De Munt programmeert Japanse opera’s

© Johan Jacobs

‘Matsukaze’ gaat in wereldpremière in het Brusselse operahuis, ‘Hanjo’ wordt voor de gelegenheid hernomen.

Hoewel de twee Japanse opera’s natuurlijk al lang op de planning stonden, is hun opvoering door de aardbeving plots brandend actueel. Het Brusselse operahuis draagt de voorstellingen dan ook op aan de slachtoffers van de catastrofe.

Met de opera ‘Matsukaze’ brengt de Munt een wereldpremière van de meest vooraanstaande Japanse componist Toshio Hosokawa. Ook voor deze opera grijpt de componist terug naar de nô-traditie. Kenmerkend zijn dus de intimistische benadering en de droomsfeer. De regie is in handen van de choreografe Sasha Waltz, die eerder in de Munt te gast was met ‘Dido & Aeneas’ en ‘Medea’.

Naar aanleiding van de wereldpremière zette de Munt ook de tweede opera van Hosokawa, namelijk ‘Hanjo’, opnieuw op het programma. Ook hier haalde de componist de mosterd bij het nô-theater, meer bepaald bij het gelijknamige stuk van Yukio Mishima. Door Oosterse en Westerse invloeden te versmelten wil Hosokawa de Japanse muziek een ander leven inblazen.

Beweging en stilstand

Meestal leven de personages in nô-stukken buiten de realiteit. Ook bij ‘Hanjo’ is dat zo. De opera is een soort droom waaruit de protagonisten niet kunnen ontsnappen. Zo zingt Hanako op het einde van de opera: “Dat is het: wachten, wachten, wachten, en weldra komt de dag”.

Choreografe Anne Teresa De Keersmaeker regisseerde dit project in 2003 voor de Munt en het Festival van Aix en Provence. Voor de decors werkte ze samen met Jan Joris Lamers, voor de kostuums met Tim van Steenbergen. Naar eigen zeggen voelde De Keersmaeker in de muziek van Hosokawa hetzelfde verband tussen geluid en stilte zoals zij het voelt tussen beweging en stilstand.

Elien Haentjens

‘Hanjo’, tussen 10 en 16 april, en ‘Matsukaze’, tussen 3 en 11 mei in de Brusselse Munt. Wie naar beide opera’s gaat, geniet van een voordeeltarief.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content