‘Donuts’ van hiphoplegende J Dilla: het testament van een goudzoeker

Jonas Boel
Jonas Boel Jonas Boel is medewerker van Knack Focus

In februari 2006 blies hiphoplegende J Dilla zijn laatste adem uit, maar niet voordat hij – drie dagen eerder – zijn laatste beatbricolage Donuts met de wereld had gedeeld.

In twintig jaar Knack Focus glipte bij de recensies af en toe een belangrijk album door de mazen van ons net. Dat zetten we deze zomer recht.

De artiest

John Coltrane had zijn tenorsaxofoon, Jimi Hendrix zijn Fender Stratocaster, James Dewitt Yancey – alias Jay Dee, alias J Dilla – zijn Akai MPC, een compacte sampler en sequencer die hem begin jaren negentig werd aangereikt door Amp Fiddler. In de jaren nadien werkte Dilla zich op tot een van de meest gerespecteerde en invloedrijkste producers in de hiphopgeschiedenis, eerst als lid van het trio Slum Village, vervolgens als solohuurling en onderdeel van Soulquarians, het invloedrijke collectief met Questlove, Erykah Badu, D’Angelo, Common en Q-Tip.

Het album

Dilla was een man van de schaduwen, zowel in leven als in werk, een stille goudzoeker die door vinylobscuriteiten zeefde en met zijn vreemde, soms psychedelisch en abstract aandoende manipulaties de regels van de hiphopsample herschreef. Het instrumentale Donuts is zijn testament: grotendeels gemaakt in het ziekbed waaraan hij gekluisterd was door de zeldzame bloedziekte TTP. Het is een verzameling loops en beats, verknipt, dubbel gevouwen en binnenstebuiten gekeerd, elk apart nooit langer dan twee minuten, maar samen bieden ze een kaleidoscopische trip die tegelijk uiterst berekend en op goed geluk zijn eigen kop en staart lijkt te zoeken. ‘Tegelijk nuchter en dronken’, zoals Questlove de sound van J Dilla ooit omschreef.

De nasleep

Donuts verschijnt op 7 februari 2006, Yanceys 32e verjaardag. Drie dagen later blaast hij zijn laatste adem uit en kan de mythevorming rond de beatbricoleur beginnen. Hetzelfde jaar nog verschijnt The Shining, een van de vele postume releases waarmee moeder Maureen ‘Ma Dukes’ Yancey Dilla’s torenhoge ziekenhuisfacturen en andere schulden tracht te vereffenen. Haar archief blijkt zo onmetelijk diep dat de naam J Dilla nog jaren na zijn overlijden als producer zal prijken op albums van onder meer The Roots, Kendrick Lamar, Joey Badass, Common en Busta Rhymes. Zijn artistieke erfenis leeft ook voort in de klankcapriolen van gelijkgestemde avonturiers als Flying Lotus en Madlib én in Montpellier. In 2012 voegde die Franse stad tussen de rue Ray Charles en de avenue Nina Simone de allée Jay Dee toe aan haar stratenplan.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content