In memoriam Chuck Berry: De chroniqueur van een nieuwe, rebelse jongerencultuur

© Dino

Chuck Berry, de Amerikaanse zanger, gitarist en songwriter die als dé grondlegger van het rock-‘n-rollgenre geldt, is gisteren thuis in St. Louis overleden. Hij was 90. Tijdens zijn carrière, die ruim zes decennia standhield, schreef hij talloze klassiekers die door honderden artiesten werden opgenomen. Zonder hem geen Beatles, Stones of Springsteen.

Goed, het allereerste rock-‘n-rollnummer was volgens historici het uit 1951 daterende ‘Rocket 88’ van Ike Turner, maar als één man de stijl voorgoed definieerde dan was het Chuck Berry wel. Als performer was hij weliswaar minder flamboyant dan Little Richard of Jerry Lee Lewis en het was Elvis Presley die de cross-over naar een blank publiek bewerkstelligde, maar Berry was wél een begenadigde showman, wiens beruchte ‘duck walk’ veelvuldig werd geïmiteerd.

Chuck Berry’s invloed en pioniersrol kunnen nauwelijks overschat worden. Zelfs wie denkt zijn werk niet te kennen, zal vaststellen dat hij/zij veel van zijn songs spontaan kan meezingen. Zijn werk wordt vandaag nog altijd gespeeld door bar- en pubrockbands van over de hele wereld en werd opgenomen door iedereen van The Beatles tot The Rolling Stones, van The Beach Boys tot Jimi Hendrix, van Emmylou Harris tot Electric Light Orchestra.

Rock-‘n-roll was de nieuwe volksmuziek en Chuck Berry slaagde er als geen ander in uit te drukken wat zijn publiek voelde maar zelf niet verwoord kreeg.

“Mocht je voor rock-‘n-roll een andere naam moeten verzinnen, dan zou je al snel bij Chuck Berry uitkomen”, zei John Lennon ooit. En ook Keith Richards stak zijn bewondering voor de zwarte muzikant niet onder stoelen of banken: “Er was een periode in mijn leven waarin het mijn enige ambitie was te kunnen spelen als Chuck”, tekende hij op in zijn autobiografie Life. “’s Mans gitaarstijl was vloeiend en vanzelfsprekend, zijn timing was perfect. Zijn muziek had een pure, natuurlijke swing.”

Snelle auto’s, ontrouwe meisjes

Berry (echte naam: Charles Edward Anderson) was niet alleen de archetypische rock-‘n-roller, die blues en country met elkaar versmolt en met zijn furieuze, repetitieve riffs en licks op twee snaren voor opwinding zorgde, hij was ook verreweg de uniekste en snedigste liedjesschrijver van zijn generatie. Chuck Berry wierp zich op als de chroniqueur van een nieuwe rebelse jongerencultuur. Tien jaar na de tweede wereldoorlog was er een relatief onbezorgde tienergeneratie opgestaan die voor het eerst over zakgeld en vrije tijd beschikte, en daar speelde Berry handig op in. Zijn teksten waren haast journalistieke observaties van de dingen die zijn publiek bezig hielden. Hij beschreef de generatiekloof tussen gefrustreerde adolescenten en hun ouders en was één van de eerste songwriters die inspiratie zochten buiten de romantische situaties die doorgaans in popmuziek aan bod kwamen.“De thema’s waar ik over schreef hadden niets met mezelf te maken”, aldus Berry, “maar alles met de interesses, de vrijheidsdrang en de geambieerde levensstijl van mijn luisteraars.”

Snelle auto’s, ontrouwe meisjes, hortende communicatie, het waren onderwerpen die, dankzij Chuck Berry, weldra tot de basisvocabulaire van de rock-‘n’-roll zouden gaan behoren. Bovendien getuigde de schrijfstijl van de zanger van humor: hij wist het alledaagse tot gevatte poëzie te verheffen, bediende zich van een taal waarin teenagers zichzelf en hun codes herkenden, maar gaf tegelijk commentaar op de veranderingen in de naoorlogse Amerikaanse samenleving, waarin rassensegregatie en burgerrechtenkwesties als splijtzwam fungeerden. Rock-‘n-roll was de nieuwe volksmuziek en Chuck Berry slaagde er als geen ander in uit te drukken wat zijn publiek voelde maar zelf niet verwoord kreeg. Daardoor werd hij één van de eerste artiesten die ook door de blanke jeugd werd omhelsd.

Laatbloeier

Berry, geboren in 1926, was in zekere zin een laatbloeier. Zijn eerste betaalde optreden gaf hij pas op zijn 26ste, en daarna zou het nog eens drie jaar duren voor hij voor het eerst de binnenkant van een opnamestudio mocht aanschouwen. In de vroege fifties voerde hij een bluestrio aan, waar ook pianist Johnnie Johnson en drummer Ebby Harding deel van uitmaakten en op voorspraak van zijn idool Muddy Waters kwam hij in Chicago terecht bij het label van de Poolse broers Chess. In tegenstelling tot veel zwarte bluesmuzikanten had Chuck Berry weinig affiniteit met countryblues. Hij was een stadsmens, zijn ouders behoorden tot de middenklasse en zijn inspiratiebronnen lagen veeleer bij de jump blues van Louis Jordan en T-Bone Walker dan in de katoenplantages.

Berry mocht dan al een rasentertainer zijn, vaak gingen zijn songs dieper dan je uit een oppervlakkig beluistering zou kunnen afleiden.

Eigenlijk was ‘Maybelline’, zijn eerste single uit 1955, gebaseerd op een country & westerndeuntje waarvan hij de backbeat, op aandringen van Leonard Chess, gevoelig had versneld. Dat het een gouden ingeving was, bleek toen de single ruim een miljoen keer over de toonbank ging. De opvolger, ‘Roll Over Beethoven’, werd zelfs één van de meest expliciete intentieverklaringen uit de popmuziek.

Tussen 1957 en ’60 scoorde Chuck Berry meer dan twintig onverslijtbare hits, waaronder ‘Sweet Little Sixteen’, ‘Rock and Roll Music’, ‘School Day’, ‘Johnny B. Goode’, ‘Brown-Eyed Handsome Man’, ‘Carol’, ‘Memphis’ en ‘Around and Around’, die een onmiskenbare stempel zouden drukken op vrijwel alle rockmuziek van de komende decennia. Berry werd meteen een rolmodel voor ambitieuze muzikanten die hun eigen materiaal wilden schrijven. Bob Dylans ‘Subterranean Homesick Blues’ was bijvoorbeeld schatplichtig aan zijn ‘Too Much Monkey Business’ en zelfs de leden van The Velvet Underground coverden tijdens hun vroegste optredens nummers uit het grote Chuck Berry Songbook.

Zijn eigen ergste vijand

Berry mocht dan al een rasentertainer zijn, vaak gingen zijn songs dieper dan je uit een oppervlakkig beluistering zou kunnen afleiden. Zo handelde ‘Too Much Monkey Business’ over verveling op de werkvloer, iets waar de auteur sinds zijn periode aan de lopende band bij General Motors een duchtig woordje over mee kon praten. ‘Brown-Eyed Handsome man’ ging dan weer over hoe moeilijk het was voor gekleurde Amerikanen om in blanke kringen geaccepteerd te worden.

Ondanks zijn succes, was Chuck Berry zelf vaak zijn ergste vijand. Tijdens zijn tienerjaren moest hij, wegens autodiefstal en enkele overvallen, al drie jaar in een verbeteringsgesticht doorbrengen. En later zou hij nog vaker onzacht met het gerecht in aanraking komen. Zo stelde hij een veertienjarige prostituée uit een andere staat te werk in zijn nachtclub in Missouri. Hij werd veroordeeld wegens seks met een minderjarige en verdween voor twee jaar achter de tralies. Dat betekende meteen ook het einde van zijn huwelijk met Themetta Suggs, met wie hij in 1948 was getrouwd en vier kinderen had.

Chuck Berry bleef een gereputeerde performer, al was enig opportunisme hem niet vreemd. Vaak trok hij rond met inderhaast bijeengesprokkelde bands en stond hij erop betaald te worden vu0026#xF3;u0026#xF3;r hij ook maar u0026#xE9;u0026#xE9;n voet op het podium had gezet.

Berry kwam vrij in 1964, het jaar van de zogenaamde British Invasion. Jonge bands uit Engeland introduceerden zijn songs via coverversies bij een nieuw publiek, maar ook zelf voegde hij nog enkele klassiekers aan zijn repertoire toe: ‘No Particular Place To Go’ (bij ons ook bekend als ‘Ene me hesp’, een Leuvense vertaling door Big Bill), ‘Nadine’ en ‘You Never Can Tell’. Daarna droogde zijn inspiratie geleidelijk op. In 1966 tekende hij voor het in die dagen exuberante bedrag van 50.000 dollar bij Mercury, maar de vijf lp’s die hij voor dat label opnam, droegen weinig essentieels bij tot zijn oeuvre. Wel bleef Chuck Berry een gereputeerde performer, al was enig opportunisme hem niet vreemd. Vaak trok hij rond met inderhaast bijeengesprokkelde bands en stond hij erop betaald te worden vóór hij ook maar één voet op het podium had gezet.

Pornografie

Ironisch genoeg was zijn enige Amerikaanse nummer één een cover van Dave Bartholomew. Het seksueel dubbelzinnige ‘My Ding-A-Ling’, in 1972 opgenomen met The Average White Band, zou zijn laatste grote hit worden. Maar ook daarna kreeg hij het nog enkele keren aan de stok met de arm der wet. In ’79 werd hij tot honderd dagen opsluiting veroordeeld wegens belastingontduiking. In 90′ werd hij aangehouden wegens zijn betrokkenheid bij pornografie en twee jaar later werd een proces tegen hem aangespannen door een groep vrouwen die hadden ontdekt dat hij een verborgen camera had geïnstalleerd in de toiletten van zijn restaurant in Missouri.

Desondanks mocht hij zich vaak in het gezelschap van de groten der aarde begeven. In ’79 was hij al eens opgetreden voor president Jimmy Carter in het Witte Huis en in ’93 concerteerde hij tijdens de inauguratie van Bill Clinton. Toen Chuck Berry zestig werd, organiseerden The Rolling Stones in St. Louis voor hem een grootscheeps huldeconcert, dat werd verfilmd en onder de titel ‘Hail! Hail! Rock’n’roll’ in de zalen kwam. In datzelfde jaar publiceerde hij zijn autobiografie, die niet door een ghost writer, maar wel degelijk door hemzelf was geschreven. Zijn nummer ‘Johnny B. Goode’ werd op een gouden schijfje met ‘Earth Sounds and Music’ in 1977 via de Voyager de ruimte in geschoten, en uiteraard vielen hem nog een hoop andere prestigieuze onderscheidingen te beurt. In een lijstje van de beste gitaristen ooit, samengesteld door het Amerikaanse muziekmagazineRolling Stone, eindigde hij op de zesde plaats.

Berry toerde voor het laatst door Europe in 2008 (hij was toen al 82); maar vier jaar later kondigde hij aan dat zijn carrière voorbij was. “Mijn keel is kapot, mijn stem is versleten en mijn longen willen niet meer mee”, klonk het toen.

’s Mans doodsoorzaak is voorlopig niet bekend gemaakt, maar zijn muziek blijft na al die jaren nog altijd even vitaal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content