarse ritmes gebruiken. Een enkele keer laat Solal zich verleiden door de vloeiende verteltrant van zijn partner. Zo krijgt hun versie van I Can’t Get Started bij momenten iets onweerstaanbaar Erroll Garnerachtigs.

Behalve standards als Lover Man, Don’t Blame Me en Invitation hebben ze elk ook eigen stukken meegebracht: Toots Waltz for Sonny en Solal Valse à trois temps. Ze nemen de blues onder handen met Miles Davis’ Solar en hun gezamenlijke, raadselachtige Erato Blues. In What Is This Thing Called Love zijn de eensgezindheid en het wederzijdse geven en nemen zo hartverwarmend dat Toots er heel even hardop om moet lachen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content