De Vlaamse producer die samenwerkte met DJ Snake: ‘In België vragen ze of ik nog steeds draai’

© Jane Greer
Arno Vermeulen
Arno Vermeulen Medewerker Knack Focus

Op het nieuwe album van DJ Snake staat één Belg: Eptic, een Oost-Vlaamse producer die vooral dubstep maakt. Een genre dat in België over zijn hoogtepunt heen is, maar in de rest van de wereld nog lang niet: ‘Mijn fanbase in de Verenigde Staten is zóveel groter!’

‘Is er met een twintigjarige dubstepproducer uit de swingende metropool Waasmunster een nieuw internationaal succesverhaal genre Netsky in de maak?’ vroeg Knack Focus zich in 2013 af over Michaël Bella, alias Eptic. Het jonge talent had toen net getekend bij het belangrijke dubsteplabel Never Say Die.

Zes jaar later kunnen we zeggen dat de man, elke maand goed voor een miljoen luisteraars op Spotify, de verwachtingen heeft ingelost, ook al vloog hij in eigen land de afgelopen jaren onder de radar. Zijn nieuwe nummer SouthSide, een samenwerking met EDM-dj en streamingmonster DJ Snake, doet de hoofden daarom eens te meer draaien: inmiddels rondde de track de kaap van zeven miljoen streams.

MICHAEL BELLA: Er zijn veel mensen die denken: ik werk met een grote artiest samen, dit is mijn big break. Maar zo werkt het voor mij helemaal niet. Door met grote artiesten succesvolle nummers uit te brengen merk ik vooral dat er nieuwe deuren opengaan, waardoor ik met andere mensen samen kan werken. Zo zal er op mijn nieuwe ep een track met Dillon Francis (Amerikaanse dj die bekend staat voor het populariseren van moombahton, nvdr.) staan. Als DJ Snake me niet had gevraagd om samen te werken, was die tweede collab er misschien niet gekomen.

Hoe is het om samen te werken met zulke grote artiesten?

BELLA: De samenwerking met DJ Snake gebeurde puur toevallig. Ik zag hem op de luchthaven in Londen en besloot hallo te gaan zeggen. DJ Snake draait al enkele jaren nummers van mij in zijn set, dus ik was voor hem geen onbekende. Een twee uur lange babbel later zei hij tegen mij: “Ik speel toch al veel van je shit, zie je het zitten om samen te werken?” Daarna nog afspreken lukte niet door onze drukke schema’s, maar anderhalf jaar versies heen en weer sturen later stond de plaat er wel.

Hoe voelde het om ‘ontdekt’ te worden bij Never Say Die?

BELLA: Veel mensen worden ontdekt en ontploffen ineens, maar bij mij ging dat aanvankelijk heel geleidelijk. Ik bracht gewoon muziek uit en speelde zoveel ik kon. Toen SkisM (Britse dubsteplegende en mede-eigenaar van Never Say Die Records) me een contract aanbood, kwam dat internationaal succes wel redelijk snel. Dankzij hem werd ik aan het grote publiek voorgesteld.

Sindsdien bouwde je je carrière vooral internationaal uit.

BELLA: Vijf jaar geleden ging ik voor het eerst naar Amerika en sinds een jaar of drie gaat het daar echt enorm goed. Het dubstepgenre was de afgelopen jaren niet meer succesvol in Europa, waardoor het voor mij dan ook lucratiever was om in Amerika en Azië te touren. Daardoor heb ik jullie wel wat verwaarloosd. Maar het valt gewoonweg niet te vergelijken. Begin oktober komt er weer een nieuwe headlinetour aan, die ik in Europa op dit moment simpelweg niet op dezelfde schaal zou kunnen organiseren. Mijn fanbase in de Verenigde Staten is zóveel groter!

Is dubstep in Europa dan ten dode opgeschreven?

BELLA: Helemaal niet, het laatste jaar begint het genre zelfs terug op te komen in Europa. Rampage (drum-‘n-bass- en dubstep-evenement, nvdr.), dat al jaren het Sportpaleis vult, werkt elk jaar supergoed en Tomorrowland had meerdere podia met dubstep. In landen als Duitsland, Griekenland en Italië schieten overal kleinschalige dubstepfeestjes uit de grond. Dat is cruciaal voor de scene.

Volgens mij had Europa gewoon even tijd nodig om te bekomen. Dubstep was hier op een bepaald moment zó populair dat het genre verzadigd geraakte. België zelf was er supervroeg bij om het genre te omarmen en alle grote namen uit de UK vonden toen dankzij de Eurostar makkelijk hun weg naar de Belgische scene.

Toen Skrillex kwam, ontplofte dubstep gewoonweg. Ik draaide elk weekend wel op een dubstepfeestje of op een festival. Mensen waren dat na een tijd kotsbeu. Nu is de scene wat veranderd en heb je naast dubstep een hele resem aan sterke nieuwe genres, zoals trap en future bass. Nieuwe artiesten krijgen de kans om op de affiche te staan. Dan wordt het terug interessant.

Wat heeft de Belgische dubstepscene nog nodig volgens jou?

BELLA: De mensen staan open voor een heropleving, maar het knelt nog vaak bij de promotors. Eigenlijk zouden er naast die grootschalige evenementen zoals Rampage en Tomorrowland weer kleinschalige feestjes moeten georganiseerd worden. Het zou gezond zijn voor de scene als er bijvoorbeeld elke maand in Antwerpen, Gent, Brussel en Brugge een dubstepfeestje op poten wordt gezet. Ik heb er even aan gedacht om het gewoon zelf te doen, maar met mijn planning is dat spijtig genoeg niet echt haalbaar. Maar als je zoiets wilt organiseren en nog een dj nodig hebt, I’m down!

Heb je het gemist om hier in België te spelen?

BELLA: Toch wel. Hoewel ik vooral buiten Europa tour, merk ik dat ik andere Europese landen toch nog net iets vaker aandoe dan België. Dat voelt ook vreemd: na een jaar zotte shit te doen in het buitenland hoor ik in België soms: ‘Draaide gij nog steeds?‘.

Toch blijft België voor mij wat thuiskomen. Ik ben nu twee weken lang bij mijn ouders thuis om mijn nieuwe ep op te nemen, in Amerika lukte dat niet. vreemd genoeg klinkt die kamer in mijn ouderlijk huis tien keer beter dan de studio.

Wat kunnen we verwachten van de nieuwe EP?

BELLA: Vijf strakke nummers, met uiteenlopende genres. Ik denk dat er in totaal maar twee dubstepachtige nummers op de plaat staan – de track met Dillon Francis is zelfs vrij commercieel.

Eptic tekende voor de Overlord EP zelf de covers van de individuele nummers
Eptic tekende voor de Overlord EP zelf de covers van de individuele nummers© –

Dat experimenteren met genres doe je al langer, maar toch heb je een uitgesproken stijl – cartoonachtige covers, herkenbare dubstepdrops…

BELLA: Sommige mensen kunnen tekenen wat ze willen en toch zal je merken dat het van hen is. Dat is bij mij hetzelfde met muziek: ik zou een rustig nummer kunnen uitbrengen, en toch herkend worden. Daarvoor grijp ik niet bewust naar dezelfde dingen terug, dat is gewoon mijn stijl die overal doorsijpelt. De covers teken ik allemaal zelf. Vroeger was dat veel minder uitgedacht en tekende ik gewoon dingen die ik cool vond. Nu moet het allemaal logisch zijn.

Last but not least, met welke artiest zou je het liefst samenwerken?

BELLA: Als ik echt kon kiezen zou ik voor iets kei zot gaan, zoals Travis Scott. Als ik een producer moet kiezen zou het waarschijnlijk Skrillex zijn. Hij volgt mij al jarenlang op sociale media, en onlangs hebben we zelfs nog even samen kunnen chillen in Las Vegas. We hebben uren zitten praten en hij was supervriendelijk tegen mijn vriendin. Voor mij was dat wat vreemd – ik luister al naar hem sinds mijn vijftiende. Nerveus dat ik was!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content