Whitney @ Botanique: Het spanningsveld tussen onschuld en ervaring

© /

‘An instant classic’, orakelden sommige Amerikaanse bladen onlangs over het debuut van Whitney. Maar laat ons even nuchter blijven. Het duo uit Chicago, dat pas een jaar bestaat, heeft gewoon een aardige popplaat gemaakt. En live mocht het eigenlijk ook wel iets méér zijn.

DA GIG: Whitney in de Rotonde van de Botanique, Brussel op 17/6.

IN EEN ZIN: Whitney had mooie popsongs in petto, maar liet ook enkele steken vallen en gaf er na 35 minuten al de brui aan.

HOOGTEPUNTEN: ‘The Falls’, ‘No Woman’, ‘So Sad (To Watch Good Love Go Bad)’, ‘Golden Days’…

DIEPTEPUNT: Na twee vergeefse pogingen om ‘Light Upon the Lake’ te spelen, waarbij ze niet verder dan de intro raakte, gaf de groep het op. Beetje gênant, toch wel.

QUOTE van Julien Ehrlich, over de Rotonde: “This is by far my favourite room to play in”

.

De eerder dit jaar verschenen single ‘No Woman’ had zijn effect alvast niet gemist. De Rotonde van de Botanique liep aardig vol en het eerste Belgische optreden van het Amerikaanse gezelschap lokte bij het publiek geestdriftige reacties uit. De heren van Whitney zijn dan ook geen groentjes. Zanger-drummer Julien Ehrlich gaf ruim elf jaar lang de maat aan bij Unknown Mortal Orchestra, terwijl leadgitarist Max Kakacek zijn sporen verdiende bij Smith Westerns, de groep die tijdens het rampjaar 2011 haar optreden op Pukkelpop onderbroken zag, toen een windhoos de Château-tent deed instorten. Op het podium kregen de twee kernleden, samen ook verantwoordelijk voor de songs, assistentie van vier extra muzikanten op gitaar, bas, toetsen en trompet, wat een volle, organische sound garandeerde.

Whitney grossiert in beknopte, melodieuze popliedjes, waarvan de meeste doordrongen zijn van een seventies vibe. Het ene moment dachten we aan 10cc, maar dan zonder de dwarsstraatjes; het andere aan de stuiterende Memphis soul waar een label als Stax destijds het patent op had. Zo herinnerden de gitaarlicks van Kakacek meer dan eens aan die van Steve Cropper, de man die de snaren beroerde bij Booker T & The MG’s. De hoge falsetstem van Ehrlich riep dan weer vergelijkingen op met het werk van Local Natives, Passion Pit, Bon Iver en talloze andere bands die de jongste jaren om onze aandacht kwamen bedelen. U begrijpt: Whitney maakt niet meteen aanspraak op originaliteit.

Tongzoen

Is dat erg? Neen, want de catchy songs van Ehrlich en Kakacek zitten goed in elkaar, laten zich makkelijk mee neuriën en klinken zonnig terwijl ze een melancholische ondertoon verraden. Het zijn bitterzoete verhaaltjes vol drama en hartzeer, die zich afspelen op het spanningsveld tussen onschuld en ervaring, maar wel tot heupwiegen uitnodigen. Zo goed als alle nummers uit ‘Light Upon The Lake’ kwamen in de Botanique voorbij. Geen wonder, want de plaat duurt amper een half uur.

Opener ‘Dave’s Song’ zette de toon met sierlijke gitaarriedeltjes, al liep de bas aanvankelijk een beetje verloren in het klankbeeld. Toch zou het niet lang duren voor Whitney bewees dat het best een aantal potentiële radiohits in de aanbieding had. Het meerstemmig gezongen ‘No Matter Where We Go’ stuiterde er vrolijk op los en herbergde een solo van Max Kakacek die zowel melodieus als funky klonk. ‘The Falls’ was het soort song dat beelden van palmbomen en eindeloze stranden opriep. Het springerige ‘Golden Days’ steunde zelfs op nostalgisch aandoende ‘na-na-na’-koortjes, weeë trompetfrazen die zowat in alle liedjes terugkwamen en slidegitaarspel in de geest van George Harrison.

‘Polly’ diende zich aan als een pianoballad à la Harry Nilsson, maar evolueerde al gauw van mijmerend naar feestelijk en weer terug. Terwijl de laatste noten uitstierven, wisselden zanger Ehrlich en bassist Josiah Marshall een passionele tongzoen uit, in het licht van de recente gebeurtenissen in Orlando een statement dat wellicht méér zei dan een lange, verontwaardigde speech over holebirechten. Hoewel ‘On My Own’ werd aangekondigd als “onze reggaesong”, bleef de typische rocksteadybeat veeleer impliciet. So far, so good. Alleen liet Whitney in de loop van de set ook enkele steken vallen. Het instrumentale ‘Red Moon’ gaf de indruk dat het nog niet helemaal af was en ‘Light Upon The Lake’ (“Een song die we zelden spelen”, dixit Julien Ehrlich) werd tot twee keer toe verkeerd ingezet, om na de mooie fingerpicking-intro definitief te worden opgegeven. Wat een afknapper.

Kwispelstaartende country

“Normaal spelen we geen bisnummers, maar vandaag zullen we op die regel een uitzondering maken”, liet de zanger weten, net voor de groep er al na 35 minuten de brui aan gaf. Oké, Whitney staat nog in zijn kinderschoenen, maar is het dan verantwoord in dit stadium al aan het andere eind van de wereld te willen toeren en jezelf als hoofdattractie uit te spelen?

Eerder op de avond had Whitney al een even anachronistische als geslaagde cover gebracht van ‘So Sad (To Watch Good Love Go Bad)’, een trieste maar kwispelstaartende countrysleper van The Everly Brothers. Als toegift plakte de groep er nog een potige versie van Bob Dylans ‘Tonight I’ll Be Staying Here With You’ achteraan. De groove wàs er, alleen stond dat eunuchenstemmetje zó ver van ‘Nashville Skyline’, dat we toch even moesten slikken.

Het concert eindigde voorspelbaar met het bloedmooie ‘No Woman’, een nummer over doelloos rondzwerven na een relatiebreuk. Als Whitney er in de nabije toekomst in slaagt nog méér liedjes van dit niveau uit zijn mouw te schudden en met een volwaardige set op de proppen te komen, zullen we zeker de oren spitsen. Maar voorlopig lijkt het sextet uit Chicago ons vooral over het paard getild.

DE SETLIST: Dave’s Song / No Matter Where We Go / Golden Days / Polly / Red Moon / So Sad (To Watch Good Love Go Bad) / On My Own / Light Upon the Lake (intro only) / The Falls / Follow // Tonight I’ll Be Staying Here With You / No Woman.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content