Everything wow: het beste van dag 1 op Rock Werchter, van Arcade Fire tot Lorde

© Wouter Van Vaerenbergh
Michael Ilegems
Michael Ilegems Chef van Knack Focus en KnackFocus.be

Ongelukkig en weer vrolijk worden met Lorde, dansen met Arcade Fire, kwaad worden met Prophets of Rage en wegdromen met Cigarettes After Sex. Dat is de samenvatting van de eerste Rock Werchterdag.

ARCADE FIRE: Koebellen en klarinetten

Voor ‘de toekomst van de muziek’ te zijn, verviel Lorde nooit in al te veel theatraliteit.

‘Who the fuck is Arcade Fire?’ vroeg menig tweep zich in 2011 nog af, toen het Canadese indiepopgezelschap met The Suburbs net de Grammy voor het beste album van dat jaar had binnengerijfd. Ze hadden het moeten weten, want met Funeral (2004) en Neon Bible (2007) had de band rond echtpaar Win Butler en Régine Chassagne eerder al twee geprezen albums uitgebracht. En dan moesten het door James ‘LCD Soundsystem’ Murphy van een glitterende glans voorziene Reflektor (2013) en de Abba-achtige hotshot Everything Now (2017) nog komen, populaire platen die hen een prominente plek op het hoofdpodium van Rock Werchter opleverden. En het is nog dik verdiend ook.

Met Arcade Fire is namelijk een nieuwe Heiland der Headliners opgestaan. Een die inmiddels kan bogen op een bonte backcatalogus. Én een die elk soort huis-tuin-en-keukeninstrument – van violen en koebellen over megafoons en keytars tot klarinetten – in de strijd gooit om zijn toeschouwers te vermaken.

Ça va? vroeg Butler na bevlogen versies van de rocker Rebellion (Lies) en het fuifbeest Here Comes the Night Time. Ça va bien, danku.

En het werd nog beter, met dank aan de tierende tandem Ready to Start en Month of May, de golden oldies Neighborhood #1 (Tunnels) en Neighborhood #3 (Power Out) en de discodreunen Reflektor en Afterlife. Everything wow.

Multi-instrumentalist Will Butler – broer van – holde gedurende de songs voortdurend van de ene kant van het podium naar de andere, terwijl een kamerbreed glimlachende Régine Chassagne – gehuld in roze netkousen – olijk pirouetjes draaide. Een beetje carnavalesk allemaal, maar u lustte er wel pap van. En één ding is zeker: u weet inmiddels wie the fuck Arcade Fire is. (MI)

Everything wow: het beste van dag 1 op Rock Werchter, van Arcade Fire tot Lorde
© Wouter Van Vaerenbergh

LORDE: Twintig jaar en ongelukkig

She lived that fantasy, de twintigjarige popzangeres Lorde, als Ella Marija Lani Yelich-O’Connor geregistreerd in het stadhuis van Auckland, Nieuw-Zeeland. De monsterhit Royals (2013) bombardeerde haar op zéstienjarige leeftijd al tot popdiva, en dan noemde wijlen Bowie haar ook nog eens ‘de toekomst van de muziek’.

Yelich-O’Connor is bovendien geen poppetje dat zomaar naar de pijpen van de industrie danst – getuige de vastberadenheid waarmee ze Max Martin (producer van menig wereldhit, van Spears tot Swift) en Diplo (haar ex, van Major Lazer) fijntjes met de voeten op de grond zette, nadat die eerste kritiek had geuit op haar jongste single en die tweede haar BFF Taylor Swift had beledigd. Dat Diplo een klein geslachtsdeel heeft, weten we dan ook weeral.

Op het amper twee weken oude Melodrama – over ‘being twenty and sad’, aldus de maakster – deed la Lorde weinig minder dan bevestigen. En in Werchter? Daar stond een volgestouwde Barn haar op te wachten. En iederéén praised the Lorde. Terecht, want ze bewees met de ballad Liability, het dansvloervullende Supercut en de meebrullers Royals en Green Light over een stel puike popsongs te beschikken. Die gingen van up- naar downtempo en weer terug, een beetje zoals de moods op haar jongste plaat. Voor ‘de toekomst van de muziek’ te zijn, verviel Lorde – ze droeg een crop-tshirt met ‘Dior addict’ op – nooit in al te veel theatraliteit. Een paar filmpjes met beelden vanop feestjes, badend in monochroom licht: daaraan had ze qua backdrop genoeg. En meer moest dat niet zijn, want voor u volstond de muziek zelf – wel ja – royaal. (MI)

Everything wow: het beste van dag 1 op Rock Werchter, van Arcade Fire tot Lorde
© Wouter Van Vaerenbergh

MARK LANEGAN BAND: Een man van weinig woorden

Door die hoornen bril oogde hij een beetje als een intellectueel, maar in een ver verleden kon men Mark Lanegan wel eens met een spuit in de goot aantreden. Om met Neil Young te spreken: the guy has seen the needle and the damage done. Vandaag drinkt de voormalige zanger van Screaming Trees nog uitsluitend water op het podium, wat niet wegneemt dat zijn songs nog steeds in het teken staan van hel, verdoemenis en – oké, heel soms – verlossing.

Mark Lanegan kroop zo diep in de songs dat hij erin leek te verdwijnen.

Dat Lanegan een geweldige zanger is, hoort u al langer te weten. Maar verwacht van de man niet dat hij zich aanpast aan een festivalpubliek. In Werchter deed hij precies waar hij zin in had en wisselde hij stormachtige rockers, type Hit The City, af met bijna-popsongs (Harborview Hospital, One Hundred Days) en traag gecroonde ballads. Het ene moment lag de nadruk op gespierde gitaren, het andere op elektronica. Het materiaal uit zijn jongste cd Gargoyle (Nocturne, Beehive, Goodbye to Beauty) paste trouwens perfect tussen de oudere favorieten.

Mark Lanegan zei niet veel, hij leek zich voortdurend in zijn eigen luchtbel te bevinden en kroop zo diep in de songs dat hij erin leek te verdwijnen. Het kan niet anders of de zanger was in gedachten bij Dave Rosser, de gitarist van The Gutter Twins (wier Deepest Shade op de setlist stond) en Afghan Whigs, die een dag eerder op zijn vijftigste door kanker was weggemaaid. Lanegan is een man van weinig woorden, maar toen, als afsluiter, het van Joy Division geleende Love Will Tear Us Apart werd ingezet, hoefden we er echt geen tekeningetje bij. (DS)

Everything wow: het beste van dag 1 op Rock Werchter, van Arcade Fire tot Lorde
© Wouter Van Vaerenbergh

PROPHETS OF RAGE: Om fuck you tegen te zeggen

Het was kwart voor vijf in de vooravond, en de wei voor het hoofdpodium liep voor het eerst écht vol. Voor een subheadliner, vraagt u? Ja, maar dan wel één met niks dan legendes in de rangen: drie vierde van Rage Against the Machine (enkel zanger Zack de la Rocha ontbreekt), B-Real van Cypress Hill en Chuck D en DJ Lord van Public Enemy. Het zestal stak de koppen bij elkaar in 2016, in volle aanloop naar de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Hun groepsnaam: Prophets of Rage, naar de gelijknamige Public Enemy-song uit 1988. Hun tagline: ‘Make America Rage Again’.

En ragen deden ze, daar in Werchter. Niet met songs uit hun in september te verschijnen debuutalbum als Prophets of Rage – daaruit passeerde slechts één nummer de revue – maar met onvervalste klassiekers van hun legendarische moedergroepen. Take the Power Back en Guerilla Radio van Rage Against The Machine, bijvoorbeeld, dat het publiek massaal aan het fistpumpen bracht. Of How I Could Just Kill a Man van Cypress Hill, met B-Real in zijn beste doen. In Fight the Power van Public Enemy zette gitarist Tom Morello dan weer de tanden in zijn snaren en liet hij terloops de achterkant van zijn gitaar zien, met daarop het nietsverhullende opschrift: ‘Fuck Trump’.

‘Gevaarlijke tijden vragen om gevaarlijke songs, en dit is de gevaarlijkste van allemaal.’

B-Real op Rock Werchter

Tussendoor scratchte DJ Lord nog een resem classic hiphopsongs aan elkaar (publiekslievelingen als Insane in the Brain van Cypress Hill en Jump Around van House of Pain) en kreeg Chris Cornell zaliger een laatste eresaluut onder de vorm van een instrumentaal gespeeld Like a Stone, van de Rage Against the Machine-spinoff Audioslave. Maar eigenlijk was deze set één lange aanloop naar die ene monsterhit, in 2017 precies vijfentwintig jaar oud geworden: Killing in the Name. ‘Gevaarlijke tijden vragen om gevaarlijke songs, en dit is de gevaarlijkste van allemaal’, zei B-Real bij wijze van introductie, waarop hij en Chuck D furieuzer dan ooit fuck you I won’t do what you tell me begonnen te scanderen. U stak vrolijk mee uw middenvinger op. En zo werd de eerste doortocht van Prophets of Rage op Belgische bodem er één om fuck you tegen te zeggen. (MI)

Everything wow: het beste van dag 1 op Rock Werchter, van Arcade Fire tot Lorde
© Wouter Van Vaerenbergh

KINGS OF LEON: Potsierlijke kauwgombellen, én goeie songs

Ze worden wel eens ‘The Southern Strokes’ genoemd, maar eigenlijk zijn Kings of Leon veeleer een klassieke rootsrockband, naar het voorbeeld van seventiesgroepen als The Faces of Bob Seger & The Silver Bullet Band. En later: van U2. Dat de vier heren uit Nashville dezer dagen grote stadions platspelen, blijft een beetje verbazen, want zanger Caleb Followill is niet de meest charismatische jongen van de klas. De frontman, die een kruisje om de nek draagt (hij is niet toevallig de zoon van een predikant) staat op het podium met een ongeziene sérieux, terwijl zijn drummende broer Nathan het hele concert door potsierlijk kauwgombellen blaast. Een weirde combinatie. Nog een geluk dat Kings of Leon het meer van hun muziek dan van hun imago moeten hebben.

Als afsluiter van de eerste Werchterdag serveerde het kwartet een organische vorm van Southern- en garagerock die wortelde in de vroege seventies, af en toe bijgekleurd met country-, blues en soulinvloeden. Toch duurde het even eer de groep op kruissnelheid kwam: de eerste nummers uit hun set waren niet hun meest memorabele. Het publiek bleef echter geduldig. Tenslotte stonden de Kings al voor de zevende keer op Werchter, wat hen een serieuze fanbase had opgeleverd.

De eerste opflakkeringen noteerden we tijdens Notion en Fans en vanaf het massaal meegezogen Use Somebody was er geen houden meer aan. De ene hit volgde nu de andere op, de groep speelde strak en gedreven en vooral leadgitarist Matthew Followill, een neef van de drie andere leden, toonde zich voortdurend van zijn inventiefste kant. In On Call hanteerde hij zijn instrument zelfs net als Jonny Greenwood van Radiohead: als een boomzaag. In het wiebelende, door rhythm & blues bestoven en met meerstemmige samenzang gelardeerde Family Tree nam de bassist het voortouw en in de laatste rechte lijn zorgden crowd favourites als Radioactive, Reverend, Pyro, Crawl, Sex On Fire en Waste A Moment voor ruim dan voldoende hoogtepunten om de stemming bij het publiek erin te houden.

Na de tintelende show van Arcade Fire leek de set van de toch wel wat saaie Kings of Leon aanvankelijk tot een anticlimax uit te zullen groeien. Uiteindelijk viel het allemaal reuze mee. Tegen goeie songs is nu eenmaal geen kruid gewassen. (DS)

Everything wow: het beste van dag 1 op Rock Werchter, van Arcade Fire tot Lorde
© Wouter Van Vaerenbergh

HET ZESDE METAAL: Tragedies in zakformaat

De klok wees amper kwart voor twee en zie, daar noteerden we al ons eerste Festivalmoment. Het Zesde Metaal, dat in Werchter de eer kreeg de feestelijkheden te openen, speelde een geweldige mash-up van Where Is My Mind van de Pixies en Boze Wolven van Gorki. ‘Vos deed jaren geleden ook deze weide aan’, sprak voorman Wannes Cappelle, de man die hard op weg is van het West-Vlaams de nieuwe standaardtaal te maken. ‘We vonden een eresaluut dus wel gepast.’

Tijdens het wat makke eerste kwartier hadden we nog het gevoel dat het hoofdpodium net iets te groot was voor onze geliefde Metallo’s, maar dankzij het onthaastingslied Dag zonder schoenen, waarbij de zanger erin slaagde de toeschouwers massaal hun schoeisel in de lucht te doen steken, en het escapistische Gie, den otto en ik, dat door Tom Pintens van grofkorellig gitaarwerk werd voorzien, kreeg hun doorvoelde indierock toch nog de verhoopte stekels.

Het Zesde Metaal stond garant voor tragedies in zakformaat (het met jankende pedalsteel versierde Ploegsteert), herkenbaar hartzeer (Achter zoveel jaar), ingehouden woede (een snijdend Nie voe kinders) en oprechte verontwaardiging (Calais). Maar Cappelle toonde ook zijn geestigste kant (‘Hebben jullie het makkelijk gevonden, Werchter?’) en bewees met de ironische rock noir van Naar de wuppe, vol bijtende en snauwende snaarerupties, dat hij in staat is ook in zijn streektaal echte wereldsongs te schrijven. De kop was eraf en hij was lekker. (DS)

Tegenstanders beweren dat de nummers van Cigarettes After Sex dermate op elkaar gelijken dat ze onderling inwisselbaar zijn, maar zij dwalen.

CIGARETTES AFTER SEX: Intiem rookgerief

Roken kan uw gezondheid schaden. Toch zijn er momenten waarop een beetje nicotine wonderen kan doen. Dat vindt tenminste Greg Gonzalez, een New Yorkse Texaan die met zijn groep Cigarettes After Sex net één van de debuten van dit jaar heeft afgeleverd. De man met de androgyne fluisterstem schrijft songs die zich niet zelden afspelen tussen de lakens – de ene keer echt, de andere keer imaginair- en zachtjes naar omhoog kringelen als rookpluimen aan de horizon.

Tegenstanders beweren dat de nummers van Cigarettes After Sex dermate op elkaar gelijken dat ze onderling inwisselbaar zijn, maar zij dwalen: bij iedere beluistering krijgen de overwegend traag evoluerende songs scherpere contouren en raak je verder in de ban van intimistische sfeer die door de vier muzikanten wordt opgeroepen. Live nestelen droompopsongs als K., Each Time You Fall in Love, Affection of de fraaie bewerking van REO Speedwagons Keep On Loving You zich vooral in je onderbewuste. Ze lijken behoedzaam op kousenvoeten voorbij de sluipen, net als die van Cocteau Twins en Beach House, groepen met wie Cigarettes wel eens worden vergeleken, en gaan doorgaans gepaard met smaakvolle zwart-witbeelden.

In Werchter zou je als toeschouwer hebben gezworen dat je een edelsteen zag schitteren in een waas. Halverwege Nothing’s Gonna Hurt You Baby werd je echter onzacht wakker geschud door een demon in de P.A., al gaven Gonzalez en zijn maats geen krimp.

Niet alle teksten van Cigarettes After Sex zijn grote poëzie (‘Your Lips/ My Lips / Apocalypse’, iemand?) en de magie van hun concert in Trix werd op het grote podium van The Barn nooit echt geëvenaard. Dat u er echter goed aan doet dit rookgerief binnen hand- en oorbereik te houden, staat inmiddels wel vast. (DS)

Everything wow: het beste van dag 1 op Rock Werchter, van Arcade Fire tot Lorde
© Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content