Sopraan Elise Caluwaerts: ‘Na elke show in China voelde ik me precies een Spice Girl’

© Yaqine Hamzaoui

Van de opera van Guangzhou tot het hoofdpodium van Tomorrowland: al haar hele leven slalomt sopraan Elise Caluwaerts tussen klassiek en experiment. Ook de film van haar leven kent diverse toonaarden: nu eens vurig en vrolijk, dan weer triest of kwaad.

Als je leven verfilmd zou worden, welke scènes moeten er dan zeker in? Bekende medemensen schrijven het scenario van hun leven.

Scène 1. Tussen de bomen.

‘Een ziekenhuis in de rand van Brussel. Mijn moeder ligt te zweten op een bed in de verloskamer, ze is klaar om van mij te bevallen. Mijn vader staat naast het bed. Zijn derde kind komt eraan, de opwinding is minder groot dan bij de eerste twee. De gynaecoloog onderzoekt mijn moeder nog een keer en zegt dan: “Mevrouw, het gaat nog wel efkes duren. Ik ga beneden een koffie drinken.” Een paar minuten later word ik in de handen van mijn vader geboren, zonder dokter of verpleegster in de buurt.’

Kort na de geboorte van Elise verhuist het gezin Caluwaerts van Sint-Lambrechts-Woluwe naar Holsbeek, bij Leuven. Haar vader, een houthandelaar, heeft er de sprookjesvilla kunnen kopen waarop hij tijdens zijn krantenrondes als tiener al verliefd is geworden. Groen zover het oog reikt, een web van tropische bomen, van sequoia’s, maar ook van reuzegrote eiken rond het huis.

In de geest van de jonge Elise heeft elke boom een eigen persoonlijkheid. Vooral de eik achter het huis, met al zijn jaarringen, zijn woeste krullen en zijn plechtstatige rust, vindt ze wonderlijk. Net als haar broer en drie zussen versmelt ze een kindertijd lang met de natuur die haar omringt.

‘Ik ben het derde kind van vijf en dat is bepalend geweest voor wie ik ben. Ik heb me altijd deel van een groter geheel gevoeld, van een groep, zonder op te vallen. Ik ken bijna geen sociale angst, ik heb altijd het gevoel dat de anderen bij mij horen. En dat is volgens mij te danken aan mijn plaats in het gezin.’

Scène 2. De arena in.

Aan de zijde van Escamillo, haar minnaar, betreedt Carmen de afgeladen arena. Triomfantelijk laat het zigeunermeisje haar ogen over de tribunes glijden. Ze heeft het gehaald. Na een lange, vurige liefdestwist heeft ze eindelijk rust gevonden.

Tot haar ex, de jaloerse korporaal Don José, in de ring verschijnt en Carmen om haar liefde smeekt. Vol minachting schuift die zijn ring van haar vinger en gooit hem woedend in zijn gezicht. Ze blijft bij haar woord: voorbij is voorbij. Liever sterven dan haar vrijheid te verliezen.

Sopraan Elise Caluwaerts: 'Na elke show in China voelde ik me precies een Spice Girl'
© Yaqine Hamzaoui

Vanaf de tribunes neemt Elise elke beweging, elk woord, elk lied op. Ze is acht en niet voor het eerst heeft haar moeder, die Franstalig is, haar naar de opera meegebracht. Carmen zet haar geest in vuur en vlam.

‘Ik ben opgegroeid in een wereld van muziek, met dank aan mijn grootmoeder: die had ooit van rondtrekkende zigeuners een piano gekocht en bij elk familiefeest werd er bij haar thuis volop gezongen en gespeeld. Ik kon blijkbaar mooi pianospelen en dus haalden mijn ouders ook een piano in huis. Mijn moeder nam me bovendien al vroeg mee naar klassieke concerten. Daar heb ik voor het eerst de kracht van schoonheid ervaren. Ik was zo door Carmen overdonderd dat ik als het ware even niet bestond.’

Hangen er in de kamers van haar zussen posters van de Spice Girls, dan tuurt de jonge Elise liever naar de schilderwerken van Egon Schiele, Claude Monet en Gustav Klimt. De drang naar romantiek is dan al groot.

Toch droomt ze niet van een leven als zangeres. Liever wil ze circusartiest worden. Ze ziet zichzelf al door de lucht zweven, de spannende stilte tussen twee trapezes voelt ze al in elke vezel van haar lijf.

Want zingen, dat is toch geen beroep?

Scène 3. Mazzel met Monteverdi.

‘Bravo! Heel mooi.’

‘Dank je wel.’

Het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. De zeventienjarige Caluwaerts heeft zojuist Pulchra es gezongen, uit de Mariavespers van Claudio Monteverdi. De gelukwensen van de jury voelen goed aan.

‘Maar je bent niet gekozen.’

Euh. Hoezo?’

‘Je bent minstens tien jaar te jong. We zijn inderdaad op zoek naar jonge, maar wel professionele zangers en zangeressen.’

Aan de gevel van het Conservatorium van Antwerpen had Caluwaerts een affiche met een oproep voor jonge zangers zien hangen. Ze voelde zich geroepen, heeft de trein naar Den Haag genomen en hoort nu dirigent Gabriel Garrido, een Argentijn met een woeste snor, een lofzang op haar stem afsteken.

Maar, zegt hij, omdat ze nog te jong is voor tournees in het buitenland moet Caluwaerts tevreden zijn met een plekje op de wachtlijst. ‘Spijtig,’ voegt hij er nog aan toe, ‘maar een goede reis terug gewenst.’

‘Kort erna kreeg ik telefoon dat er iemand was afgevallen. Ik was de eerste invaller en dus mocht ik alsnog mee op tournee. Eerst kreeg ik drie weken les en daarna trokken we twee weken door Frankrijk en Zwitserland. Ik was veruit de jongste, maar wat een avontuur! Plotseling werd ik betaald om te zingen: ik wist niet eens dat zoiets kon.’

Scène 4. Het gebroken zwaard.

Met het zwaard vooruit en uit volle borst zingend beweegt Caluwaerts zich over het podium van het Grand Theatre van Guangzhou, een van de vele miljoenensteden aan de oostkust van China. De choreografie is stap voor stap vastgelegd, voor improvisatie is geen plaats.

‘Fuck’, denkt Caluwaerts opeens. ‘Wat is dit nu weer?’

Het Grand Theatre is ontworpen door sterarchitecte Zaha Hadid en heeft de vorm van twee enorme kiezelstenen die zijn aangespoeld op de oevers van de Parelrivier.

In een van de kiezelstenen, de zwarte, zitten vandaag bijna tweeduizend mensen te kijken naar een opera over Marco Polo. Op het einde van de dertiende eeuw volgde die de zijderoute vanuit Venetië helemaal tot in China, en tijdens die reis zou hij ook in Guangzhou zijn geweest.

Zeven eeuwen later vertolkt een vrouw uit Holsbeek de hoofdrol in een opera over het leven van de handelsreiziger. In een mum van tijd heeft ze zichzelf een mondje Mandarijn geleerd. Samen met de Deense regisseur heeft ze het scenario geschreven.

‘Al mijn hele leven heb ik het gevoel dat ik erin gegooid word, zoals bij mijn geboorte. Ik doe maar wat en blijkbaar zijn er altijd mensen die appreciëren wat ik doe. Zo beland je op een dag dus in een opera in Guangzhou, en voor je het weet breekt je zwaard in twee stukken en kun je alleen maar hopen dat je tegenspeler niet geraakt wordt.’

Na de tournee met het gezelschap van Gabriel Garrido is de carrière van Caluwaerts steil bergop gegaan. Als sopraan in onder meer het Collegium Vocale van Philippe Herreweghe heeft ze zich een weg naar de top van de klassiekemuziekwereld gezongen. Ze heeft opgetreden in Mexico City, Tokio en Sydney, telkens voor volle zalen, en woonde in New York en Parijs.

Sopraan Elise Caluwaerts: 'Na elke show in China voelde ik me precies een Spice Girl'
© Yaqine Hamzaoui

Maar nu, met tientallen Chinese zangers in het koor en bijna tweeduizend paar ogen op haar gericht, voelt Caluwaerts iets misgaan. Haar zwaard breekt, voor de tweede keer al. De choreografie stokt. Ze vloekt inwendig.

‘Chinezen werken keihard en zijn enorm gemotiveerd, maar de kwaliteitseisen liggen er pakken lager dan in het Westen. Dan krijg je natuurlijk zulke fratsen. Maar ik heb gewoon doorgespeeld en het publiek was razend enthousiast.’

Caluwaerts slalomt tussen klassieke en meer experimentele projecten. Haar liefde voor het experiment heeft haar dan al op het hoofdpodium van Tomorrowland gebracht, waar ze in 2017 de 60.000 uitzinnige toeschouwers met een ingetogen slaapliedje naar huis stuurde, maar ook bij het project Opera on Brainwaves, waarbij ze samen met de Antwerpse futuristische ontwerpster Jasna Rok en Muziektheater Transparant een klassieke creatie wil combineren met EEG-sensoren en hersengolven.

Op het aanbod van een steenrijke Chinese zakenman gaat ze na de avond van het gebroken zwaard desondanks niet in. ‘Die man vroeg me bloedserieus of ik elke avond liederen voor hem wilde komen zingen en schotelde me meteen een aanlokkelijk contract voor. Ik zeg niet snel nee, maar die keer heb ik toch vriendelijk bedankt. Na elke show wilden de Chinese toeschouwers trouwens allemaal met mij op de foto, en dat acht weken aan een stuk. Op den duur voelde ik me precies een Spice Girl.’

Scène 5. Bezoek uit Syrië.

De winter van 2018. Terwijl ze naar het journaal kijkt, voelt Caluwaerts de woede in haar opwellen. De beelden van de vluchtelingen in het Brusselse Maximiliaanpark, en vooral van de gezinnen met jonge kinderen in de tentenkampen in de sneeuw, treffen haar persoonlijk. Ze staat op, zet haar tv uit en belt naar een vluchtelingenorganisatie die ze via vrienden kent.

‘Binnenkort moet ik voor twee maanden naar het buitenland’, zegt ze aan de telefoon. ‘Als jullie willen, geef ik jullie mijn sleutels en kunnen er hier een paar mensen even komen uitrusten.’

Haar aanbod wordt op enthousiasme onthaald. Een gezin uit Syrië – man, vrouw, twee kinderen – ruilt de tenten in het Maximiliaanpark in voor een appartement in Antwerpen, de vriestemperaturen voor een warme haard.

‘Ik werd echt kwaad van de aanpak van die zogenoemde “vluchtelingencrisis”. Hoe slecht kun je zoiets als land aanpakken? Je laat toch geen kinderen buiten slapen bij temperaturen tot min twaalf? Ik was gedegouteerd van hoe er met die mensen omgegaan werd. Het minste wat ik kon doen, vond ik, was mijn appartement aanbieden.’

Scène 6. De herontdekking van Alma.

Twee vrouwen, druk pratend in een Londens herenhuis. Ze hebben elk een mondkapje op en houden netjes anderhalve meter afstand, zoals het hoort in de nieuwe werkelijkheid.

Marina Mahler, de oudste van de twee vrouwen, is de kleindochter van Gustav en Alma Mahler. Ze staat aan het hoofd van de Mahler Foundation, die zich inzet voor de promotie van het werk van beide componisten. Met haar korte, grijze haren, haar knalrode lippen en haar scherpe gezicht lijkt ze zo uit een schilderij van Oskar Kokoschka weggelopen, een tijdgenoot en vriend van haar grootouders.

Haar gesprekspartner, Elise Caluwaerts, vertelt dat ze als adolescent met veel interesse de dagboeken van Alma Mahler heeft gelezen en daarbij onvermijdelijk aan Camille Claudel moest denken: ook zij zag haar vleugels geknipt door haar veel bekendere echtgenoot, beeldhouwer Auguste Rodin.

‘En toen ik aan het Antwerpse Conservatorium liederen van Alma wilde zingen,’ zegt Caluwaerts nog, ‘wuifde de docent in kwestie het idee lachend weg. “Neem dan toch Gustav”, zei hij. “Dat is tenminste goede muziek.”‘

“Ik ben eigenlijk niet zo tevreden met de opnames die er op dit moment van het werk van mijn grootmoeder bestaan”, zegt Marina. “Misschien moet jij ze opnieuw opnemen?”‘

Caluwaerts denkt twee tellen na. Al snel krijgt het idee vorm in haar hoofd. Ze antwoordt: ‘Misschien is dit jaar wel ideaal om zoiets te ondernemen, ja.’

2020 is halverwege, door de uitbraak van het coronavirus is Caluwaerts’ leven vol reizen en ontmoetingen abrupt stilgevallen. Ze zit vast in Londen en ervaart opeens hoeveel tijd een mens kan hebben als hij niet voortdurend van hot naar her moet vliegen.

Eindelijk kan de liefde in het echt worden beleefd, en niet via FaceTime of Skype. Eindelijk vindt ze rust.

Nu haar agenda is leeggelopen, kan ze zich verdiepen in het leven en werk van Alma Mahler. Ze zoekt contact met de biografe, mag de onuitgegeven dagboeken van de componiste inkijken, komt te weten dat Alma’s eerste grote liefde Gustav Klimt was, van wie er schilderijen in Caluwaerts’ meisjeskamer hingen, en reist uiteindelijk – zodra de restricties weer wat losser zijn – voor repetities naar Kopenhagen.

‘Achteraf bekeken was het dus lang zo slecht nog niet.’

Aftiteling.

Deze zomer repeteert Caluwaerts volop in Kopenhagen. Haar album met liederen van Alma Mahler verschijnt begin volgend jaar.

Haar vader is begin dit jaar gestorven.

Haar moeder woont nog altijd in Holsbeek, in de schaduw van de sequoia’s en de reuzegrote eik.

Na een hersenaandoening is dirigent Gabriel Garrido niet langer aan het werk.

Van het Syrische gezin dat in de winter van 2018 twee maanden in haar appartement verbleef, heeft Caluwaerts sindsdien niets meer vernomen.

Van de gynaecoloog die tijdens haar geboorte nog snel een koffie wilde drinken evenmin.

Wel kreeg haar moeder nadien een plaat mee naar huis met daarop onder meer Beethovens Für Elise.

Elise Caluwaerts

Wil haar leeftijd geheimhouden.

Groeide op in Holsbeek, als derde van vijf kinderen.

Was jarenlang lid van Muziektheater Transparant en het Collegium Vocale van Philippe Herreweghe.

Woonde in Parijs, New York en Londen.

Reist als sopraan de wereld rond.

Zong in de grootste zalen, van Singapore tot Los Angeles.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content