Underworld @ Pukkelpop: goeie mayonaise

© Wouter Van Vaerenbergh

Thank you, voor wat jullie gedaan hebben’, zei Karl Hyde tegen de Dance Hall, ‘België is waar het voor ons begonnen is’. Meer dan twee decennia na hun eerste passage is Underworld Pukkelpop nog niet vergeten. En Pukkelpop Underworld ook niet.

1994. Red Hot Chili Peppers headlinen Pukkelpop. dEUS stond er voor de eerste keer. Pavement was er, net als Morphine (hoofdact in de Marquee), Cypress Hill, en – godbetert – The Levellers. Ergens achteraan in de wei stond Underworld in een kleine tent. Ze stond er voor het eerst en heette toen ook al Dance-Hall (met koppelteken), maar een hal kon je het bezwaarlijk noemen.

Ik was er ook, 16 jaar jong en op de eerste rij, me in het zweet van honderden andere Pukkelpoppers dansend. Letterlijk. De condens van het zweet druppelde via het plafond terug op onze hoofden, een vicieuze cirkel. Legendarisch optreden, voor altijd in m’n geheugen gegrift. Zou diezelfde magie nog werken 21 jaar later?

Underworld had destijds net hun album Dubnobasswithmyheadman uit. Een blauwdruk voor de stadiontechno. In maart kwamen de heren die klassieker integraal spelen in de AB, vanavond namen ze een bredere graai uit hun repertoire.

En wie z’n set kan starten met een klassieke single als Mmm… Skyscraper, I Love You heeft wat in huis. Valt meteen op: het haast kraakheldere geluid, voor het eerst in de Dance Hall. De mobiele studio die Rick Smith bedient, centraal op het podium, zit er vast voor iets tussen.

Vaststelling nummer twee: de sobere setting. Géén blitse achtergrondvisuals , andere decoratie of confetti, veel wit licht. In de frontstage hield een roadie de hele duur van het optreden een felle spot gericht op Hyde, die in beeld werd gebracht door een eigen camerasysteem. Ook de live montage was in eigen handen. Strak, sober, ietwat schraal zelfs, maar efficiënt, alsof de heren samen met de muziek de nineties ook visueel opnieuw tot leven wilden brengen.

Wanneer ben je al technoformatie lang genoeg bezig om retro te zijn? Underworld was één van de eerste hedendaagse dance-acts die songstructuren toepasten, en omdat ook in de elektronische dansmuziek – net zoals in mode, ideologieën en cuisine – alles ooit terug komt blijkt de tand des tijds hits als Pearl’s Girl (1996) en vooral het instrumentale Rez (1994, een eerste hoogtepunt) gespaard te hebben. De sjamanistische voordrachtstijl van meneer Hyde, daar ben je voor of niet,

maar ook op z’n 58ste komt af en toe de Dr. Jekyll in het hem naar boven. De Paul Weller van de hedendaagse dance, mogen we dat zeggen?

Met Dirty Epic verdween het vuur echter even uit de set. Underworld is meer dan een nostalgie-act, maar nu ook weer niet Major Lazer. Dag vier, tropische temperaturen, laatste uurtjes. Her en der zagen we jongens en meisjes beginnen met knikkebollen. De basmelodie van Donna Summers I Feel Love in Shrudder/King of Snake (uit het album Beaucoup Fish, 1999) schudden hen opnieuw wakker, en met Cowgirl (nog zo’n kraker uit 1994) steeg er een collectieve tweede adem uit de tent op. Crocodile (2007) en Two Months Off (2002) kozen de heren voor recenter werk, maar dat sloot naadloos aan op de klassiekers. Het moet gezegd: goed uitgebalanceerde show, heren. Misschien af en toe net iets te steriel, maar er is altijd Karl Hyde en zijn theatrale dansjes om de brouwerij levend te houden. Hij was zichtbaar in zijn nopjes, de Underworld-frontman. Meer zelfs: toen hij van het podium kwam gestapt stráálde de man. Iets wat je niet kan faken. België en Underworld, goeie mayonaise.

‘Hoe, en wat met Born Slippy?’, hoor u ik denken.

Natuurlijk sloot het trio af met hun grootste klassieker. Van bij de eerste toon in de instant herkenbare, voor de gelegenheid nog wat langer uitgesponnen intro gingen duizenden handen en mobieltjes in de lucht. Plots was de tent geen tent meer, we stonden in een kerk. De gospel van Born Slippy, daar was u voor gekomen.

En wanneer die meedogenloze beat eindelijk inviel, knalde tegelijk buiten het vuurwerk in gang. Wat je noemt, Een Moment. Ik blijf het vreemd vinden duizenden kelen tegelijk ‘nigger, nigger, white thing, nigger nigger’ horen scanderen. Maar ach wat, enkele politiek incorrecte seconden kon de apotheose niet drukken.

Was het even goed als in 1994. Neen, dat is onmogelijk. Maar af en toe kon ik toch dat zweet weer even proeven. ‘Dank u wel, België, nog maar eens!’, riep Karl Hyde voor de buiging. Dank u wel, Underworld, ik was heel even opnieuw 16.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content