Foals snakt naar Grote Sprong Voorwaarts

Tenzij u werkzaam bent bij het Leger des Heils wilt u ze niet te eten geven: de indiegroepjes die er stiekem van dromen de nieuwe U2 te worden. Foals is de zoveelste die in de rij gaat staan.

Foals ***

Holy Fire

indie

Transgressive

Nou ja, verbazingwekkend is die demarche niet. Foals zag het levenslicht in 2005, met Bloc Party als lichtend voorbeeld – toch geen band die de dominantie van het kraakpandcircuit al lang welletjes vond. Was Foals’ debuut Antidotes (2008) nog opgetrokken uit vaak sloganeske zang, hoekige mathrockgitaren en modieuze afrobeatdecoratie, dan toonde het panoramische Total Life Forever (2010) al aan dat het Oxfordse kwintet ambitie geen lelijk woord vindt.

Nu is er Holy Fire, dat zich met niets minder dan een kletterende doorbraak tevreden zal stellen. Tenminste, dat meen je te mogen afleiden uit de tijd en moeite die Foals ervoor opofferde; uit de laatste restjes experimenteerdrift die het uit zijn sound wiedde; en last but not least uit de aanstelling van Flood en Alan Moulder als producers, lieden die dankzij hun werk voor Depeche Mode, The Killers en Nine Inch Nails een dure school voor hun kinderen konden strikken.

Holy Fire vat aan met een grotendeels instrumentale prelude – dat alleen al. Die tekent meteen de nieuwe krijtlijnen uit: grote maar stuurse drums, gitaren die een majestueus opstijgend vliegtuig nabootsen, een met vuile motorolie besmeurd toefje industrial. De dynamiek piekt vervolgens met het tot gigantische proporties opgeblazen refrein van Inhaler. Indrukwekkend, zoals de poserock van Biffy Clyro dat bij vlagen is. Beter is My Number: een ouderwetse dancepunkopstoot, voortgestuwd door een opmonterend ritme, knisperend snarenwerk, en bevlogen zang bestrooid met poppy oehoehoes. Als stadions het doel zijn, staat Foals al met een halve voet binnen.

Maar dan zwaait het hek dicht. Met Bad Habit en Everytime kwispelt Foals louter Bono en co. achterna. Ook het gebalde Out of the Woods en Milk & Black Spiders zijn op zich geen kwaaie deunen, maar ze getuigen dat de band erachter is gekomen hoe het de automatische piloot aan de praat moet krijgen. Zoek de zeven verschillen maar met het allesvermorzelende Providence, dat de urgentie van Foals’ beste werk bij elkaar harkt. Of met Late Night: dark disco met een smachtend zingende Yannis Philippakis, en een funky finale erbovenop.

Conclusie: vier kleppers en veel zoethouders op Holy Fire. Foals blijft in de gaten te houden. Maar misschien zal één oog vanaf heden wel volstaan.

Kurt Blondeel

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content